Inbouwvoorschrift

montage

Chrysler

PT Cruiser 2.0i 16v

265000-628 Rev.3

© Necam

®

B.V. 150202

INBOUWVOORSCHRIFT ELECTRISCH
AANSLUITSCHEMA

Merk :

Chrysler

Instr. no :

265000-628 Rev.3

Type :

PT Cruiser 2.0i 16v

Blad no :

1/6 Motorset no : 260100-556

MAP-

SENSOR

ONDERBREKEN

INJECTOREN

MOTOR-

MASSA

KABELBOOM

ACHTER

VERDEELHUIS

MONIO-

DIAGNOSE

VOEDING

CARR.

MASSA

MODULE

INJECTOR VERV.

238002-040

CONNECTOREN

ECM

HOOFD- / ONDERBREEK

RELAIS

BL BL/WI

RD

RD/ZW

BR

BR/ZW

11

10

19

18

8

17

16

4

ONDERBREKEN

INJECTOR-

STUURDRADEN

GY

RD

GE

PA

INJECTOR-ZIJDE

PA/ZW

GE/ZW

RD/ZW

GY/ZW

ECU-ZIJDE

15

2

5

13

BR/ZW GE

GN

RD/PAI BR/PA

PA

C B A

RO

BR

RD/ZW

GY

9

s

F

SCHAKELAAR

TOERENTALSIGNAAL

TPS-SIGNAAL

INJECTIETIJDMETING

LAMBDA MASSA
LAMBDA SIGNAAL

GN

BN/WI

WI

BU

PU/B

ONTSTEKINGS

FILTER

238002-023

12

7

3

6

1

PURGE AANSTURING

BU/B

13

14

1

5

1

4

A B C D

VERDAMPER

YE B/GN

GY/YE GY/GN

GY/RD GY/BU

YE BN/B

OR
BN/OR

3

2

1

DRUK

SENSOR

(niet aansluiten)

INBOUWVOORSCHRIFT ELECTRISCH
AANSLUITSCHEMA

Merk :

Chrysler

Instr. no :

265000-628 Rev.3

Type :

PT Cruiser 2.0i 16v

Blad no :

2/6 Motorset no : 260100-556

2.

Schakelaar. Demonteer de beide dash-
boardpanelen onder het stuurwiel. Maak
m.b.v. een smeltmal een gat voor de
brandstofkeuzeschakelaar in het linkerpa-
neel boven het afdekplaat van de zeke-
ringkast. Zie foto. Plaats de connector op
de schakelaar.

3.

Voeding. Maak de zekeringkast, aan de lin-
kerzijde van het dashboard, los en neem
deze uit het dashboard. Maak de voeding-
aansluitingen op de achterzijde van de ze-
keringkast. Sluit de rode voedingsdraad
aan op de rood/witte draad pos.3 (+30).
Sluit de rode/zwarte voedingsdraad aan
op de blauwe draad pos.10 (+15); Plaats
de MONIO-stekker in de zekeringenkast.

4.

Montage ECM. Monteer de ECM-houder
op de ECM-steun (244304-625). Monteer
de steun op het onderste draadeind van
de koppelingscilinder, links van het rempe-
daal. Zie foto.

7.

MAP-sensor. De MAP-sensor wordt m.b.v
2 plaatschroeven rechts van de ECU te-
gen de waterbak gemonteerd. Plaats de
3-polige steker op de MAP-sensor.

1.

Kabeldoorvoer. Demonteer de luchtfiter-
bak, de luchtaanzuigbuis en het benzine
stuurapparaat. Boor een gat van Ø 38mm
rechts van de rembooster. Zie foto. Snijd
de binnenbekleding rondom het geboorde
gat weg. Voer de kabelboom vanuit het in-
terieur naar de motorruimte. Leg de kabel-
boom bovenlangs de stuurkolom naar
links. Leg de kabelboom vast met binders.
Plaats het doorvoerubber in het gat zodat
de kabelboom niet beschadigd!

5/6. Montage modules en relais. Monteer de 2

relaishouders, het injectorvervangingsmo-
dule (238002-040), het ontstekingsfilter
(-023) en het purgemodule (-048) op de
relaissteun (244304-624). Zie foto. Mon-
teer de steun met een M6-bout tegen het
plaatwerk van de dashboardsteun, links
van de stuurkolom. Zie foto.

é

é

éé

INBOUWVOORSCHRIFT ELECTRISCH
AANSLUITSCHEMA

Merk :

Chrysler

Instr. no :

265000-628 Rev.3

Type :

PT Cruiser 2.0i 16v

Blad no :

3/6 Motorset no : 260100-556

10. Toerentalsignaal. Verwijder de connector

C1 uit de ECU. De groene signaaldraad
(toerental) aansluiten op C1-pos.3 (blauw/
bruin).

11. TPS-signaal. De blauwe signaaldraad

(TPS) aansluiten op C1 pos. 35 (oranje/
blauw).

