Beatrijs van Nazareth:
1200-1268
uit Tienen
de non
ze ging al op jonge leeftijd in een klooster
ze kreeg er een goede opleiding en werd uiteindelijk priorin van het klooster Nazareth bij Lier
eerste vrouwelijke schrijfster van het Nederlands
mystiek – een person die heel persoonlijk bond met God heft, niet iedereen kan dat hebben, het is een gave van God
mystieke literatuur gaat over dergelijke ervaringen en over de manier om ze te bereiken
mystieke teksten lijken een beetje op poëzie.
Hadewijch:
wanneer ze precies leefde is onbekend (13de eeuw)
uit Brabant
ze heeft haar belangrijkste teksten geschreven rond 1250
er zijn veel teksten van haar bewaard: visioenen, liederen en brieven
de visioenen – de beschrijveng van haar ervaringen verbonden met een myctica worden
de brieven - ze schrijft aan verschillende vriendinnen over mystiek en wat je moet doen om mystieke ervaringen te kunnen krijgen
de liederen - ze zongen ze samen met haar mede-zusters in het klooster
ze was een begijn.
Jan van Ruusbroec:
1293-1381
priester in Brussel
later stichtte hij het klooster Groenendaal
hij schreef verschillende grote en kleine mystieke traktaten
hij was al bij zijn leven beroemd en zijn werk kreeg een grote verspreiding
het wonderbaarlijke verhaal over Jan van Leeuwen († 1378), de kok van het klooster Groenendaal – hij was analfabeet maar door goddelijke inspiratie leerde hij zichzelf lezen en schrijven, en schreef hij verschillende mystieke teksten.
Legende:
schriftelijke overleving over heiligen en martelaren
in het Oud- en Middelnederlands vanaf de 12de eeuw
berijmde verhalen (Sint Servaes)
verzamelingen: Dialogus Miraculorum van Caesarius van Heisterbach
Exempel:
een verhaal ter illustratie van een besproken problem in sermoenen
verzamelingen al seen sort hulpmiddel voor de predikaten
vanaf de 14e eeuw vertalingen van Latijnse exempelen in het NL
Caesarius van Heisterbach:
monnik in orde van Cysterien in Duitsland
13e eeuw
Dialogus Miraculorum – wonderlijke dingen die dagelijks gebeuren
Proloog:
ars poetica
anonimiteit
autoriteit
opdracht aan Maria
Beatrijs:
dateert van kort voor 1374
geen titel
bewaard in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag onder signatuur 76 E 5
ze is een jonge vrouw uit een adellijke familie
ze is kosteres in een klooster
ze is verliefd in een jongen
de geliefden ontmoeten elkaar onder de egelantier
ze verlaat ze een klooster met de jongen
7 jaar lang leven Beatrijs en haar man in rijkdom en ze krijgen twee kinderen – 7 vatte jaren
wanneer het geld op is, gaat hij weg en ze blijft alleen met kinderen
ze wilde niet bedelen want dit zou binnen de stadsmuren moeten gebeuren, waar ze herkend zou kunnen worden
ze verkiest om haar lichaam te verkopen, wat meer in het geheim gebeurt
7 jaar lang werkt ze als hoer – 7 magere jaren
ondanks haar zondige leefwijze blijft Beatrijs Maria trouw door elk dag tot haar te bidden
na een tijdje beseft ze dat prostitutie een zonde is
dan gaat ze terug naar het klooster na 14 jaar omdat ze 3 visionen erover had
ze heft haar kinderen bij een weduwe achtergelaten
niemand in het klooster heeft Beatrijs' afwezigheid gemerkt omdat Maria al die jaren haar plaats heeft ingenomen
vanaf nu is zij opnieuw kosteres
bij de jaarlijkse visitatie van de abt gaat ze met haar zonden te biecht, en wordt ze vergeven
de abt neemt tevens de zorg voor de kinderen van Beatrijs op
een abt vertel het verhaal als een leerzaam exempel in een preek
Beatrijs verlaat het klooster in haar witte onderkleed. Van haar minnaar krijgt ze een blauw kleed: dit is de kleurencombinatie waarmee Maria in de middeleeuwse voorstellingen vaak staat afgebeeld.
Abele spelen:
vier toneelstukken
Esmoreit (1018 regels)
Gloriant (1142 regels)
Lanseloet van Denemerken (952 regels)
Vanden Winter ende vanden Somer (625 regels)
de oudst bekende Nederlandstalige toneelstukken van wereldlijke (niet religieuze) aard
ze gaan allemaal over de Liefde
omstreeks 1350
alle vier de stukken behandelen een liefdesthema in de stijl van de hoofse liefde
de liefdesparen Esmoreit en Damiët, Gloriant en Florentijn, Lanseloet en Sanderijn, Winter en Somer
Sotternie:
een middeleeuwse klucht die volgde op de opvoering van een van de abele spelen
hetzelfde thema werd in een meer populistische en explicietere vorm gebracht in de klucht
de bij de abele spelen horende sotternieën zijn:
Lippijn (199 regels) (bij Esmoreit)
Buskenblazer (208 regels) (bij Gloriant)
Die Hexe (112 regels) (bij Lanseloet van Denemerken)
Rubben (245 regels) (bij Vanden Winter ende vanden Somer)
Truwanten (onvolledig)
Drie daghe here (onvolledig)
een bekend thema was dat van de bazige vrouw en de sullige echtgenoot
de sotternie diende als tegenwicht tegen het abele spel.
