Lesbrief 27 Bellen over een cursus


Thema Informatie vragen bij een instelling
Lesbrief 27. Bellen over een cursus
Wat leert u in deze les?
q Een instelling bellen om informatie te vragen over een cursus.
q Een brochure aanvragen.
q Oefenen met het werkwoord.
q Oefenen met woorden die uit twee delen bestaan.
Veel succes!
Deze lesbrief is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DMO Amsterdam
HET GESPREK
Opdracht 1. Lees het gesprek.
Tip: Luister naar het gesprek via de website!
HET GESPREK. DEEL 1
Meneer Elmi wil graag een cursus gaan volgen. Hij belt naar een ROC.
Weet Meneer Elmi al precies welke cursus hij wil gaan doen?
Telefoniste: ROC Abdam. Goedemorgen!
Meneer Elmi: Met Elmi. Spreek ik met het opleidingscentrum?
Telefoniste: Ja, hoor, u spreekt met het ROC.
Meneer Elmi: O ja. Ik wil graag een cursus gaan doen.
Telefoniste: Wat voor cursus meneer?
Meneer Elmi: Ik weet het nog niet precies. Wat voor cursussen zijn er allemaal?
Telefoniste: O, we hebben veel verschillende cursussen en opleidingen& .
Meneer Elmi: Ja?
Telefoniste: We hebben dus cursussen Nederlandse taal, hŁ, voor buitenlanders,
NT2 dus. En er zijn programma s voor mavo, havo en vwo. En dan
natuurlijk de programma s voor het beroepsonderwijs, daar kun je voor
een vak leren en&
Meneer Elmi: Wacht even, eh& een vak leren zegt u & Zijn er cursussen waarin je
voor een vak leert, voor een beroep?
Telefoniste: Ja die zijn er. Dat zijn eigenlijk opleidingen. Die duren meestal wat
langer.
Meneer Elmi: O! Kunt u daar iets meer over vertellen?
Telefoniste: Nou, er zijn opleidingen voor de handel, techniek, horeca, ICT&
Meneer Elmi: ICT?
Telefoniste: Ja, Informatie en Communicatie Technologie, hŁ, werken met
computers.
Meneer Elmi: O, ik zou graag met computers willen werken.
Telefoniste: Nou, dat kan. Er is een vakopleiding ICT. Maar er is ook een korte
cursus  Omgaan met de computer . Die is voor beginners.
Meneer Elmi: Kunt u daar iets meer over vertellen, over die cursus?
2
Lesbrieven ITTA 2010
DE WOORDEN
Opdracht 2. Lees de woorden.
Zoek deze woorden op in het gesprek op pagina 2. Zet er een streep onder.
Tip: U kunt de woorden ook beluisteren via de radioles op internet.
De opleiding
In een opleiding leer je voor een vak of beroep.
Voorbeeld: Ka-Ping wil graag kapper worden. Hij gaat de kappersopleiding doen.
Verschillende
Als iets verschillend is, dan is het niet hetzelfde.
Voorbeeld: De kinderen komen uit verschillende landen, uit Somali, China, Marokko,
Nederland en Turkije.
Het programma
In een programma vind je wat er gaat gebeuren.
Voorbeeld: Wat is het programma van deze les? We luisteren eerst naar een gesprek, dan
doen we de woorden en daarna een oefening.
Het beroep
Je beroep is het werk dat je doet.
Voorbeeld: Wat is het beroep van Safiya? Zij is tandarts.
Het vak
Je vak is een beroep waar je voor geleerd hebt en waar je geld mee verdient. Timmerman,
automonteur, tandarts zijn vakken.
Voorbeeld: In zijn eigen land was Kojo automonteur. Hij wil zijn vak ook in Nederland gaan
doen.
De handel
Handel is het kopen en verkopen van dingen, van producten.
Voorbeeld: Hasan heeft een handel in auto s. Hij koopt auto s en verkoopt ze weer.
De techniek
Techniek is het bedenken en maken van machines, apparaten, enzovoort.
Voorbeeld: Yusuf wil leren hoe je auto s moet maken. Hij gaat een opleiding
autotechniek doen.
ICT
ICT is Informatie en Communicatie Technologie.
Voorbeeld: Jade gaat een ICT-opleiding doen, want zij vindt het leuk
om met computers te werken.
TIP WOORDEN LEREN
- Het is belangrijk om veel woorden te leren.
