14. Wat zijn de belangrijkste kenmerken van protestantisme opgesomd in C-factor spel?

Alle kenmerken van protestantisme opgesomd in C-factor spel:

1. Calvinisten zijn rationeel, bij een ruzie eisen ze redelijke argumenten van de andere partij.

2. Ze zijn digitale denkers - iets is waar of onwaar, er bestaat geen tussenin. Voor elk dilemma bestaat een juiste oplossing.

3. Calvinisten staan bekend om hun Bijbelkennis - dat is het middel om Gods bedoelingen te leren kennen.

4. Ze zijn streng in de opvoeding van de kinderen, ze denken dat de strenge norm bereidt hun kinderen goed voor op het leven.

5. Ze vinden het uitgeven van geld goed, maar niet aan luxe eten.

6. Ze doen altijd wat ze hebben beloofd, zelfs als dat per ongeluk was.

7. Er kan altijd harder gewerkt worden.

8. Ze zijn nooit goed genoeg voor God.

9. Ingetogenheid (opanowanie) en zelfbeheersing (samokontrola) zijn van belang - ze laten anderen geen emoties zien.

10. `Het maken van uitzonderingen op regels verzwakt de regels' - calvinisten zijn principieel en houden niet van gedogen (pobłażanie).

11. Ze zijn niet egoïstisch en ze zorgen voor andere mensen, ze vinden anderen belangrijker. Een calvinist kent de eigen nietswaardigheid (marność), wat vaak tot een te gering zelfbeeld (niska samoocena) leidt.

12. Ze stellen soberheid op prijs. De uiterlijk is niet zo belangrijk, alles draait om het hart. (Maar dat is niet te zien bij de Orthodox-gereformeerden - ze besteden veel geld aan dure merkkleding en volgen hun eigen modes.)

13. Calvinisten hebben altijd alles goed geplant, dus een vakantie op de bonnefooi (pod chmurką) is hun nachtmerrie.

14. Het vrijwilligerswerk is van grote waarde - ze werken niet alleen voor zichzelf.

15. Ze branden geen kaarsje voor overledenen - dat vinden ze een `rooms' gebruik.

16. Alle mensen zijn gelijk - geen van ze is meer waard dan een ander. Daarom zijn ze democratisch `one man, one vote'.

17. Ze maken geen gebruik van leugens. (De uitzondering was tijdens de Tweede Wereldoorlog - ze logen heel wat af in het verzet [ruch oporu].)

18. Ze matigen meestal niet in eten, dat is meer iets voor katholieken. Calvinisten zijn vrolijke losbollen (obżartuchy).

19. `Op de sabbatdag zult gij rusten' - dat is typisch calvinistisch, dus werken is goed, maar de zondag houden ze vrij.

20. Calvinisten zijn gehoorzame burgers, maar als de overheid tegen het rechtvaardigheidsgevoel handelt, dan komt de calvinist in opstand.

21. Ze lenen geld niet graag: eerst sparen, dan uitgeven.

22. Een calvinist mag best genieten van seks.

23. Ze zijn liever beheerst (opanowani) dan uitbundig (otwarci).

24. Calvinisten bekijken zijn eigen doen en laten (poczynania) kritisch - zelfkritiek en zelfondervraging bevordert het individualisme.

25. Ze verdoen geen tijd aan nutteloze activiteiten en ander leeg tijdverdrijf.

De belangrijkste kenmerken:

1. Rationaliteit

2. Bijbelkennis

3. Betrouwbaarheid

4. Geen leugens, geen uitzondering op regels

5. Hardwerken, maar met vrije zondag

6. Ingetogenheid en zelfbeheersing

7. Geen egoïsme

8. Respect voor de overheid

9. Soberheid, geld sparen

10. Zelfkritiek en zelfondervraging

---