17. Motormassa. De bruine massadraad met ka-

beloog wordt gemonteerd aan motormassa.
Neem hiervoor het massapunt op de rechter
motorsteun. Zorg voor een goede massa!

16. Onderbreken injectoren. Maak aan de linkerzijde

van het inlaatspruitstuk de kabelboom naar de
injectorgalerij open. Onderbreek, voor de aftak-
king naar de eerste injector, de groen/oranje
voedingsdraad. Sluit hier de blauwe draad aan
richting injectoren en de blauw/witte draad aan
richting ECU (voeding). Isoleer de gemaakte
verbindingen

13. Purge-aansturing. De blauw/zwarte sig-

naaldraad (purge-aansturing) aansluiten
op C2 pos. 68 (rose/zwart) .

14. Injectietijdmeting. De paars/zwarte sig-

naaldraad aansluiten op de onderbroken
draad aan ECU-zijde, van ECU pos. 13-
witblauw. Samen met de paars/zwarte
draad van de injectorvervanging. Zie 15.

15. Injectorvervanging. Onderbreek de 4 in-

jectorstuurdraden op C1 pos. 13-wit/
blauw, 17-bruin, 7-geel/wit en 16-blauw/
bruin. Neem de 8-aderige draadbundel.
Sluit de rode, paarse, grijze en de gele
draad aan richting injectoren en de bijbe-
horende 2-kleurige draden richting ECU.

18. Verdamper/drukregelaar. Op de autogasafsluiter

wordt de 2-polige steker met gele en bruin/
zwarte draad aangesloten. De 2-polige steker
met oranje en bruin/oranje draad wordt aange-
sloten op de temperatuursensor.

19. Appendagekast. De 3-aderige kabelbundel met

groene, gele en de bruin/zwarte draad met de
afnameleiding mee naar de appendagekast leg-
gen en aansluiten op de afnamekraan (geel) en
de tankzender (groen).

12. Lambda-signaal. De witte signaaldraad

(lambda) aansluiten op C1 pos. 30 (zwart/
groen). De bruin/witte draad (lambda-
massa) aansluiten op C1 pos. 27 (zwart/
oranje)

9.

Carrosseriemassa.

De bruin/zwarte

massadraad met kabeloog wordt gemon-
teerd aan carrosseriemassa, op een
massapunt op het binnenscherm voor de
linker veerpoot.

8.

Verdeelhuis. Monteer de verdeelhuissteun
op de draadeinden van de linker veerpoot.
Plaats eerst 2 ringen op de draadeinden
onder de verdeelhuissteun. Zie foto. Ver-
plaats het koppelingsvloeistofreservoir
met steun naar links en monteer de steun
met een plaatschroef zodat de banjo-aan-
sluitingen op het verdeelhuis het reservoir
niet kunnen raken. Monteer de druksensor
vlgs. de bijgeleverde instructie op het ver-
deelhuis. Bevestig het verdeelhuis op de
steun. Plaats de 4-polige steker op de
stappenmotor, de 2-polige steker op de
DFCO-klep en de 3-polige connector op
de druksensor van het verdeelhuis.

INBOUWVOORSCHRIFT MOTORSET

-

Verdamper/drukregelaar. Schroef de 2
haakse waternippels en de autogasafslui-
ter met rechte invoernippel in de verdam-
per. Gebruik een afdichtend borgmiddel.
Verwijder, indien aanwezig, de cruise con-
trol unit van de rechter veerpoot. Plaats de
regelaarsteun op de draadeinden van de
veerpoot en teken montagegat A af op de
waterbak. Boor dit gat Ø 6,5 mm. Zie foto.
Monteer de regelaar op de steun en mon-
teer het geheel op de montagepunten.
Sluit de drooggasslang aan op de regel-
aar; leg deze slang, samen met de va-
cuumslang naar de MAP-sensor en de
rembekrachtiger, door een te monteren
slangklem tegen de waterbak.

-

Wateraansluiting. Onderbreek de slang
die van de onderste kachelaansluiting
naar de waterbuis aan de linkerzijde van
de motor loopt. Monteer hier de bijgelever-
de water by-pass (16-10-10-16). Leg de
waterslangen naar beneden naar de wa-
ternippels in de verdamper. Leg de slan-
gen vast met binders. Zie foto.

-

Afnameleiding. Monteer de afnameleiding
op de LPG-afsluiter. Leg de leiding via de
rechter chassisbalk naar achter. Leg de
leiding met de brandstofleidingen verder
naar achter, naar de leidingdoorvoer. Con-
troleer alle aansluitingen op lekkage.