- Een goede manier om woorden te leren is om woorden te onthouden in een zin.
VRAGEN BIJ HET GESPREK
3
Lesbrieven ITTA 2010
Opdracht 3. Is de zin goed of fout? Zet een kruisje.
Goed Fout
1.
Het ROC belt meneer Elmi.
2.
Meneer Elmi wil 2 cursussen doen.
3.
Meneer Elmi wil meer informatie over
opleidingen.
4.
Het ROC vertelt dat er opleidingen zijn
voor kinderverzorgster en kapper.
5.
Meneer Elmi wil meer informatie over
een ICT-cursus voor beginners.
Bekijk de antwoorden op p. 21.
HET GESPREK
4
Lesbrieven ITTA 2010
Opdracht 4. Lees het gesprek.
Tip: Luister naar het gesprek via de website!
HET GESPREK. DEEL 2
De telefoniste en meneer Elmi praten verder. Gaat de telefoniste een brochure naar
meneer Elmi sturen?
Telefoniste: Zal ik u een brochure toesturen? Daar staat het allemaal in.
Meneer Elmi: Ja, graag. Maar ik heb nog een vraag. Weet u, ik werk overdag. Is het
mogelijk om  s avonds of in het weekend&
Telefoniste: In het weekend niet, maar er zijn wel avondcurssen.
Meneer Elmi: En wanneer beginnen de cursussen?
Telefoniste: In september starten de programma s. Sommige beginnen ook in
februari.
Meneer Elmi: Dan kan ik dus in september al beginnen?
Telefoniste: Dat weet ik niet. Sommige cursussen hebben een wachtlijst.
Meneer Elmi: O ja. En hoe duur zijn de cursussen?
Telefoniste: Het hangt van de cursus af.
Maar zal ik u de brochure toesturen? Daarin vindt u veel informatie.
Meneer Elmi: Graag
Telefoniste: Dan ga ik even uw naam en adres noteren.
Meneer Elmi: Ja.
Telefoniste: Uw naam is?
Meneer Elmi: Elmi, Abdullah Elmi.
Telefoniste: En uw adres, Meneer Elmi?
Meneer Elmi: Mussenstraat 14 drie hoog.
Telefoniste: Veertig of veertien?
Telefoniste: Veertien.
Telefoniste: En de postcode?
Meneer Elmi: 1065 XY in Abdam.
Telefoniste: Mooi, ik heb het genoteerd.
Meneer Elmi: Wanneer krijg ik de brochure dan?
Telefoniste: Nou, ik denk dat dit vandaag nog met de post meegaat. Dus misschien
morgen, of anders overmorgen.
Meneer Elmi: Prima.
Telefoniste: Succes met alles, hŁ?
Meneer Elmi: Ja, bedankt.
5
Lesbrieven ITTA 2010
DE WOORDEN
Opdracht 5. Lees de woorden.
Zoek deze woorden op in het gesprek op pagina 5. Zet er een streep onder.
Tip: U kunt de woorden ook beluisteren via de radioles op internet.
De brochure
Een brochure is een soort boekje. Er staat informatie of reclame in.
Voorbeeld: Ik wil iets meer weten over de opleiding. Kunt u mij een brochure toesturen?
Overdag
Overdag is: als het dag is, dus niet  s nachts.
Voorbeeld: Overdag werk ik,  s nachts slaap ik.
 t Hangt ervan af
 t Hangt ervan af is: het verschilt. Als het van de winkel afhangt hoe duur fruit is, dan is
fruit in de ene winkel niet zo duur als in de andere. De prijs verschilt.
Voorbeeld:  Gaan we met de auto of met de fiets?  Dat hangt ervan af. Als het mooi weer
is, gaan we met de fiets. Als het regent, nemen we de auto.
De post
De post brengt en haalt briefjes en pakjes.
Voorbeeld: Als je de brief voor zes uur op de bus doet, gaat hij vandaag nog mee met de post.
Dan is hij er morgen.
6
Lesbrieven ITTA 2010
VRAGEN BIJ HET GESPREK
Opdracht 6. Is de zin goed of fout? Zet een kruisje.
Goed Fout
1.
Meneer Elmi kan ook in het weekend een
cursus volgen.
2.
Alle cursussen beginnen in september.
3.
Alle cursussen zijn even duur.
4.
De telefoniste stuurt Meneer Elmi een
brochure.
5.
Meneer Elmi krijgt de brochure snel.
