Nederlandse
literatuurgeschiedenis 1800-
2012: werk- en hoorcollege
Siegfried Huigen
Werkcolleges
• Werkcollege: zoveel mogelijk close
reading en deelname van studenten
• Drie docenten: Barbara Kalla, Bożena
Czarnecka, Siegfried Huigen
• Toetsing: op grond van 3 werkstukken
(500 woorden per werkstuk),
presentaties, aanwezigheid en
deelname aan discussies. Ieder van
ons kijkt een werkstuk na;
aanwezigheid
Hoorcollege
• Het brede kader van de ontwikkeling van de
Nederlands en Vlaamse literatuur vanaf 1800
• Ook veel aandacht voor specifieke teksten
• Zelf 4 romans lezen (drie mogen in vertalig
gelezen worden)
• Delen bestuderen uit: Van Boven &
Kemperink, Literatuur van de Moderne Tijd
(lenen)
• Toetsing: examen over wat besproken is
tijdens colleges en verplichte leesstof (zelf
lezen); verplichte aanwezigheid
Verplichte aanwezigheid
• Je mag maximaal maar 2 werk- of
hoorcolleges missen (anders gaat het
punten kosten)
Bronnen op het internet
• DBNL: Digitale Bibliotheek voor de
Nederlandse letteren:
• BNTL: Bibliografie voor de Nederlandse taal-
en literatuurwetenschap:
• Uitzending gemist: Nederlandse tv-
programma’s van de publieke omroep:
http://www.uitzendinggemist.nl/
programma Boeken)
• Nederlandse wikipedia
In de bibliotheek
• Kritisch lexicon van de
Nederlandstalige literatuur na 1945
(Geeft per auteur een biografisch
overzicht en een kritische beschouwing
van het werk, waarbij ingegaan wordt
op de relatie leven/werk, de thematiek,
traditie, techniek, kunstopvatting,
ontwikkeling e.d.)
• Literatuurgeschiedenissen en
encyclopedieën
Je Woordenboek!
Vertelkundige begrippen (nuttig
gereedschap bij analyses van
verhalen)
1. Verhaal
2. Verteller
3. Focalisator
4. Personages
5. Tijd
6. Ruimte
7. (Genres)
8. (Intertextualiteit)
1. Verhaal
• Een fabula (story, geschiedenis) kan worden
omschreven als de gebeurtenissen in hun
chronologisch en logisch verband,
onafhankelijk van de manier waarop zij
worden voorgesteld. De suzjet (plot) wordt
beschouwd als het resultaat van een reeks
technische en artistieke procédés – op het
vlak van perspectief, woordgebruik,
structuur, stijl, enz. – die worden toegepast
op de fabula, het ruwe materiaal van een
verhaal.
• Een motief is hier de kleinste
betekeniseenheid van een verhaal.
2. Verteller
• Wie vertelt?
• Verteller en auteur: de auteur van
een verhaal mag niet worden
verward met de verteller ervan.
• De verteller heeft in het verhaal een
mediërende functie, in die zin dat
alle informatie die de lezer krijgt,
gefilterd wordt door de verteller
Soorten vertellers
• Verteller is wel/geen deel van
verhaalgebeuren (intradiëgetisch vs.
extradiëgetische verteller)
• Primaire/ingebedde verteller
(‘gevonden manuscript’)
• Ik-verteller (vertelt eigen ervaringen)
• Hij-verteller (vertelt ervaringen van
anderen)
• Onbetrouwbare verteller?
3. Perspectief (focalisatie)
• Wie ziet?
• De instantie die het gebeuren in een
verhaal ervaart hoeft niet dezelfde te
zijn als degene die vertelt
• Bijvoorbeeld: vaste interne focalisatie
(fixe): de verteller richt zich op het
perspectief van slechts één
personage
4. Personage
• Expliciete karakterisering (door
verteller)
• Impliciete karakterisering (door
handelingen, taal, omgeving, naam
etc.)
5. Tijd
• Tijd van het verhaal (verteltijd) en
tijd van de geschiedenis die verteld
wordt (vertelde tijd)
• Chronologisch of achronologisch
(flash back, vooruitblik)
6. Ruimte
• Verhaalruimte wordt in deze context
gedefinieerd als de plaats waar het
verhaalgebeuren zich afspeelt
• Via een directe of een indirecte
presentatie
7. Genres
• Roman
• Novelle (‘korte roman’)
• Kortverhaal
8. Intertextualiteit
• Een tekst staat steeds in relatie staat
tot andere teksten; lezen met de
kennis van andere teksten
• Citaten, verwijzingen, toespelingen
(allusies) - parodie
• andere (literaire) teksten, maar ook
andere cultuurproducten (schilderijen,
film, tv, muziek, digitale media, etc.)
Vonne van der Meer (1952),
‘Afscheid van Phoebe’
• ‘Afscheid van Phoebe’ is afkomstig uit Het
limonadegevoel en andere verhalen (1985)
• Informatie over de auteur op de DBNL:
• Eigen website:
http://www.vonnevandermeer.nl/
• Ze is getrouwd met de schrijver Willem Jan
Otten (ook op DBNL en uitzending gemist)
• Recent interview met Vonne van der Meer
(2011) op Boeken:
Uit Kritisch Lexikon (alfabetisch
ingedeeld op achternaam van
schrijvers)
• ‘Afscheid van Phoebe’ is Van der Meers debuut, in
1980 gepubliceerd in Hollands Maandblad
• Later (1986) verschenen in Het limonadegevoel en
andere verhalen (ook debuut): reflectie van
vrouwelijke hoofdfiguren over wat hen is
overkomen
• Overeenkomst met andere buitenlandse vrouwelijke
auteurs, maar geen feministische component
• ‘Afscheid van Phoebe’: ‘denkbeeldig relaas van een
moeder aan haar doodgeboren kindje’
• Van der Meer schrijft om de werkelijkheid beter te
kunnen begrijpen (ook in zichzelf)
Uit een interview uit 1996 in
Opzij
'Toen ik dat ['Afscheid van Phoebe‘], liet lezen aan mijn
redacteur bij de Bezige Bij zei hij: dat is goed, Von, nu weten
jouw lezers hoe het met Phoebe is afgelopen. Zelf gebruik ik
als ik aan haar denk nooit een woord als beschermengel, dat
heeft iets zoets, suggereert ook dat je het zou weten. Vlak
na haar dood was ik alleen een wandelende wond, het
schrijven van het verhaal heeft me geholpen. Dat was een
soort grafzerkje. Ik ga nu praten over dingen die moeilijk
onder woorden te brengen zijn, maar laat ik het maar
proberen. Ik was gebeld dat het verhaal gepubliceerd ging
worden. Het zou mijn eerste publikatie zijn en ik ging heel
gelukkig slapen. Ineens zag ik een zwaaiend handje voor
me. Een klein dag-zeggend handje. Dat heb ik niet hoopvol
bij elkaar gefantaseerd. Dat handje was er.
(http://www.opzij.nl/WAD-Mediabank-pagina/Ik-bloei-op-als-
ik-over-taboes-kan-pratenSchrijfster-Vonne-van-der-Meer-
over-geloof-de-dood-en-pornografieINTERVIEW.htm)
Weer voorzichtig met info van
het internet
• Als je zoekt naar ‘Afscheid van
Phoebe’:
•