Urok12 otvety


Урок 12

УПРАЖНЕНИЯ

8 1 Sommigen horen het verschil tussen Hollands en Vlaams, anderen niet.

2 Неt is nu niet meer de moeite (waard).

3 Is uw loon afhankelijk van de kwaliteit van 0x08 graphic
het werk?

4 In feite is dat een gevaarlijke gewoonte.

5 Sinds wanneer heb je een baan op de beurs?

6 Hoeveel Nederlandse liedjes kennen jullie?

7 Deze brug is niet veilig, er zit een enorm gat in.

8 Tijdens de les gaat het meestal niet over politiek.

9 De veranderingen op dit gebied zijn ongelooflijk groot.

10 Zo te zien zijn deze regels niet helemaal duidelijk.

11 Wij zitten hoe dan ook tussen twee vuren.

12 Ze snapten al deze voorbeelden direct.

13 Hеb je al hooi voor de geit gehaald?

14 Die blondine met haar rode wangetjes en oranje handtasje lijkt op je tante. 15 Wе handelen vrijwel helemaal onafhankelijk van onze chefs, maar wel volgens de wet.

16 Noem je dit werkelijk een min of meer moderne maatschappij?

17 Wat een geluk voor je dat dit mijn enige wapen is.

18 Нet valt iedereen op dat ik sinds oktober geen ring meer draag.

19 Eerst was er geen enkel gevaar, maar plotseling zag hij de oneerlijke kerel met het mes.

20 Laten we op dit veld het geweld vergeten.

21 De kans dat er een ongeluk gebeurt is te groot.

22 Hier zijn de gegevens over de economische verhoudingen.

23 Bij de douane moest ik al mijn bagage laten zien.

24 Wat lief van je dat je mijn koffers draagt.

25 God zal u helpen.

14 1 De aardappels worden door moeder gekookt.

2 De burgemeester wordt door ons gekozen.

3 De tekst wordt door de leraar uitgelegd.

4 Die woorden worden door de studenten niet vertaald.

5 Die boeken worden zelden door Nederlanders gelezen.

19 1 Er werd besloten te wachten.

2 Er wordt volgens mij gebeld.

3 Er wordt niet opengedaan.

4 Er werd niet geantwoord op onze brieven.

5 Er wordt om zes uur gegeten.

6 Er wordt weinig gesproken.

7 Er wordt veel gelachen op deze feestjes.

8 Er wordt veel gefietst op die eilanden.

9 Er wordt van alles over hem verteld.

10 Er werd daar erg veel gegeten en gedronken.

21 1 Er/Hier/Daar werd om gelachen.

2 Er/Hier/Daar werd voor bedankt.

3 Er/ Hier/Daar werd niet naar geluisterd.

4 Er/Hier/Daar werd goed voor gezorgd.

5 Er/Hier/Daar werd nooit over gesproken.

6 Er/Hier/Daar werd mee gespeeld.

7 Er/Hier/Daar werden medicijnen tegen gegeven.

25 1 Helaas kon hij hier niet voor worden gewaarschuwd.

2 Er werd opgemerkt dat die huizen helemaal niet moeten worden afgebroken.

3 Soms worden er heel goedkope reisjes naar het buitenland aangeboden.

4 Op de beurs wordt soms enorm veel geld verloren.

5 De was wordt in de tuin opgehangen.

6 Vandaag werd er prachtig gezongen in de kerk.

7 Kunnen deze regels niet worden veranderd?

8 Daar wordt naar verlangd.

9 Door wie werd u trouwens voorgesteld?

10 In de negentiende eeuw moest de stad worden uitgebreid.

11 Als ons zoiets werd aan­geboden, zouden we niet worden begrepen.

12 Worden de studenten echt door hun professoren geslagen? Dat zou moeten worden verboden.

26 `Waarin verschilt de mensengeest van Gods geest?' `De laatste is sinds lang verdwenen van de aarde, de eerste is soms gevaarlijk, we moeten ervoor oppassen. Bovendien kan de eerste worden gebroken door de laatste.' `Kan de laatste dan volgens jou niet worden gebroken door de eerste? Ik moet bekennen dat het me zou verbazen als God bestaat of ooit bestaan heeft. Dat kan ik me onmogelijk voorstellen, volgens mij is dat gewoon onzin.' `Toch hoop ik dat je ongelijk hebt.'