Bekijk de antwoorden op p. 21.
7
Lesbrieven ITTA 2010
Samenvatting
Lees of beluister het hele gesprek nog een keer. Wat wordt er gezegd?
Schrijf in vijf zinnen op waar het gesprek over gaat.
Let op: schrijf dus alleen het belangrijkste op!
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
Bekijk de antwoorden op p. 21.
8
Lesbrieven ITTA 2010
GRAMMATICA
Opdracht 7. Meervoud.
In les 8 ging het over het meervoud van het werkwoord. Bijvoorbeeld:
ik werk  wij werken
ik loop  wij lopen
ik bel  wij bellen
Deze oefening gaat over jij en u, hij en zij. Als je praat over jij en u, hij en zij, komt er
een -T achter het werkwoord.
Een paar voorbeelden:
Ik werk, jij werkt, u werkt, hij werkt, zij werkt.
Ik loop, jij loopt, u loopt, hij loopt, zij loopt.
Oefen nu met de zinnen, vul het goede woord in!
1. Ik vraag en u & & & & & & & & & & & & & & & .
2. Ik bel en jij & & & & & & & & & & & & & & & .
3. Ik verkoop en hij & & & & & & & & & & & & & & & .
4. Ik geef informatie en zij & & & & & & & & & & & & & & & .
5. Ik begin en jij & & & & & & & & & & & & & & & .
6. Ik luister en u & & & & & & & & & & & & & & & .
7. Ik vertel en meneer Wong & & & & & & & & & & & & & & & .
8. Ik leer Nederlands en Yukie & & & & & & & & & & & & & & & .
Bekijk de antwoorden op p. 21.
9
Lesbrieven ITTA 2010
SPREKEN
Opdracht 8
Geef antwoord op de vragen. Lees het hele gesprek nog een keer. Speel het
na. Uw taalvriend is de telefoniste. U geeft antwoord.
1. Waarvoor belt u?
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
2. Waarover wilt u informatie?
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
3. Wat kan ik voor u doen?
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
4. Wat is uw adres?
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
5. Welke cursus wilt u volgen?
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
6. Kan ik u een brochure sturen?
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
10
Lesbrieven ITTA 2010
SCHRIJVEN
Opdracht 9. Vul de woorden in.
Weet u het nog?
Sommige woorden bestaan uit twee andere woorden. Kijk maar.
- Een pauze om te lunchen is een Lunch-pauze.
- Kleding om in te werken is: Werk-kleding.
Twee woorden zijn dus samen n nieuw woord.
Maak nu zelf een lang woord. Kijk eerst naar het voorbeeld.
Een centrum voor opleidingen is een opleidingscentrum
Nu zelf. Doe mee.
Een cursus waarin je taal leert is een& & & & & & & & & & & & & & & & & &
Een opleiding waarin je een vak leert is een& & & & & & & & & & & & & & & .
Een cursus die je  s avonds volgt is een & & & & & & & & & & & & & & & & &
Een lijst waarop je komt als je moet wachten is een& & & & & & & & & & & & ..
Een code voor de post is een& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & ..
Toeslag voor je huur is& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
Een bewijs dat je urgent bent voor een woning is een & & & & & & & & & & & &
In een winkel heet de afdeling voor groente en fruit de& & & & & & & & & & & ..
Een kaart voor afspraken is een & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & ..
Bekijk de antwoorden op p. 22.
11
Lesbrieven ITTA 2010
DE WOORDEN
Opdracht 10. Zoek de woorden?
Hieronder staan allemaal woorden aan elkaar vast. Zet streepjes tussen de
woorden. Schrijf de woorden daarna op. Kijk maar naar het voorbeeld!
Overdag|programmahandelverschillendevakposttechniekictopleidingbrochureberoep
1. Overdag
2. & & & & & & & & & & & & & & & & .
3. & & & & & & & & & & & & & & & & .
4. & & & & & & & & & & & & & & & & .
5. & & & & & & & & & & & & & & & & .
6. & & & & & & & & & & & & & & & & .
7. & & & & & & & & & & & & & & & & .
8. & & & & & & & & & & & & & & & & .
9. & & & & & & & & & & & & & & & & .
10. & & & & & & & & & & & & & & & & .
11. & & & & & & & & & & & & & & & & .
Bekijk de antwoorden op p. 22.
12
Lesbrieven ITTA 2010
DE WOORDEN
Opdracht 11. Vul het goede woord in?
