Inbouwvoorschrift

F O R D KA

RHD

1.3 i

265000-757
15-04-03

INBOUWVOORSCHRIFT
ELECTRISCH AANSLUITSCHEMA

Merk :

Ford - RHD

Instr. no

:

265000-757

Type :

KA 1.3i

Blad no :

1/8 Motorset no : 260100-612

MO

N

IO

-

DIA

G

NO

S

IS

M

AP-

SE

N

S

O

R

C

B

A

PO

W

E

R

+

3

0

EN

G

IN

E

GR

OU

N

D

BN

/B

YE

GN

TA

N

K

CO

NNE

CT

IO

NS

BN

PR

ES

SU

R

E

SE

N

S

O

R

BN

RE

G

U

L

A

T

O

R

BO

D

Y

GR

OU

N

D

BN

/B

RD

G

S

I-

INJ

E

CT

O

R

S

G

S

I-

INJ

E

CT

O

R

S

EC

M

CO

NNE

CT

O

R

S

RD/

B

CA

M

S

HA

F

T

S

IG

N

A

L

BN

GN

IN

T

E

RRUP

T

IO

N

P

E

TR

O

L

-I

N

J

E

C

TO

R

S

C

Y

L.

4 -

GY

/G

N

C

Y

L.

3

-

GY

/B

U

C

Y

L.

2

-

GY

/R

D

CY

L

.2

-RD

WH

BN

/W

H

PU

PO

W

E

R

+

1

5

C

R

A

N

K

SH

AF

T

SIG

N

AL

L

A

M

B

DA

S

E

NS

O

R

L

A

M

B

DA

G

R

O

UND

13

5

16

3

10

12

15

8

14

6

1

11

2

5

6

4

3

1

23

86

75

-0

2

7

CA

M

S

HA

F

T

M

O

DUL

E

-

5

8

X

23

80

02

-046

GN

7

4

9

BN

P

U

C

Y

L.

1-

P

U

CY

L

.3

-Y

E

C

Y

L.

1 -

GY

/Y

E

C

Y

L.

4-

G

Y

FU

E

L

S

E

L

E

C

T

O

R

SW

IT

C

H

s

F

BN

/B

RD/

Y

E

B/

GY

GN

RD/

B

2

8

4

M

O

DUL

E

23

80

02

-064

M

O

DUL

E

23

80

02

-0

6

6

H

G

E

F

D

C

B

J

B

A

K

A

6

5

4

3

2

1

B

F

ED

C

H

G

-

Demonteer de luchtaanzuigslang met
luchtfilter, het complete smoorklephuis
met toebehoren en de vacuumslangen die
gekoppeld zijn aan het inlaatspruitstuk.

- Demonteer het inlaatspruitstuk. Neem de

benzinegalerij weg op het moment dat het
spruitstuk weggekanteld wordt. Zorg voor
goed passende sleutels, zodat de bout-
koppen niet kunnen beschadigen!

-

Monteer de boormal 241505-303 m.b.v 2
M8-bouten tegen flens van het inlaatspruit-
stuk. Boor alle gaten Ø 8 mm. Zie fig.1.
Gebruik bij het boren een boorbus in de
boormal.

-

Monteer de injectorhouders in de haakse
invoernippels. Monteer de haakse invoer-
nippels, de CU-tussenringen met daartus-
sen de O-ringen op het spruitstuk. Zie fig.2.
Monteer de nippels en houders met een
afdichtend borgmiddel. NB. Monteer de in-
jectorbout m.b.v. een binder aan de bin-
nenzijde in het inlaatspruitstuk. Zie fig.3.
Reinig het spuitstuk.

-

Lengte injectorslangen:cil.1- 40cm, cil.2/3-
35cm, cil. 4-25 cm. Monteer de slangen op
de injectoren.

-

Monteer de injectoren op de injectorhou-
ders. Gebruik olie bij de montage van de
injectoren om te voorkomen dat de O-rin-
gen in de nippels beschadigen. Leg de in-
jectorslangen langs de inlaatbuizen naar
voor. Zet de slangen vast met binders. Zie
fig.4.

-

Monteer het voorgemonteerde inlaatspruit-
stuk. Gebruik een nieuwe inlaatspruitstuk-
pakking indien deze beschadigd is.

AANWIJZING VOOR DE MONTAGE
VAN DE INJECTOREN

Merk :

Ford - RHD

Instr. no

:

265000-757

Type :

KA 1.3i

Blad no :

2/8 Motorset no : 260100-612

æ

fig. 3.

241505-303

Ø 8 mm

æ

fig. 1.

fig. 2.

æ

fig. 4.