27 1a. Die Belgen werden pas binnengelaten in het hotel toen de Fransen waren begonnen met de lunch. б. Het feestje was allang begonnen, toen zijn ouders verschenen met dit schitterende cadeau. в. Op vijftien september werd met de 0x08 graphic
nieuwe oefeningen begonnen, zodat jouw zwager te laat was.

2a. De bordjes braken niet eens toen de generaal ze op de grond liet vallen. б. Mijn buurman heeft zijn elleboog gebroken toen hij een jaar of twaalf was en bracht om die reden meer dan een maand in een ziekenhuis door. в. 's Winters worden hier heel wat polsen, knieën en enkels gebroken.

3a. Deze kaart van Vlaanderen moet zo snel mogelijk worden opgehangen in de studeerkamer van de directeur. б. Overal langs de weg hangen zwart-blauwe lichamen van boeren en soldaten. Wat een vreselijk schilderij! в. Waarom hang je je jas en hoed niet in de kast?

4a. Ik weet niet of deze groente moet worden gekookt of gebakken. б. Is je broer van plan dit vlees te koken? в. Als de melk had gekookt, zou hij niet zo lekker zijn geweest.

5a. Heeft iemand je weer geslagen? Arme jongen, kom maar hier. б. Deze klok slaat elk half uur.

6a. Sinds hij kapitein is geworden is hij inderdaad erg veranderd. б. Kunnen deze gekke plannen werkelijk niet worden veranderd? в. Deze man heeft namelijk het gezicht van zijn fabriek veranderd.

7a. Ik kan mijn hond niet aan aardappelen laten wennen. б. We zijn allang aan zulk eten ge­wend.

36 1 Waarom slaan ze elkaar?

2 Ze geven elkaar het slechte voorbeeld.

3 Het is of zij alleen voor elkaar bestaan.

4 Deze kinderen verschillen bijna niet van elkaar.

5 Onze voorouders waren afhankelijker van elkaar dan wij.

37 1 Ze lijken erg op elkaar, al hun gewoontes zijn hetzelfde.

2 Natuurlijk hebt u helemaal niet dezelfde kwaliteiten.

3 Grappig dat we dezelfde ringen dragen.

4 Sommige gegevens zijn hetzelfde, andere helemaal niet.

5 We hebben immers allemaal dezelfde kansen?

ЗАДАНИЯ

I. Irene, EEN nichtje; Bonn, DE vroegere; en DE stad waar DE grote; al EEN paar; zij EEN taal; dan EEN `klein'; Bernhard, DE vader; Nederlands EEN soort; zou EEN Duitser; niet DE moeite; over НЕТ algemeen; Terwijl DE kans; die DE taal; met EEN specialisatie; moeite EEN goede; vinden. EEN goed; is EEN goede; kent DE grammaticaregels; op НЕТ gebied van DE Nederlandse; over DE Nederlandse; kent DE belangrijkste; dan DE Nederlanders; jaar EEN beurs.

II. 1 je moet. 2 goed tussen. 3 moeite waard. 4 eigenlijk niet. 5 er wordt ... veel over. 6 hebben hoeven. 7 we daar. 8 om hier. 9 mijn collega's helemaal niet. 10 is dat.

III. 1 Dezelfde mensen boden ons die gratis vakantie aan.

2 De Fransen braken in dezelfde tijd de oude stadsmuren af.

3 Lang niet altijd zal iedereen dezelfde dingen hetzelfde begrijpen.

4 Men kan de jassen over dezelfde stoelen hangen.

5 ... maar niemand herkende haar.

6 Men moet zo iets belangrijks over hetzelfde onderwerp toch opmerken?

7 ...dus men hoeft ze niet aan elkaar voor te stellen.

8 ...of men jullie voor hetzelfde soort boeken moet waarschuwen.