Kies uit: beroep, verschillend, post, overdag, opleiding, ICT, brochure.
1.  s Avonds ben ik thuis, maar & & & & & & & & & & & ben ik aan het werk.
2. Ik wil graag een cursus of een & & & & & & & & & & & & volgen.
3. Ik wil meer informatie over een cursus daarom vraag ik een
& & & & & & & & & & & & aan.
4. Met computers werken is leuk, daarom wil ik een
& & & & & & & & & & ..opleiding doen.
5. Deze opleidingen zijn niet hetzelfde, ze zijn & & & & & & & & & & & &
6. Wai-Yee is tandarts, dat is haar & & & & & & & & & & & &
7. Soms stuur ik mijn tante een brief, de brief doe ik dan op de & & & & & & & & &
Bekijk de antwoorden op p. 22.
13
Lesbrieven ITTA 2010
SCHRIJVEN

Opdracht 12. Schrijf op wat jij ervan vindt.
Als je een cursus of opleiding wilt volgen kan je kiezen uit veel vakken.
Schrijf op welke vakken jij leuk vindt en welke niet. Kies uit:
Dat vind ik leuk of Dat vind ik niet leuk
Voorbeeld:
Handel Horeca
Dat vind ik leuk Dat vind ik niet leuk
Ben je klaar? Probeer dan voor 2 vakken te vertellen waarom je het wel of niet
leuk vindt.
Let op: Als je een woord niet kent, zoek het dan op in het woordenboek of vraag het
aan een taalvriend!
Administratie
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
Veiligheid
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
Techniek
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
Commercie
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
Zorg en welzijn
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
Taal
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
ICT
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
Vak 1& & & & & & & & & & & & . Vak 2& & & & & & & & & & & ...
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & .
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & .
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & .
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & .
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & .
14
Lesbrieven ITTA 2010
SPREKEN
Spreek samen!
Zoek een taalvriend. Een taalvriend is iemand die goed Nederlands spreekt. Een
vriend. Of misschien iemand van uw werk. Of uw buurman. Doe samen met uw
Taalvriend de spreekopdrachten. Lees samen. De een leest A, de ander B.
Opdracht 13. Lees samen met uw taalvriend:
A:
Ik wil zo graag een cursus volgen
Ik wil zo graag een cursus volgen
B:
Wat voor cursus denkt u aan?
Wat voor cursus denkt u aan?
A:
Ik wil zo graag een vak leren
Ik wil zo graag een vak leren
B:
Wat voor vak wilt u gaan leren?
Wat voor vak wilt u gaan leren?
A:
Wat voor vakken zijn er dan?
Wat voor vakken zijn er dan?
B:
Handel, horeca en administratie
Handel, horeca en administratie
A:
Veiligheid, techniek en commercie?
Veiligheid, techniek en commercie?
B:
Zorg en welzijn en natuurlijk taal!
Zorg en welzijn en natuurlijk taal!
A:
Ik denk aan een vak als ICT
Ik denk aan een vak als ICT
B:
15
Lesbrieven ITTA 2010
Dat lijkt mij een goed idee!
Dat lijkt mij een goed idee!
A:
Met ICT tel je voor twee
Met ICT tel je voor twee
B:
Ja, daar kom je verder mee!
Ja, daar kom je verder mee!
HANDEL
ADMINISTRATIE
HORECA
?? VRAAG VAN DE LES ??
 Wat is een cursus NT2?
16
Lesbrieven ITTA 2010
LEZEN
Opdracht 14. Lees.
DE INFORMATIE.
Verder leren.
Niemand is te oud om te leren. Ook wie ouder is dan 18 jaar kan een cursus doen of een
opleiding volgen. Als je een cursus doet, krijg je een aantal lessen in een vak, bijvoorbeeld
loodgieten of werken met de computer. Je kunt ook een taalcursus doen, bijvoorbeeld
Nederlands, Engels of Arabisch. Een opleiding duurt vaak langer dan een cursus. Aan het
einde van een opleiding doe je een examen en krijg je een diploma.
Er zijn veel mogelijkheden om verder te leren. Voor anderstaligen zijn er taalcursussen
Nederlands of NT2. Zulke cursussen zijn er voor beginners, maar ook voor de gevorderden,
dus voor mensen die al wat Nederlands spreken. Er zijn speciale NT2-cursussen voor mensen
met een hoge vooropleiding, zoals vwo. Er zijn ook speciaal cursussen voor mensen met een
lage vooropleiding, zoals: enkele jaren basisonderwijs. Als je helemaal niet naar school
geweest bent, kun je leren lezen en schrijven in alfabetiseringslessen.
