4. De Middeleeuwse mystiek
Over Mystiek:
het proces waardoor de mens probeerd god te bereiken is belangrijker dan het berijken op zich (immers is dit tijdens het leven op aarde niet mogelijk!)
tegenovergestelde van scholastiek
verbonden met begijnen (beweging)
begijn: a) al - biegen - ses = ketter, b) beggen = mompelen, c) beguitate = op gezegende wijze, c) beige - kleur van hun kleren
heeft min of meer aanleiding gegeven tot het ontstaan van devotio moderna
Twee belangrijkste mystici = Hadewijch en Jan van Ruusbroeck (1293 - 1381)
Hadewijch:
biografisch:
geboren (hoogstwaarschijnlijk) in Antwerpen
van adelijke afkomst
goed opgeleid
was een begijn
geloofde in exemplarisme (sluit aan bij Augustinus)
exemplarisme = de leer van ons oerbeeldelijk zijn in god, waarnaar het bestaan in de tijd geschapen wordt
werken ontstonden tussen 1240 en 1260
^ Visioenen, Brieven, Strofische Gedichten
nieuwe “techniek” in de literatuur = proza
brieven (31)
de brieven van H. waren de eerste proza - werken
daarmee introduceerde ze ook een nieuw `genre' - epistolaire literatuur
visioenen (14)
vertegenwoordigen de mystiek bij Hadewijch
strofische gedichten
1ste welbewuste bundel poezie in het Nederlands
om de lezer beter te kunnen aanspreken/bereiken heeft ze gebruik gemaakt van de hoofse traditie
natuureingang (zoals bij Van Veldeke) om voor de stemming te zorgen
sluit bij Provencaalse (= Occitaanse) troubadours aan
anders dan bij Veldeke en troubadours - Hadewijch focust alleen op MINNE (= bij H. GOD)
Ruusbroeck:
biografisch:
geboren in Ruusbroeck (dorp nabij Brussel)
1293 - 1381
heeft de abdij in Groenendal opgericht en was daar prior tot zijn dood.
oevre:
12 teologisch - mystische traktaten
belangrijkste werk: Die Chierheit der Gheesteliker Brulocht
presenteert een systematisch opgebouwde, geordend levensfilosofie
affirmatie van de mens en het leven
Vergelijking:
1) Hadewijch = `geheel unieke, primair hartstochtelijk minnende persoonlijkheid'
`extatische verrukking, (...) smartelijke terneergeslagenheid'
Ruusbroeck = `een rustige kathedralenbouwer' (let op - figuurlijk!!!:P)
2) Hadewijch = `hartstochtelijke bewogenheid die, naast haar artistieke begaafdheid, Hadewijch tot de grootste lyrische dichteres van de middeleeuwen maakte'
Ruusbroeck = `geen stilist van geniale begaafdheid, als Hadewijch; geen tovenaar met de taal als zij; zijn natuurlijke stilistische vermogens waren geringer'
3) Hadewijch = spontaan
Ruusbroeck = didactisch
4) Hadewijch = dichteres
Ruusbroeck = teoloog
Hadewijch >< Duitse mystici
Hadewijch = rationeel element
Duitse mystici = -
Over Ruusbroeck en Hadewijch:
http://www.dbnl.org/tekst/knuv001hand01_01/knuv001hand01_01_0016.htm