Discriminatie-index
Dit geeft een ruwe aanwijzing van de performantie van elk onderdeel. Deze index wordt berekend door het aantal leerlingen te tellen die scoren in het hoogste derde deel van deze test voor elke vraag en dit getal te delen door het aantal leerlingen die in het onderste derde deel scoorden.
Als bijvoorbeeld 30 leerlingen de test gemaakt hebben, dan zouden er telkens 10 leerlingen in het bovenste derde en 10 leerlingen in het onderste derde zijn. Als, op onderdeel #1, 9 van de beste leerlingen het juist hebben, maar slechts 3 van het zwakste derde het juist zouden hebben, dan zal de discriminatie-index 9/2=3,0 zijn. De getallen tussen haakjes zijn: (bovenste derde juiste antwoorden/onderste derde juiste antwoorden).
Een index kleiner dan 1,0 betekent dat meer zwakke dan sterke leerlingen het onderdeel juist hebben. Zulke testonderdelen zouden als waardeloos beschouwd moeten worden. Zij verminderen de juistheid van het totaal cijfer van de test.
Als geen enkele zwakke leerling het onderdeel juist heeft, zal de noemer 0 worden, wat zou resulteren in oneindig. Het programma vervangt dit door een '10' voor al deze onderdelen.