Waar worden al die cursussen gegeven? Veel plaatsen hebben een ROC, een Regionaal
Opleidings Centrum. ROC s bieden niet alleen cursussen Nederlands, maar ook opleidingen
die voorbereiden op een beroep n op verdere beroepsopleidingen. Sommige ROC s bieden
ook programma s waarin betaald werk en taallessen gecombineerd worden.
U kunt dan een beroepsrichting kiezen, bijvoorbeeld Metaal, Administratie, ICT of Handel.
Dan gaat u naar school voor taallessen n voor vakken die bij het beroep horen. Daarna
combineert u betaald werk met het volgen van een beroepsopleiding.
De ROC-cursussen zijn niet duur.
U kunt het ROC bij u in de buurt bellen voor informatie over de cursussen. Zij sturen u graag
een brochure toe. U kunt ook even langs gaan.
Veel plaatsen hebben ook een Volksuniversiteit. Daar worden allerlei cursussen gegeven:
NT2, Spaans, fotograferen, kleding maken, computercursussen. De Volksuniversiteiten zijn
vaak duurder dan de ROC s. Ook de Volksuniversiteiten hebben een brochure met alle
informatie.
17
Lesbrieven ITTA 2010
PRAKTIJK
Opdracht 15. Kijk in de praktijk.
PRAKTIJKOPDRACHT
De opdracht bij deze les is: zoek het telefoonnummer van een school of een ROC in uw
woonplaats. U kunt kijken in het telefoonboek. U kunt het ook aan iemand vragen.
1. Wat is de naam van de school of ROC?
2. Wat is het adres en telefoonnummer?
Eventueel:
3. Bel de school of het ROC en vraag of er een cursus Nederlands is.
4. Vraag of ze u een brochure willen toesturen.

TIP VAN DE WEEK 1
U wilt een cursus gaan volgen. U belt een instelling, een school of een ROC. Dit kunt u
zeggen:
- Ik wil graag Nederlands leren. Kan dat bij uw school?
- Ik wil graag informatie over een cursus Nederlands.
- Kunt u mij iets vertellen over de cursussen?
- Kunt u mij informatie geven over de opleidingen?
- Ik wil graag iets met ICT. Kan dat?
- Kunt u mij een brochure sturen?
- & & & & ..

TIP VAN DE WEEK 2
In veel gemeenten worden cursussen Nederlands speciaal voor ouders / opvoeders
gegeven. In die lessen leert u Nederlands n u krijgt veel informatie over opvoeding en
onderwijs van de kinderen. U praat in die cursussen veel met andere ouders. U maakt
excursies naar scholen, bibliotheken en instanties. Bel het ROC voor meer informatie.
18
Lesbrieven ITTA 2010
TIP VAN DE WEEK 3
Op ETV en de website www.ETV.nl zijn programma s over opleidingen te vinden.
Bijvoorbeeld:
Scholing werkt
Een serie over mensen die om verschillende redenen weer de stap naar school hebben gezet.
Ze zijn aan een beroepsopleiding begonnen: een opleiding lassen, een cursus Allemaal
digitaal, secretarieel medewerker enzovoort.
 Allemaal Digitaal . Starten met de computer
Wilt u ook graag met de computer leren omgaan maar weet u niet hoe? Kijk dan naar deze
serie. Op eenvoudige wijze leggen we de belangrijkste zaken uit. Welke onderdelen gebruikt
u als u wilt werken op de computer en hoe gebruikt u ze?
Met deze serie helpen we u op weg, u krijgt een inleiding in tekstverwerken, e-mailen en
internet en we verwijzen naar instanties waar u computerles kunt volgen. We testen de
computerkennis van mensen op de straat, we geven u handige computertips en we tonen u wat
voor leuks en nuttigs u allemaal met de computer kunt doen.
Schilderen met Bob Ross
Een leuke cursus is de schildercursus van Bob Ross.
19
Lesbrieven ITTA 2010
HOE GAAT HET?
Opdracht 16. Kent u de woorden? Kruis aan.
q De brochure
q Verschillende
q De opleiding
q ICT
q De techniek
q De handel
q Overdag
q De post
q Het vak
q Het beroep
q Het programma
q  t hangt ervan af
Opdracht 17. Kunt u het in het Nederlands?
