393 driehonderd drleennegentig
2 Toen ik thuis kwam, merkte ik dat u er me maar vijf gegeven had. Hoe komt dat ?
3 Marktvrouw : Wel, mevrouw, een ervan
was bedorven (2). ,+
4 Ik was zo vrij (3) hem voor u weg te gooien.
Een bekende zoon
5 De beroemde componist Arnold
Schónberg kreeg eens bezoek van een vriend.
6 Beiden (4) wandelden door de straten van de kleine stad.
7 Veel kinderen, die ze tegenkwamen, groetten Schónberg eerbiedig (5).
8 De vriend kwam onder de indruk en zei :
9 - Het is duidelijk, Arnold, dat je een
oeroemd man bent. Zelfs de kinderen kennen je.
10 - Ja, antwoordde Schónberg, mijn zoon is doelman (6) in de voetbalploeg !
UITSPRAAK
2 tuis
4 vwas‘soo ... hgooiE:n
5 kompoonist arnolt sheunberHG [a German name]... b:zoek‘fan 9 duid l:k
2 When I arrived home, I noticed that you had only given me five. How did that happen?
3 Market woman: Weil. Madam, one of them was rotten.
4 I took the liberty of throwing it away for you.
A well-known son
5 The famous composer Arnold Schónberg received a visit once from a friend.
6 Both were walking through the streets of the smali city.
7 Many children, whom they met, greeted Schónberg respectfully.
8 The friend was impressed and said;
9 — lt's obvious, Arnold, that you're a famous man.
Even the children know you.
10 — Yes, answered Shónberg, my son is goal-keeper for the football team.
OPMERKINGEN
(2) Hij heeft alles bedorzen: He has spoiled everything. Ik wil uw zreugde niet bederzen I don't want to spoił your joy. Ze zerwennen dal kind te zeel: They spoił that child too much.
(3) Ik ben zo vrij U te schrijven om . . . : I take the liberty of writing you to ... Ze zijn zrij zan zorgen: They are free of cares.
(4) The -n is added because beiden refers to people.
(5) Groeten: to greet. Notice the double t in the past tense. De groet: the greeting. Doe de groeten thuis: Give (do the) greetings [to everyone] at home. De eerbied: the respect. Ik heb het uit eerbied voor hem gedaan: I did it out of respect for him. Hij heett eerbied voor niemand: He has respect for
(6) Het doel: target, goal, objective, purpose. Het doeleinde: end. purpose. Doeleinden is used as plural for doel when the meaning is figurative. Doelen is the plural form for concrete objects and in reference to sports.
83'" LES