Esmoreit:
het toneelstuk handelt over de liefde tussen twee mensen van verschillende sociale klasse
Esmoreit is de kroonprins van Sicilië
zijn neef Robbrecht was de troonopvolger daarom besluit hij Esmoreit te vermoorden
aan het hof van Damascus wordt een voorspelling gedaan waarin een vreemde prins de koning zal vermoorden en zijn dochter Damiët zal trouwen
de koning zendt Platus uit om deze vreemde prins te zoeken en bringen naar Damaskus
Platus koopt Esmoreit van Robbrecht en neemt hem mee naar Damaskus
na vele jaren ontdekt Esmoreit dat Damiët niet zijn zus is en ook dat Damiët verliefd op hem is geworden
ook Esmoreit is verliefd op Damiët maar hij vreest dat hij van lagere komaf is
Esmoreit gaat op zoek naar zijn natuurlijke ouders
in Sycyliekomt zijn ware identiteit aan het licht, hij wordt herkend door de koningin dankzij de doek
Damiet kon niet meer op Esmoreit wachten, daarom ging ze naar Sycylie verkleed als pilgrim
Esmoreit stelt Damiët aan zijn vader voor en de koning heft afstand gedaan
Robbrecht wordt opgehangen en de twee verliefden worden getrouwd
Esmoreit en Damiet worden koning en koningin van Sicilië
Lippijn:
het gaat over een oudere man die zijn echtgenote betrapt met haar minnaar
de vrouw heeft hem gezonden om water te halen en ze zei dat ze boodschappen doen gaat
de vrouw verlaat het huis, naar een langverwachte afspraak met haar minnaar
Lippijn zag alles maar en hij neemt zich voor zijn vrouw te confronteren bij 't thuiskomen
bij zijn tocht terug naar huis, komt hij Trise, de boezemvriendin van zijn vrouw tegen
hij doet aan haar het relaas van wat hij net heeft gezien
Trise verzekert Lippijn dat hij abuis moet zijn en dat zijn vrouw dit zeker nooit zou doen
Lippijn blijft overtuigd van wat hij gezien heeft maar Trise verzekert dat hij bedot werd door bosnimfen
Lippijn lijkt nog niet helemaal overtuigd, maar Trise zegt dat hij zich geen zorgen moet maken want zijn vrouw is immers thuis
ijdens hun gesprek is Lippijns vrouw alweer thuis geraakt
als Lippijn met Trise thuis komt, beseft Lippijn dat hij bedot werd
Trise verwijt Lippijn zijn moment van wantrouwen, en als zijn vrouw hoort wat hij over haar dacht, wordt ze verbolgen
Lippijn voelt zich schuldig
het stuk eindigt in een ruzie.
Elckerlijk:
de auteur onbekend
1470-1480
Braabant of Vlaanderen
de vorm van een rederijkers-toneelstuk
een allegorisch spel - de personages abstracte begrippen belichamen
de hoofdpersoon heeft geen alledaagse naam, maar heet Elckerlijc
de God ziet dat de mensen zondig leven
de Dood gaat naar Elckerlijc en zegt hem dat hij een pelgrimstocht moet maken
hij moet op reis maar hij kan reisgenoten meenemen
hij vraagt Gheselscap, Maghe, Neve (vrienden en familie) en Tgoet (Bezit) maar ze willen niet
dan ontmoet Elckerlijc De Doecht (Deugdzaamheid) maar hij is te zwak
Kennise (Zelfkennis), de zuster van Doecht, brengt Elckerlijc nu bij Biechte
nu vergezellen ook Scoenheit, Vroescap (Wijsheid), Cracht en Vijf Sinnen (Zintuigen) Elckerlijc op zijn tocht
het stelt zijn testament op en gaat naar een priester om de laatste sacramenten te ontvangen
als Elckerlijk ten slotte bij het graf aankomt laten alle reisgenoten hem, alleen de Doecht blijft
een engel brengt de ziel van Elckerlijc naar de hemel
in de epiloog volgt de moraal: laten we bidden dat iedereen zonder zonden voor God verschijnt
het verhaal vertelt over hoe een mens zalig kan worden en hoe hij zich zo moet voorbereiden op de dood dat hij toegang krijgt tot de hemel
wie goed wil sterven en de hemel wil binnengaan, kan niet vertrouwen op geld of bezit, maar heeft een zuiver geweten nodig
om dit te bereiken is het nodig om te biechten bij een priester en de laatste sacramenten te ontvangen.