38—45
Meer, meer, meer!
Kraaijvanger heeft Stadhuis Venlo ontworpen volgens de principes van Cradle 2 Cradle. Tot welke innovaties kwam het architectenbureau hierbij? Een gesprek met architecten Hans Goverde en Vincent van der Meulen.
46—49
Ontwerpen aan een gevarieerd klimaat
Ais het klimaat in de natuur continu varieert, waarom ontwerpen we dan gebouwen waarin het klimaat door het jaar heen altijd hetzelfde is? Volgens de installatie-adviseurs van Arup is een beetje variatie in het klimaat wel zo gezond.
50—53
Gestaalde duurzaamheid
De Lely Campus, naar ontwerp van ConsortArchi-tects, heeft een BREEAM Excellent en Outstanding-keurmerk ontvangen. De gevels van het complex zijn voorzien van stalen beplating van Tata Steel. Deze gaat niet alleen bijzonder lang mee, de beplating is ook keer op keer recyclebaar.
59—61
Legrand, Foreco en Wienerberger
62—65
Het meten van duurzaamheid
Wat zijn de verschillen tussen de verschillende rekenin-strumenten en keurmerken die gebruikt worden om de duurzaamheid van een ontwerp meetbaar te maken?
66—75
Nieuwe producten
Door continue innovatie komt stąp voor stąp een echt duurzame leefomgeving in zicht.
In plaats van zo min mogelijk materialen te gebruiken, zo min mogelijk energie te gebruiken, zo min mogelijk ruimte in te ne-men en een zo stabiel mogelijk binnenklimaat te realiseren, gaat het erom het goede te doen. Dat hield Michael Braungart, op-richter van Cradle 2 Cradle, het publiek voor op het congres dat wij ais onderdeel van de themaperiode Duurzaamheid hielden.
Het gaat erom materialen te gebruiken die te recyclen zijn, maar liever nog te upcyclen zijn, en die niet schadelijk zijn voor de gezondheid. Daarbij is het inmiddels goed mogelijk gebouwen te realiseren die warmte, koude en elektriciteit produceren, in plaats van dat enkel te verbruiken. Hoewel een gebouw natuurlijk ruimte inneemt, kan het opnemen van groen en blauw de lokale biodiversiteit juist vergroten. En in plaats van een zo egalitair mogelijk binnenklimaat te maken, is het veel gezonder een klimaat te maken dat licht varieert door het gebouw en het jaar heen.
Meer bouwen betekent dan geen aanslag op het milieu, maar een verbetering ervan. Dat is toch ook de manier waarop we ons leven willen inrichten, had Thomas Rau in zijn lezing eerder op de dag benadrukt: we willen in dit leven toch niets laten? We willen dingen doen, het goede doen.
Dit circulaire bouwen wordt inmiddels op allerlei plekken in de praktijk gebracht. Kraaijvanger (p38) en Rau (p24) gaan hier op dit moment het verst in, maar Nexit (pl4) en Arconiko en XX (p20) tonen overtuigend dat de principes op allerlei opgaven toe-pasbaar zijn. Naast materialen, energie en biodiversiteit laat Arup (p46) zien dat ook het binnenklimaat niet vergeten moet worden. Ankę van Hal (p54) trekt het thema nog wat breder en wijst erop dat hele wijken in een upcycle terecht kunnen komen. Samenwer-king met andere disciplines is daarbij doorslaggevend, benadrukt ze. Alle in dit magazine getoonde voorbeelden laten zien dat de architect, met steun van een bevlogen opdrachtgever, de aange-wezen partij is om dit integrale ontwerpproces aan te jagen.
Meer dan bij andere thema’s vertegenwoordigt duurzaamheid ook een grotę opgave voor de maakindustrie. De winning, de bewerking, het gebruik en het volgende leven van materialen moeten allemaal milieuvriendelijk worden. Een langduriger be-trokkenheid bij het product hoort daarbij. Gerichte investeringen en nieuwe businessmodellen zorgen ervoor dat steeds minder ma-teriaal verloren gaat en dat materialen zelfs steeds beter kunnen worden.
Om tot een werkelijk duurzame leefomgeving te komen zal de bouwkolom ais geheel een nieuwe koers moeten inslaan.
Ais Architectenweb hebben wij dat met de introductie van de themaperioden ook gedaan. Zo’n koersverandering vraagt veel doorzettingsvermogen. Maar niets doen is geen optie. Het is hard werken. Opdat we iets goeds achterlaten aan onze kinderen en kleinkinderen. —
Michiel van Raaij Hoofdredacteur
architectenweb — 7