Werkwoorden

Werkwoorden:

  1. Transitiviteit

  1. Semantisch/soortbetekenis/resultaat:

  1. Ander semantisch onderscheid:

zetten – iemand doen zitten, doen drinken - drenken (poić), doen zuigen - zogen (dawać pierś), doen vallen – vellen, doen liggen – leggen

ontwassen, ontspringen, ontlijken, ontslapen (umierać), inslapen, ontwakken

stoteren (jąkać się), hakelen (zacinać się), bubbelen (trząść się), trillen/trilleren (trząść się), schokkeren, glimmen – glimmeren (mrugać), schuifelen (poruszać się do przodu posuwistym krokiem)

  1. Persoonlijke en onpersonlijke

Persoonlijke ww die als onpersoonlijke gebruikt kunnen worden:

het gaat mis

het loopt verkeerd af

het doet er niet toe (to nie ma nic do rzeczy)

het slaat tien uur (bije dziesiąta)

Archaistische uitdrukkingen zijn ook onpersoonlijk:

mij hongert (głodno mi)

mij dorst

mij walgt daarvan

  1. Wederkerende (reflexieve) ww:

  1. Niet zelfstandige

bv. Jan gaat vissen/Tante komt bij ons logeren;

bv. Jan is vissen (hij is dat aan het doen)/Tante blijft logeren;

wat doet het subject tijdens de handeling (met lange infinitief = te+infinitief) – zitten, liggen, staan, lopen en in beperkt aantal gevallen hangen,

bv. De buurvrouw zat uit het raam te kijken

In voltooide tijden verschijnen ze in vorm van infinitief

Jan gaat vissen → perfectum: Jan is gaan vissen.

bv. De patient werd gisteren in een ziekenhuis opgenomen – hier twee functies van “is”, van tijd en van lijdende vorm

Naamwoordelijk gezegde – naamwoordelijke delen:

Ondanks zijn vermogeningskunst (?) blijf hij een enorme dikzal.

vraag naar PV onderwerp naamwoordelijk deel

Hannah is 3 jaar jonger dan haar broer. – naamwoordelijk deel

Hij was stervende. (był umierający) De muur lijkt wel behangen.

De koffie is op.

De school blijft gelukkig nog ver aan.

Peter was door de reprimande in de waar (?)


Wyszukiwarka

Podobne podstrony:
Wat is werkwoord
8 Het werkwoord
scheidbare werkwoorden ant
scheidbare werkwoorden
8 Het werkwoord

więcej podobnych podstron