Kraaijvanger goed doordacht worden. Voor het betonskelet van Stadhuis Venlo worden donorskeletten opge-spoord, deze worden netjes gesloopt, het materiaal wordt opgeslagen in een leegstaande loods van de gemeente. “In het bestek staat nu dat grotę delen van het gebouw uit 100% betongranulaat moeten bestaan”, verklaart Goverde. “Op enkele, voor de stabiliteit van het gebouw, cruciale punten wordt nieuw beton gebruikt.” Het betonskelet wordt wel iets dikker dan anders. Voor de zekerheid.
Het betonskelet wordt straks voor een deel in het werk gestort. “Ais je het materiaal puur houdt - dus bijvoorbeeld geen smerige kit in de dilataties toe-past - en het straks goed sloopt, dan is het skelet goed te recyclen. Daar hoeft het betonskelet niet demontabel voor te zijn.”
Kan lucht schoner uit een gebouw komen dan het erin gaat? Ook de cycli die lucht in het gebouw doorloopt heeft Kraaijvanger bekeken. De lucht wordt aangezogen via een kas bovenin het gebouw. De kas zelf verwarmt de lucht voor. De planten in de kas bevochtigen de lucht voor - veel zuurstof voegen ze niet toe. Nadat de lucht is ingeblazen in de kantoren wordt die via het atrium dat over de hele hoogte van het gebouw loopt weer afgezogen. Wanneer de weersomstandigheden het toelaten zorgt een zonneschoorsteen voor een natuur-lijke trek in het atrium. Wanneer dit niet het geval is, wordt de lucht mechanisch afgezogen, langs een warmtewisse-laar geleid, en in de groengevel op het noorden uitgeblazen. Uit onderzoek aan de Technische Universiteit Eindhoven bleek de groengevel zo’n dertig procent NOx van de lucht op te nemen. Het onderste deel van de groengevel neemt ook nog eens fijnstof van de naastgelegen autoweg op.
Het ontwikkelen en testen van deze groengevel kostte veel tijd. Kraaijvan-ger prijst zich gelukkig dat de gemeente Venlo het ontwerpteam die tijd gaf en het aandurfde hiervoor te gaan. “Een opdrachtgever kan innovaties ais deze maken of breken.”
“Op het zuiden, en oosten en westen, hebben we een slimme, energieleverende "Er wordt meestal zo gesloopt dat Beton vermengd wordt met andere materialen"
gevel gemaakt”, vertelt Van der Meulen. “De eerste 80 cm van een gevel, gemeten vanaf de vloer, doet weinig voor het lichtniveau van het kantoor. Terwijl een raam daar sterk de vloer zou opwarmen. Een lagę borstwering is dus functioneel. Tot een hoogte van 220 cm is er vervol-gens wel glas nodig voor het noodzakelij-ke licht en uitzicht. Aan dat raam zit een lichtwering om bijvoorbeeld verblinding tegen te gaan. Boven dat raam zit een dicht deel waar de lichtwering in zit en waarop buiten een pet zit. Deze steekt 120 cm uit en is op het zuiden voorzien van PV-cellen. Hierboven zit van 240 tot 290 cm opnieuw een raam, waar aan de binnenzijde een daglichtplank achter zit. Deze reflecteert daglicht diep het gebouw in.”
Een klassieke oplossing, geeft Van der Meulen toe. Anders dan in het verleden zijn alle toegepaste materialen nu wel recyclebaar, benadrukt hij. Samen met RoyalHaskoningDHV heeft Kraaijvanger lang op het ontwerp van de zuidgevel gepuzzeld. Een vaste zonwering bleek daarbij - mits hij op de goede hoogte hangt en de juiste diepte heeft - altijd meer effect te hebben dan een elektrisch te bedienen zonwering. Een vaste zonwering is eenvoudiger in het onderhoud en vraagt geen elektriciteit. “De life cycle analysis viel daarom veel positiever uit, zeker wanneer je met de gevel ook nog energie opwekt.”
Voor het dak bovenop de plint, het dak waar de ambtenaren vanuit de toren op neerkijken, heeft Kraaijvanger gekeken naar een regulier groendak. Die houdt water vast, verlaagt de omgevingstempe-ratuur. “Maar op het punt van bio—>
architectenweb — 43