oo
o
o
Links
In Chicago worden steeds meer gebou-wen voorzien van daktuinen, zoals hier bovenop het Gary Comer Youth Center
getransformeerd. Er kwam een park, een biologische markt, een houtwerkplaats, een theater... het is een van de hotspots van de stad geworden. Vervolgens trok-ken die ontwikkelingen bedrijvigheid en bewoners eromheen aan en is de hele buurt in de lift gegaan. Heel knap hoe ze dat op zo’n beroerde locatie voor elkaar hebben gekregen. En vooral een hele fijne plek.”
Wat maakt het daar zo fijn?
“Er zijn mooie terrassen, boetiekjes, galeries. Er zijn kleine werkplaatsen waar je allerlei innovatieve en creatieve bedrijfjes vindt; dat kan doordat de huur die zij betalen een percentage van de winstopbrengst is. De kleinschalig-heid en de mix van functies maakt het aantrekkelijk. Bovendien is vrijwel alles organie. In Nederland denken we dat zoiets nooit rendabel kan zijn. Maar ais dit project een ding laat zien, dan is het dat dingen elkaar kunnen versterken in plaats van dat ze elkaar bijten. Een zorgvuldige inrichting van de omgeving, goedkoop maar aantrekkelijk gebruik van het bestaande, duurzaamheid ais sellingpoint - de aanpak in Vancouver trekt nu wereldwijd belangstelling. En ais je bedenkt wat het de stad nu aan inkomsten oplevert. Hetzelfde zie je in Rotterdam. Wat de criminaliteit in "Duurzame ontwikkelingen in een wijk bijten elkaar niet, maar kunnen elkaar versterken."
Spangen voorheen wel niet kostte; wan-neer je daar niet onorthodox te werk was gegaan, met duurzaamheid ais integrale kwaliteit, was het nooit verbeterd.”
Zijn er ook architecten die jou inspi-reren?
“Diverse! Inspirerend in Nederland vind ik bijvoorbeeld Thomas Rau en het bedrijf Turntoo dat hij is begonnen. Zijn idee is dat je in de toekomst geen producten meer koopt, maar diensten -dat geeft een hele andere dynamiek aan bouwen. Nu heeft een fabrikant er geen baat bij dat de consument een spaarlamp koopt. Maar op het moment dat het gaat over licht, verschuif je de verantwoorde-lijkheid. Dan gaat het ineens niet meer uitsluitend over de prijs, maar ook over onderhoud en energieverbruik. Rau stelt dat je alles kunt leasen, van tapijttegel tot stalen balk.”
Maar vastgoed is toch bij uitstek een kwestie van bezitten?
“Daar komt verschuiving in. Het idee dat we van bezit alleen maar beter worden is door de crisis behoorlijk vertroebeld.
Ik zie veel beweging op het gebied van leasen. Corporaties die in plaats van ‘schilder dit gebouw’ nu zeggen: ‘zorg dat het gebouw tien jaar bestendig blijft’. Dat is ook een vorm van leasen. We moeten verantwoordelijkheid nemen voor de hele levenscyclus van een gebouw, denken in kringlopen. Dat is de basis voor de nieu-we businessmodellen. Iedereen kan die handschoen oppakken. Of het nu TNT is dat met architect Paul de Ruiter een duurzaam kantoor bouwt of de gemeente Rotterdam die in Spangen de boel in gang zette. Iemand moet beginnen en dan gaat de cirkel draaien. Daarvoor heb je niet per se een overheid nodig, al zou het wel mooi zijn ais die zich wat soepeler zou opstellen qua regelgeving.”
Zijn regels niet juist noodzakelijk om duurzaamheid op grotę schaal door te voeren?
“Regels zijn er voor mensen die eigenlijk niet willen. Ze mogen de koplopers niet in de weg zitten en dat gebeurt soms wel. Regels zouden vooral gericht moeten zijn op prestaties. En je moet ook daarna kritisch blijven, bijsturen.”
Vind jij certificaten ais BREAAM een goede oplossing?
“Ik vind BREEAM een goed systeem om uit te vinden wat je allemaal kunt doen op het gebied van duurzaamheid. Het brengt op alle niveaus duidelijk-heid en maakt vage begrippen concreet. Maar dan nog moet je wel je gezonde verstand blijven gebruiken. Hoofddoel is niet dat lijstje afvinken, maar een goed gebouw maken. Ik zie te veel ‘duurzame’ gebouwen waar dingen niet werken. Een warmtepomp die meer energie kost dan hij bespaart omdat hij verkeerd ->
architectenweb — 57