Deze les ging over het bellen over een cursus. U heeft geleerd om een instelling te
bellen en om informatie te vragen over een cursus. U heeft geleerd hoe u een brochure
aan kunt vragen en u heeft geoefend met werkwoorden en met woorden die uit twee
delen bestaan.
En nu? Kunt u een instelling bellen? Kunt u informatie vragen over een cursus? Kunt u
een brochure aanvragen? Kunt u woorden in het meervoud schrijven en kunt u
woorden opschrijven die uit twee delen bestaan?
Kunt u dat nu goed? Of een beetje? Of nog niet zo goed? Schrijf het op. Zet een
kruisje.
J K L
Goed Gaat wel Niet zo goed...
Informatie vragen over een cursus bij een
instelling.
Een brochure aanvragen.
Woorden in het meervoud zetten
Van twee woorden n woord maken.
20
Lesbrieven ITTA 2010
ANTWOORDBLAD
Opdracht 3.
1. Fout, Meneer Elmi belt het ROC.
2. Fout, Meneer Elmi wil 1 cursus of opleiding doen.
3. Goed, Meneer Elmi wil meer informatie over opleidingen.
4. Fout, het ROC vertelt dat er opleiding zijn voor handel, horeca, ICT en
techniek.
5. Goed, Meneer Elmi wil meer informatie over een cursus voor beginners.
Opdracht 6.
1. Fout, Meneer Elmi kan overdag of  s avonds een cursus volgen, niet in het
weekend.
2. Fout, sommige cursussen beginnen in februari.
3. Fout, sommige cursussen zijn duurder dan andere cursussen.
4. Goed, de telefoniste stuurt meneer Elmi een brochure.
5. Goed, Meneer Elmi krijgt zijn brochure morgen of overmorgen al.
Samenvatting
Let op! Dit is een samenvatting van het gesprek, hierin staan de belangrijkste
dingen uit het gesprek. Uw vijf zinnen kunnen anders zijn!
Meneer Elmi wil een cursus gaan doen. Hij belt naar een ROC, een Regionaal
Opleidingscentrum, een instelling voor onderwijs. Hij vraagt aan de telefoniste wat
voor cursussen er zijn. Zij noemt verschillende cursussen, bijvoorbeeld Nederlandse
taal. Zij noemt een aantal ook opleidingen, bijvoorbeeld voor de handel en voor de
techniek. Meneer Elmi vraagt meer informatie over opleidingen, vooral over de ICT-
opleiding, het werken met computers. De telefoniste geeft informatie en vraagt of ze
een brochure zal sturen.
In het tweede deel van het gesprek vraagt meneer Elmi nog meer informatie, over de
tijden van de lessen, hoe duur de cursus is, enzovoort. De telefoniste zegt dat het van
de cursus of opleiding afhangt. Zij vraagt naam en adres van meneer Elmi om de
brochure te kunnen toesturen.
Opdracht 7.
1. Vraagt
2. Belt
3. Verkoopt
4. Geeft informatie
5. Begint
6. Luistert
7. Vertelt
8. Leert Nederlands
21
Lesbrieven ITTA 2010
Opdracht 9.
1. Taalcursus
2. Vakopleiding
3. Avondcursus
4. Wachtlijst
5. Postcode
6. Huurtoeslag
7. Urgentiebewijs
8. Groente- en fruitafdeling
9. Afsprakenkaart
Opdracht 10.
1. Overdag
2. Programma
3. Handel
4. Verschillende
5. Vak
6. Post
7. Techniek
8. ICT
9. Opleiding
10. Brochure
11. Beroep
Opdracht 11.
1. Overdag
2. Opleiding
3. Brochure
4. ICT
5. Verschillend
6. Beroep
7. Post
Antwoord op de vraag van de les:
 Een cursus is NT2 is een cursus Nederlandse taal voor buitenlanders.
22
Lesbrieven ITTA 2010
OEFENEN VOOR HET INBURGERINGSEXAMEN
In deze les gaat het om informatie vragen over een opleiding. Meneer Elmi belt een instelling
en vraagt naar cursussen en opleidingen. De telefoniste geeft info en zal hem een brochure
toesturen. Deze zaken zijn belangrijk als u oefent voor het inburgeringsexamen. Op het
examen gaat het ook over een telefoongesprek over opleidingen en over het lezen van folders
en brochures over cursussen.
