NPZG

Lekcja

2

Praca na budowie Werk in de bouw

Wysłucha) uważnie słówek i zwrotów, powtarzaj za lektorem słówka

niderlandzkie:

& MATERIAŁY BUDOWLANE

materiały budowlane - bouwmaterialen

beton - het beton

cement - het cement

wapno - de kalk

piach -het zand

gips - het gips

żwir - het grind

zaprawa murarska - de s pecie

tynk - de pleisterkalk

druty zbrojeniowe

- het bewapeningsdraad pręty - de staven styropian - het piepschuim wata szklana - het glasvezel blacha - het blik

jŁ NARZĘDZIA

narzędzia - het gereedschap łopata - de schep młotek - de hamer

śrubokręt, wkrętak - de schroevendraaier obcęgi - de tang klucz - de sleutel pilnik - de vijl piła - de zaag siekiera - de bijl dłuto - de beitel kielnia - de troffel hebel, strug - de schaaf pędzel - het penseel wiertło - de boor poziomnica - de waterpas suwmiarka - de schuifpasser kątownik - de blokhaak lub de winkelhaak

farba - de verf

klej - de lijm

lakier - de lak

szpachlówka - de spatel

płytki ceramiczne - de ceramische platen

płyta gipsowa - de gipsplaat

pfyta wiórowa - de spaanplaat

cegła - de baksteen

pustak - de holle bloksteen

dachówka - de dakpan

drewno budowlane - het bouwhout

papier ścierny - het schuurpapier

gwóźdź - de spijker

śruba - de schroef

rura - de buis rusztowanie - het steiger drabina - de ladder taczka - de kruiwagen kilof - het houweel dźwig - de lift lub de kraan winda - de lift szlifierka - de slijpmachine wiertarka - de boormachine wyrzynarka - de figuurzaag frezarka - de freesmachine spawarka - het lasapparaat lutownica - de soldeerbout betoniarka - de betonmolen koparka - de graafmachine wywrotka - de kiepwagen walec - de wals spychacz - de bulldozer

15

www.jezykiobce.pl