9 Eigenlijk zou men deze steden moeten uitbreiden...

10 Als jullie deze woorden niet zo vaak zouden herhalen...

11 Men zou moeten verbieden dat ouders hun kinderen slaan.

12 Tijdens dat concert zong men...

IV. 1 ...wordt door veel mensen... gebouwd.

2 Ook door de burgemeester worden jullie hartelijk gefeliciteerd.

3 Door wie wordt zij... geleid?

4 Wij worden door de geschiedenis... overvallen.

5 Er wordt hier door niemand voor geld gespeeld.

6 Hij wordt door jou... getrakteerd.

7 Еr wordt door hen... verdiend.

8 Worden deze auto's door u verhuurd?

9 Natuurlijk word ik door hem verleid.

10 Je wordt door mij niet meer gewaarschuwd.

11 Wordt hij vaak door zijn vrouw geslagen?

12 Kan de handel in vuurwapens dus niet verboden worden?

13 Moeten in N. bij de voor­deur de schoenen worden uitgetrokken?

V. 1 Toen werd er nog vrijwel geen televisie gekeken.

2 Eigenlijk zou er niet zo­veel moeten worden gereisd.

3 We zitten hier maar te zitten. Op wie wordt er gewacht?

4 Hoe zit het, jongens, wordt er gewerkt of geslapen?

5 Een paar jaar geleden kon er in deze zee nog worden gezwommen.

6 Natuurlijk zou er minder worden gehuild als er minder geweld was.

7 Kan er volgens jou in dit water nog vis worden gevangen?

VI. 1 Er worden fietsen verhuurd op het station van Haarlem.

2 Er worden nog helemaal geen boeken geschreven.

3 Er werden soms wandelingen heen gemaakt.

4 Er wordt weinig gedacht aan die jaren.

5 Er moeten allerlei moeilijke woorden worden uitgelegd.

6 Er zal wel nooit meer iets van hem worden gehoord.

7 Er hoeven niet zulke dingen, die toch niet zullen worden aangenomen, te worden voorgesteld.

8 Er zou geen geld zijn beloofd als het er niet was.

9 Er worden na de vakantie veel honden in het bos achtergelaten.

10 Er kan niemand worden ge­vonden door wie dit horloge zou kunnen worden gemaakt. Wat jammer!

VIII. 1 Het kind moet nog aan worden gekleed.

2 De vakantie zal... door worden gebracht.

3 De jenever... mag niet op worden gedronken.

4 Al die kranten kunnen toch niet achter worden gelaten?

5 Dat hooi zal... mee worden gebracht?

6 Er hoeft voorlopig nog niets af te worden gesproken.

7 Hier mag eigenlijk niet over mee worden gepraat.

8 Hier moet nog maar eens over na worden gedacht.

9 Onze sokken hoeven echt niet uit te worden getrokken.

10 Het feest zal... voor worden bereid.

XI. 1 Het is te hopen dat zij morgen al uit Engeland terugkomen.

2 Deze woorden zijn moeilijk, maar ze zijn te leren.

0x08 graphic
3 Het is toch niet te geloven dat er niemand naar je luistert.

4 Die wijn is niet te drinken.

5 Het was te hopen dat zij zich thuis voelde.

6 Is die krant te lezen?

7 Er is niets te verliezen, laten we het maar pro­beren.

XII. 1 Hebt u alle woorden van de eerste lessen herhaald?

2 Ik had hem niet eens herkend.

3 Gelukkig is/was zij al bijna hersteld.

4 Jammer dat ze deze kerk niet hebben herbouwd.

5 Natuurlijk hebben we opa met hem herdacht.

6 Niemand herleest die boeken.

7 Ze zouden hun woorden vast herroepen, als ze dat wisten.

8 Op zee herkreeg hij zijn gezondheid.

9 De minister heeft zijn plannen herzien.

10 Wat denk je, zullen die tradities herleven?

11 Daarna heeft de schrijver zijn stuk herzien.

XIV. 1 top worden gemerkt - te worden opgemerkt. 2 dе moeite moeite. 3 verbaast verbaasd. 4 lezen -~ hebben gelezen. 5 aan --> naar.

