Gramatyka opisowa

Gramatyka opisowa

Morfologie – houdt zich bezig met morfemen, leksemen en woorden.

Woordsoorten:

Lidwoord (artikel):

Soorten:

Een olifant is een planteneter. = Elke olifant is een planteneter.

Olifanten zijn zoogdieren. = Alle olifanten zijn zoogdieren.

De olifant leeft al duizenden jaren in Africa.

Het gebruik van het lidwoord bij eigennamen:

Eigennamen met het lidwoord:

Lidwoord wordt wel gebruikt bij:

Eigennnamen zonder lidwooord (als ze zonder bijvoeglijke bepaling voorkomen):

Geen lidwoord wordt gebruikt ook:

Zelfstandig naamwoord (substantief):

Soorten:

Substantieven kunnen van een naar andere soort gaan.

Geslacht:

De-woorden:

Het-woorden:

Bijvoeglijk naamwoord (adjectief):

Soorten:

Vormen

Geen –e:

Met –e:

De adjectieven komen het meest met –e voor, daarom zonder –e:

Voor de-woorden en woorden in het meervoud.

Voor het-woorden als ze voorafgegaan zijn door:

maar zonder:

Met –s:

Trappen van vergelijking

De peer is even lekker als de appel.

Hij is niet zo stom als zijn vader.

braaf – braver, stupide – stupider, ver - verder

Ria is groter dan haar zuster.

Geen trappen van vergelijking:

Onregelmatige trappen van vergelijking:

Adjectieven waarbij het omschrijven nodig is:

Gebruik van adjectieven

Het werkwoord / verbum

wat woordvorming betreft hebben wij samenstellingen en afleidigen

Soorten

Sommige werkwoorden zijn transitief en intransitief:

Vormen en gebruik

Genus / Vorm

Middleton Reynolds brengt in 1945 de eerste balpen op de markt.

M.R. – gramaticaal onderwerp = logisch subject

de eerste balpen – lijdend voorwerp

De eerste balpen werd in 1945 (door Middelton Reynolds) in Chicago op de markt gebracht.

De eerste balpen - grammaticaal onderwerp

Middelton Reynolds - logisch subject, mag maar moet niet voorkomen in het passief

ZIJN / WORDEN + VOLTOOID DEELWOORD

Het aspect van werkwood

Aspecten:

Wijzen:

Tijden:

  1. Het presens - Onvoltooid tegenwoordige tijd

  2. Het perfectum - Voltooid tegenwoordige tijd

  3. Het imperfectum - Onvoltooid verleden tijd

  4. Het plusquamperfectum - Voltooid verleden tijd

  5. Het futurum - Onvoltooid tegenwoordig toekomende tijd

  6. Het futurum exaxtum - Voltooid tegenwoordig toekomende tijd

  7. Het conditionalis - Onvoltooid verleden toekomende tijd

  8. Het conditionalis prefecti - Voltooid verleden toekomende tijd

Hulpwerkwoorden van tijd: HEBBEN / ZIJN

Voltooid en onvoltooid deelwoord

Grammaticale tijden

1. Het presens - Onvoltooid tegenwoordige tijd. O.T.T.

2. Het perfectum - Voltooid tegenwoordige tijd. V.T.T.

3. Het imperfectum - Onvoltooid verleden tijd. O.V.T.

bjv. Ik heb eerst aan mijn scriptie gewerkt, eerst ging het goed, was tevreden met mijn werk. Maar dan kreeg ik moeilijkheden met mijn computer, en ik ben gestopt.

Als ik geld had, kocht ik een huis.

Als ik geld had, zou ik een huis kopen.

Als ik geld zou hebben, kocht ik een huis.

Als ik geld zou hebben, zou ik een huis kopen.

4. Het plusquamperfectum - Voltooid verleden tijd. V.V.T.

Als ik toen geld had gehad, had ik een huis gekocht.

Als ik toen geld had gehad, zou ik een huis hebben gekocht.

Als ik toen geld gehad zou hebben, had ik een huis gekocht.

Als ik toen geld gehad zou hebben, zou ik een huis hebben gekocht.

5. Het futurum - Onvoltooid tegenwoordig toekomende tijd. O.T.T.T.

6. Het futurum exactum - Voltooid tegenwoordig toekomende tijd. V.T.T.T.

7. Het conditionalis - Onvoltooid verleden toekomende tijd. O.V.T.T.

8. Het conditionalis prefecti - Voltooid verleden toekomende tijd.

1. O.T.T. → werkwoord in de finite vorm

2. V.T.T.→ hebben / zijn in presens + voltooid deelwoord

3. O.V.T. → werkwoord in imperfectum (enkelvoud → stam + te / de) ( meervoud → stam + ten / den )

4. V.V.T.→ hebben / zijn in imperfertum + voltooid deelwoord

5. O.T.T.T.→ zullen in presens + infinitief

6. V.T.T.T. → zullen in presens + hebben / zijn in infinitief + voltooid deelwoord

7. O.V.T.T. → zullen in imperfectum + infinitief

8. VVTT→ zullen in imperfectum + hebben / zijn in infinitief + voltooid deelwoord


Wyszukiwarka

Podobne podstrony:
gramatyka opisowa formy fleksyjne id 195153
Morfemy, Filologia polska, Gramatyka opisowa języka polskiego
skaładnia-kategoria czasu, Gramatyka opisowa
gramatyka opisowa zagadnienia opracowane (morfologia, fleksja, składnia)(1)
klucz articles, 2008-2011 (Graduates), Gramatyka opisowa
przykładowy egzamin 2, gramatyka opisowa
1308343171-1--problemy-skladni, GRAMATYKA OPISOWA JĘZYKA POLSKIEGO
składnia-strutyński, Gramatyka opisowa języka polskiego
Pytania z morfologii, gramatyka opisowa
Gramatyka opisowa języka polskiego ściaga
zagadnienia gojp, Gramatyka opisowa-notatki
gramatyka opisowa, Informacja naukowa i bibliotekoznastwo 2 semestr
gramatyka opisowa - wykład, j ę z y k i, włoski, gramatyka
Preposicion, hiszpanski, gramatyka opisowa
fleksja3, polonistyka, Gramatyka opisowa
Gramatyka opisowa rok II semestr I Label the uinderlined elements
gramatyka opisowa
2ćwiczenia gramatyka(2), Gramatyka opisowa

więcej podobnych podstron