INBOUWVOORSCHRIFT
MOTORSET

Merk :

Ford - RHD

Instr. no

:

265000-757

Type :

KA 1.3i

Blad no

:

3/8 Motorset no : 260100-612

-

Verdamper/drukregelaar. Demonteer het
beluchtingsfilter van de versnellingsbak.
Monteer deze m.b.v. de steun (244304-
109) tegen de achterzijde van de accu-
bak. Zie fig.5. Monteer de steun (244305-
500) met 2 M6-bouten en veerringen te-
gen de binnenzijde van het linker binnen-
scherm. Zie fig 6.

-

Monteer de haakse waternippels en de
LPG-afsluiter met een haakse invoernip-
pel in de regelaar. Let op de juiste stand
van de haakse waternippels. Zie fig. 6.
Gebruik voor de afdichting Omnifit H50.
Monteer de regelaar op de regelaarsteun
(244305-485). Bevestig deze steun met
M6-bouten en veerringen op de steun die
reeds tegen het binnenscherm gemon-
teerd is.

-

Vacuumaansluiting. Boor in de flens van
het smoorklephuis 2 gaten Ø 7 mm en tap
schroefdraad M8 x 1. Zie fig. 7. Monteer de
vacuumnippels met een afdichtend borg-
middel. Sluit de vacuumnippels aan op de
regelaar en de MAP-sensor.

-

Splitter. Maak de injectorslangen op de
juiste lengte en bevestig deze op de split-
ter. Sluit de splitter aan op de uitvoernippel
van de regelaar. Zie fig. 8. Voer de 16mm-
gasslang onderlangs de rembooster naar
de rege-laar. Leg alle slangen vast met bin-
ders.

æ

á

á

fig. 6.

244304-108

fig. 5.

244305-500

fig. 8.

vacuumnipples

splitter

fig. 7.

INBOUWVOORSCHRIFT
MOTORSET

Merk :

Ford - RHD

Instr. no

:

265000-757

Type :

KA 1.3i

Blad no :

4/8 Motorset no : 260100-612

-

MAP-sensor. Neem de lambdasonde-con-
nector los. Monteer de MAP-sensor met
houder met een bestaande bout tegen de
rand van het schutbord. Zie fig. 9. Sluit de
vacuumslang aan op de MAP-sensor.

-

ECM en modules. Monteer de ECM-steun
(244304-706) aan de rechterzijde tegen
het schutbord. Monteer de module -.064
met een bout M6 en de ECM m.b.v.
spreidmoeren en plaatschroeven op de
steun. Monteer de hulpsteun (244304-
688) aan de linkerzijde op de ECM. Mon-
teer daarna de modules -046 en -066 op
hulpsteun. Zie fig. 10.

-

Wateraansluitingen. Onderbreek de linker
kachelslang bij de verbindingsnippel. Mon-
teer de by-pass nippel (16-10-10-16). Sluit
de nippel aan op de wateraansluitingen
van de regelaar. Zie fig.11.

-

LPG-leiding. Leg de LPG-leiding vanaf de
regelaar over de chassisbalk naar naar de
appendagekast van de autogastank.

æ

fig. 9.

MAP

by-pass

fig. 11.

æ

fig. 10.

æ

244304-706

æ

.064

ECM

æ

.066+ .046

INBOUWVOORSCHRIFT
ELECTRISCH AANSLUITSCHEMA

Merk :

Ford - RHD

Instr. no

:

265000-757

Type :

KA 1.3i

Blad no :

5/8 Motorset no : 260100-612

2.

Schakelaar. De brandstofkeuzeschakelaar
met inhoudsindicator wordt aan de rech-
terzijde in het dashboard gemonteerd.
Plaats de bedrading in de juiste posities -
overeenkomstige draadkleuren- in de con-
traconnector van de schakelaar. Zie fig.
13/14. Plaats de connector op de schake-
laar.

7.

MAP-sensor. Monteer de MAP-sensor met
houder tegen het schutbord Zie fig. 14.
Sluit de groene 3-polige connector aan op
de MAP-sensor.

3-4.ECM en modules. Monteer de complete

voorgemonteerde steun tegen het schut-
bord. Zie fig. 11. Plaats de connectoren in
de ECM en op de modules.

1.

Kabeldoorvoer. Gebruik voor de kabeldoor-
voer het doorvoerrubber achter de linker
veerpoot. Knip een tule van het doorvoer-
rubber af. Zie fig. 12. Voer de draadbundel
t.b.v. de schakelaar en (groen/zwarte)
draad van de +15-voeding vanuit de mo-
torruimte naar binnen. Werk de kabeldoor-
voer na de inbouw waterdicht af.

6.

Motormassa. De bruine massadraden
met kabeloog worden gemonteerd op het
massapunt aan de achterzijde van de mo-
tor, naast de oliepeilstok.

5.

Carrosseriemassa. De bruin/zwarte massa-
draad met kabeloog wordt gemonteerd op
het massapunt boven de linker koplamp.

SCHAKELAAR

s

F

BN/B

RD/YE

B/GY

GN

RD/B

fig. 14.

2.