Merk :

Chrysler

Instr. no :

265000-628 Rev.3

Type :

PT Cruiser 2.0i 16v

Blad no :

4/6 Motorset no : 260100-556

1/ Als de inbouw gereed is de gehele autogas-
installatie op lekkages controleren !
2/ Stel de werkdrukken van de verdamper/
drukregelaar af als de motor op bedrijfs-
temperatuur is:

1e trap : 1400 mbar
2e trap : 1100 mbar (i.v.m. het ITM6U-

stuurapparaat)

A

é

AANWIJZING VOOR DE MONTAGE
VAN DE INSPUITVENTIELEN

boormal 241505-500

-

Demonteer de 4 stekkers van de benzine-
injectoren, de vacuumslang van de benzi-
nedrukregelaar en de complete benzine-
galerij. Zorg voor goed passende sleutels
zodat de boutkoppen niet kunnen bescha-
digen!

-

Verwijder de benzine-injectoren en het
smoorklephuis. Demonteer vervolgens
het gehele inlaatspruitstuk. N.B. Om de
bout aan de thermostaatzijde van het
spruitstuk te verwijderen eerst een bout
van dethermostaat wegnemen.

-

Plaats de boormal op de flens van het in-
laatspruitstuk. Boor de gaten voor de in-
jectoren Ø 6mm in de inlaatbuizen van het
inlaatspruitstuk. Frees m.b.v. een frees
van Ø12mm de bovenzijde van het inlaat-
spruitstuk vlak zodat het bovendeel van de
injectornippel met O-ring kan afdichten op
de wand van het inlaatspruitstuk.

-

Monteer de injectornippels in het inlaat-
spruitstuk. Plaats de O-ringen correct voor
het verkrijgen van een goede afdichting.
Borg de schroefdraad met een afdichtend
borgmiddel.

-

Boor het gat voor de vacuumaansluiting
naast de aansluiting naar het smoorklep-
huis op Ø 6mm. Monteer de vacuumnip-
pel m.b.v. een zelfborgend afdichtmiddel.
Sluit de vacuumnippel aan op de regelaar.
Onderbreek de vacuumslang met een T-
stuk en sluit deze aan op de MAP-sensor.

-

Monteer de injectoren met slangen op de
injectornippels voordat het inlaatspruitstuk
wordt gemonteerd. Lengte injectorslan-
gen: injector 1&2 110 mm, injector 3&4
100 mm. Monteer het inlaatspruitstuk. Let
bij de montage van het spruitstuk op dat
de injectoren vrij liggen van de waterbuis.
De onderste bout aan de thermostaatzijde
van het spruitstuk vervalt. Gebruik hier
een bout-M8x40+veerring. Zonodig de wa-
terbuis iets naar beneden leggen door de
bouten van het takeloog op te lossen. Leg
de injectorslangen tussen de spruitstuk-
buizen door naar achter en van hieruit
naar links naar het verdeelhuis.

-

Monteer vervolgens de injectorslangen symme-
trisch t.o.v elkaar op het verdeelhuis. Sluit de
connectoren aan op het verdeelhuis. Leg de
slangen vast met binders. Controleer het ge-
heel op lekkage.

-

Verwijder de rand aan de rechterzijde van de
spruitstukafdekplaat om te voorkomen dat de
injectorslangen beschadigen.

Merk :

Chrysler

Instr. no :

265000-628 Rev.3

Type :

PT Cruiser 2.0i 16v

Blad no :

5/6 Motorset no : 260100-556

ELECTRISCH SCHEMA

Merk :

Chrysler

Instr. no :

265000-628 Rev.3

Type :

PT Cruiser 2.0i 16v

Blad no :

6/6 Motorset no : 260100-556

B

D

AB

C

D

M

1

Y

1

Y

2

Y

3

15

30

J2

24

K1

30

87

a

86

87

85

30

86

87

30

86

87

C

31M

31

C

K3

ECM

-

I

T

M

6U

F2

F1

P1

YE

GB

01

/2

1/

1

S1

E

1

J2

27

J2

29

J1

32

K

J1

06

J1

29

J2

04

J2

32

J2

02

J2

05

J2

03

J1

01

J1

02

J1

27

J1

31

J1

26

J1

12

J2

19

J2

20

J1

11

B/

BU

YE

J1

10

RD

RD

/B

B/

YE

B/Y

E

RD

/Y

E

14

13

1

9-

1

0-

11-

1

2

2-

3-

4-

5

RD

YE

GY

PU

RD

/B

YE

/B

GY

/B

PU

/B

H

G

2

38002-

0

42

R1

6

7

8

I

K2

30

87

a

86

87

85

30

87

a

F

BU

BU

/W

H

PU

/B

RD

E

A

J1

28

R2

23800

2-

023

B

/O

R

J

12

3

4

5

432

1

B

B

U

/B

23

80

02

-0

48

R

3

BU

/Y

E

J1

1

8

P2

J1

03

J2

23

OR

BN

/O

R

AB

C

P

U

P3

J2

18

J2

30

J2

26

PU

BN/PU

RD/

P

U

P4

1

2

3

VI

BN

/P

U

J1

30