Wilt u verder oefenen voor het inburgeringsexamen, maak dan de opdrachten op de volgende
pagina.
Kijk zelf ook naar filmpjes op ETV.nl. In deze filmpjes gaat het vaak over onderwerpen die
belangrijk zijn voor het inburgeringsexamen.
Meer weten over inburgeren? Kijk op www.hoemoetikinburgeren.nl
23
Lesbrieven ITTA 2010
Bekijk het filmpje van het programma  Een leven lang leren op:
http://www.etv.nl/index.cfm?act=programma.speel&pid=58&aid=652
Pembegul wil nog verder leren en volgt een opleiding.
Opdracht 1.
1. Waar werkt Pembegul?
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
2. Hoe vaak werkt Pembegul daar?
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
3. Waarom ging Pembegul werken?
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
4. Waarom ging Pembegul een opleiding doen?
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
5. Welke opleiding doet Pembegul?
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
6. Wat leert Pembegul in haar opleiding?
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
24
Lesbrieven ITTA 2010
Bekijk ook de andere filmpjes over verder leren.
Opdracht 2.
http://www.etv.nl/index.cfm?act=programma.speel&flm=&pid=58&aid=649
Vertel in 3 zinnen waar het filmpje van Rinus over ging.
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
http://www.etv.nl/index.cfm?act=programma.speel&flm=&pid=58&aid=650
Vertel in 3 zinnen waar het filmpje van Ineke over ging.
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
http://www.etv.nl/index.cfm?act=programma.speel&flm=&pid=58&aid=653
Vertel in 3 zinnen waar het filmpje van Mandy over ging.
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & &
Tip: Kijk ook naar Klik en Tik op ETV.
25
Lesbrieven ITTA 2010
OEFENEN VOOR HET INBURGERINGSEXAMEN ANTWOORDEN
Opdracht 1.
7. Waar werkt Pembegul?
Bij de schoonheidssalon.
8. Hoe vaak werkt Pembegul daar?
Drie keer per week.
9. Waarom ging Pembegul werken?
Ze wilde niet meer thuis zitten. Ze was het zat om thuis te zitten.
10. Waarom ging Pembegul een opleiding doen?
Ze wil carriŁre maken. En de artsen zeiden dat het verstandig was.
11. Welke opleiding doet Pembegul?
Opleiding voor nagelstyliste.
12. Wat leert Pembegul in haar opleiding?
Hoe je nagels moet inzetten, manicure en pedicure. Eigenlijk leert ze alles over hoe je
nagels mooi kan maken.
Opdracht 2.
Vertel in 3 zinnen waar het filmpje van Rinus over ging.
Rinus wilde graag een cursus doen. Hij heeft een cursus gevolgd over de geschiedenis
van Zuilen. Hij vond het heel interessant en heeft veel geleerd.
Vertel in 3 zinnen waar het filmpje van Ineke over ging.
Ineke heeft altijd al geschreven, dagboeken enzovoort, maar terug lezend mist ze iets;
haar gevoelens. Ze besloot een schrijfcursus te volgen, 'Schrijven vanuit je gevoelens'
Vertel in 3 zinnen waar het filmpje van Mandy over ging.
Mandy Leigh Jones is geboren in een mijndorp in The Midlands, Engeland op 20 juli
1961. Na 3 jaar een cursus Nederlands te hebben gevolgd op de Volwassenuniversiteit,
heeft Mandy zich laten omscholen tot Grafisch Ontwerper met een 4 jarig studie op het
Grafisch Lyceum.
26
Lesbrieven ITTA 2010


Wyszukiwarka

Podobne podstrony:
Lesbrief)?llen over een probleem
Lesbrief 8 Praten en bellen over een baantje
Lesbrief 7 Werk vragen in een winkel
Eamon All over Love
Moon Over Manifest
FIDE Trainers Surveys 2014 06 29, Susan Polgar The Game Is Not Over Until It Is Over
Mind over Money
Voice Over Ip Protocols And Standards By Rakesh Arora (Voip)
11 one flew over cucoo s nest
Dr Dre Game over
13 Nederlands met een kleurtje Suriname
letterkaarten een ei
Lesbrief 9 Het sollicitatiegesprek
MODBUS over serial line V1 02
11 ABN was vooral een Hollandse uitvinding
Voice over Frame Relay, ATM and IP
Mind Over Ship
Nelly Over and Over

więcej podobnych podstron