æ

fig. 12

.

fig. 13.

INBOUWVOORSCHRIFT
ELECTRISCH AANSLUITSCHEMA

10. Lambdasignaal. De signaaldraden aan-

sluiten bij de lambdasondeconnector, cen-
traal op het schutbord. Zie fig. 17. De witte
draad aansluiten op de zwarte draad. De
bruin/witte draad op de grijze draad.

11. Nokkenassignaal. De signaaldraden aan

sluiten bij de nokkenasconnector rechts
op het kleppendeksel. Zie fig. 18. De paar-
se draad op pos.1-paars/wit; bruin/paars
op pos.2-bruin/wit

12. Krukassignaal. De signaaldraden aanslui-

ten in de kabelbundel bij de linker veer-
poot. Zie fig. 19. Maak de kabelbundel
open. De groene draad op bruin/rood;
bruin/groene op pos.1-wit/rood.

8.

Voeding. De voedingsdraad (+15) aanslui-
ten aan de onderzijde van de zekeringkast
aan de rechterzijde van het dashboard.
Sluit de groen/zwarte draad aan op de
paarse draad. Zie fig.15. De rode voe-
dingsdraad (+30) met een kabeloog aan-
sluiten op de accu +pool. Zie fig.16. Plaats
de zekeringen in de houders (+30=7,5A,
+15=3A). Plaats deze samen met de Mo-
nio-connector onder de afdekkap van de
accupool.

9.

Injectoronderbreking. Neem de connecto-
ren van de benzine-injectoren los. Sluit de
connectoren van de GSI-kabelboom aan
op de benzine-injectoren; de bijbehorende
contra-connectoren richting ECU. Monteer
de kabelgoot en leg deze vast met bin-
ders.

Merk :

Ford - RHD

Instr. no

:

265000-757

Type :

KA 1.3i

Blad no

:

6/8 Motorset no : 260100-612

á

12

á

á

æ

11

fig. 17.

fig. 16.

fig. 19.

fig. 18.

á

10

æ

+15

+30

fig. 15.

gr

LPG-
TANKZENDER

AFNAMEKRAAN

MASSA

b r z w

ge

AANSLUITINGEN IN
APPENDAGEKAST

fig. 21.

Controle / afstelling:

1/ Als de inbouw gereed is de gehele autogasinstallatie
op lekkages controleren !
2/ Stel de werkdrukken van de verdamper/drukregelaar
af als de motor op bedrijfstemperatuur is:
1e trap : 1400 mbar
2e trap : 1000 mbar

Let op, punt 1 en 2 dienen altijd direct na inbouw van de
autogasinstallatie uitgevoerd te worden. Ook als de
auto de eerste kilometers op benzine ingereden zal
worden.

INBOUWVOORSCHRIFT
ELECTRISCH AANSLUITSCHEMA

Merk :

Ford - RHD

Instr. no

:

265000-757

Type :

KA 1.3i

Blad no :

7/8 Motorset no : 260100-612

13. Verdamper. Op de autogasafsluiter wordt

de 2-polige steker met gele en bruin/zwar-
te draad aangesloten. De andere connec-
tor aansluiten op de temperatuursensor.

14. Druksensor. De 3-polige steker wordt

aangesloten op de druksensor op de GSI-
splitter.

15. GSI-injectoren. Plaats de kabelmarkers -

voor cil.1 t/m cil.4- op de bedrading van
de betreffende GSI-injector. Sluit de 4
connectors aan op de GSI-injectoren. Let
op dat connectors met de juiste draad-
kleuren (en nummers) worden aangeslo-
ten op de aangegeven cilinders. Zie tabel
fig. 19.

16. Appendagekast. De 3-aderige kabelbun-

del met groene, gele en de bruin/zwarte
draad met de afnameleiding mee naar de
appendagekast leggen en aansluiten op
de afnamekraan (geel), de tankzender
(groen) en massa (bruin/zwart). Zie fig.20.

draadkleur

cilinder

GSI-injector

nr.

1-grijs/geel

à

cil. 1

2-grijs rood

à

cil. 2

3-grijs/blauw

à

cil. 3

4-grijs/groen

à

cil. 4

fig. 20.

ELECTRISCH SCHEMA

Merk :

Ford - RHD

Instr. no

:

265000-757

Type :

KA 1.3i

Blad no

:

8/8 Motorset no : 260100-612

K

35

M

28

K

10

K

54

K

18

K

1

K

17

K

64

K

34

K

6

K

11

M

16

M

8

M

48

M

41

M

39

M

32

M

36

M

24

M

22

M

11

M

37

M

38

K

52

M 26

M

12

M

29

K

H

G

E

F

D

C

B

J

A

3

B

6

5

2C

F

D

1

E4

1

2

1

2

1

2

1

2

1

2

1

2

1

2

1

2

M

5

M

26

1

5

6

4

3

2

M

21