Huiswerk 1.15.1

1. systeemprogramma's: regelen en ondersteunen de werking van de computer

applicatieprogramma's: toepassen voor dagelijks gebruik

2. standaardpakketten, specifieke toepassingen en maatwerksoftware

3a. A

3b. S

3c. A

3d. A

3e. S

3f. S

3g. A

3h. S

3i. A

4a. pictogrammen, klikken voor een bepaalde taak en de interfaces lijken sterk op elkaar, daardoor kan je als gebruiker snel met een nieuw programma uit de voeten.

b. De computer is populair en mensen maken sneller gebruik van een pc omdat dat sneller gaat. Deze programma's gebruiken ze liever dan alles met de hand te doen.

5a. surfen, e-mails en groupware

5b. Internet Explorer en Netscape Navi

6a. word, excel, powerpoint en outlook. Uitgebreide versies beschikken ook over access, frontpage, publisher en photodraw.

b. goedkoper, maar ook werken ze onderling goed samen en ze bezitten vergelijkbare interfaces.

7a. server

b. spelletje

d. tekstverwerkingsprogramma

e. rekenblad

8. vectorafbeelding kost minder schijfruimte, niet alle puntjes hoeven opgeslagen te worden, maar alleen de getallen die nodig zijn om de afbeelding weer te tekenen.

1.15.2

1. d

2. a

3. b

4. c

5. a

6. d

7. d

---