XV. Het is half één. Nadat ze oma's pannenkoeken hebben gegeten, zijn Klaas en Liesje in de woonkamer van E. gaan slapen. Kolja heeft hetzelfde gedaan, maar in zijn eigen kamer. Liza en oma zitten in oma's slaapkamer, waar dezelfde foto aan de muur hangt als Liesje in A. heeft gezien, en ze praten met elkaar over van alles en nog wat. Oma heeft helemaal geen slaap. Dat is te begrijpen, ze heeft van Liesje immers plotseling nieuws gehoord over haar vriendin, die bijna een halve eeuw geleden uit haar leven was verdwenen. Laten we dit gesprek afluisteren.

`Ongelooflijk!' zegt E. `Ik had niet meer gehoopt ooit nog iets van Ljoeda te horen, de kans was zo klein. Stel je eens voor, na zoveel jaar. Ze is vast en zeker erg sterk veranderd. We zouden elkaar nu misschien niet eens direct herkennen...Ongelooflijk!' herhaalt oma, zonder Liza aan te kijken, want ze 0x08 graphic
praat meer met zichzelf dan met haar kleindochter. `Goddank leeft ze nog. Ik begrijp niet hoe het mogelijk is... Ljoeda, mijn blonde vriendin, heeft een klein­dochter!'

`Waarom verbaas je je daarover, jij hebt toch ook een kleindochter,' merkt Liza op.

`Nou ja, maar ik ben oud, terwijl zij...'

`Zij is net zo oud als jij, oma.'

`Inderdaad, Liza, je hebt gelijk, maar het is moeilijk te geloven. Omdat ik haar een halve eeuw lang niet heb gezien, kan ik mij nu moeilijk voorstellen dat ze in een oude vrouw is veranderd. Als studente leek ze erg op jou, Liza, in de regel maakte zij haar huiswerk niet en schreef ze vrijwel alles van mij over. En soms werd haar huiswerk gemaakt door een of andere jongen. Want ze was enorm knap en kreeg altijd erg veel complimentjes. Ik weet zeker dat zij de mooiste van ons allemaal was... Ze had haar met de kleur van hooi, vuur in haar zwarte ogen, gaatjes voor oorringen in haar oren. Ze was geboren in O., daarom sprak ze een beetje met een accent en kon ze bijzonder mooi zingen. Toen we nog jong waren werd er altijd veel gezongen. Door te zingen voelden we ons vrijer, maar toch veilig. Want praten over sommige dingen - bijvoorbeeld over politiek of over economische problemen - was toen erg gevaarlijk. Je kon om die reden je baan kwijtraken en je loon, en zelfs je vrijheid en je leven. We moesten voortdurend oppassen. Het was verboden bezoek uit het buitenland te ontvangen. Wat raar dat dat nu allemaal kan.'

`Oma, dat is toch volkomen normaal.'

`Ja, voor jou is het normaal, jij bent een modern kind. Er bestaat een groot verschil tussen jullie en ons. Maar hoewel wij voor van alles bang waren, toch verlangden ook wij naar geluk. Luister, op een keer was er een ongelukje gebeurd en had Ljoeda haar voet/been gebroken, ze kon met moeite lopen. Daarna werd haar zware tas nog anderhalf jaar lang door een van onze jongens gedragen, alsof dat zo nodig was...'

`Ik heb een voorstel, oma,' zegt Liza. `Laten we gaan slapen. Kolja heeft me gewaarschuwd dat we morgen een zware dag hebben met onze Nederlanders. Begrijp je?'

`Ja, Liza, helaas heb je alweer gelijk. Natuurlijk heb je slaap. We zijn er niet aan gewend laat naar bed te gaan. Welterusten Liza.'

Сл.сл.: 4 het; 12 de; 15 de; 18 de; 14 het; 9 het; 2 de; 11 het; 3 de; 1 de; 6 de; 7 de; 16 de; 5 de; 17 het; 8 de; 13 het; 10 het.

52

53

54

55



Wyszukiwarka

Podobne podstrony:
Urok11 otvety
Urok14 otvety
Urok13 otvety
Urok15 otvety
GoedZo1 otvety
za derzhavu obidno voprosy i otvety pro sssr

więcej podobnych podstron