311 driehonderd
3 Er zijn steeds meer grotę warenhuizen (1) en supermarkten waartegen je (N4) moeilijk kan concurreren >(2)
4 Jan: Het leven van de boer is prettig : je
werkt de hele dag in de open (N5) lucht.
5 Rik: En in de regen ! En mijn vrouw gaat
groenten (3) op de markt verkopen.
6 Bovendien ben je werkelijk de slaaf van de dieren.
7 Jan: lk heb een idee: ga in (4) de politiek:
8 je hebt verstand, je kan burgemeester worden ;
9 een paar jaar later wordt je misschien wel minister,
10 je hebt dan een prachtige wagen, een chauffeur, een secretaresse en. . .
11 Rik: En na een paar maanden heb je mis
schien niets meer !
12 En je kan gaan stempelen ! Werkelijk een goede raad !
13 Jan: lk zal over je probleem blijven
nadenken ;
14 maar lees zaterdagavond in de krant de rubriek "aangeboden betrekkingen"
(5).
15 't is altijd leerrijk en misschien kom je zo op een idee (6).
UITSPRAAK
3 suup:rmar(k)t:n ... kongkuurAYrn
5 mar(k)t "f:rkoop:n
6 slaaf ‘fan
7 pooliEtlEk
8 hept "f:rstant ... burhg:mAYst:r
9 miEnist:r
10 shoofeur ... sekrtaares:
12 stemp:l:n
13 ik‘sal
14 IAYs‘saaf:rdaHGaav:nt ... ruubriEk
15 tis alteit lAYrreik
3 There are morę and morę large department Stores and supermarkets with which you hard-ly can compete.
4 Jan: The lite of a farmer is pleasant; you work all
day in the open air.
5 Rik: And in the rain! And my wife goes and sells
vegetables at the market.
6 Besides, in reality you are the slave of the animals.
7 Jan: I have an idea: go into politics.
8 You are clever, you can become a mayor,
9 and a couple of years later you might even become a minister.
10 Then you'll have a terrific car, a chauffeur, a secretary and ...
11 Rik: And maybe after a couple of months you have
nothing any morę.
12 And you can go on the dole (go stamp)!
Really a good [piece of] advice!
13 Jan: l'll continue to think about your problem,
14 but read the "jobs offered” section in the newspaper Saturday evening;
15 it's always informative and maybe you'll get an idea that way.
OPMERKINGEN
(1) De waar: the merchandise. Ze hebben goede waar: They have good merchandise.
(2) De concurrentie (kongkuuren(t)siE]: the competition. Een concurrent [kongkuurentj: a competitor
(3) Groente is usually used in the singular. We hebben groenle gegeten: We have eaten vegetables. The plural. groenten, refers to different kinds of vegetables.
(4) Ga in het huis om mijn boek te haten . Go into the house to get my book. Ga in het huis spelen: Go play in the house. Hij gaat stempelen: He is unemployed (goes to stamp). (To qualify for unemployment benefits one must go have a card stamped each day to prove that one is not working].
(5) Aanbieden: to offer. Hij heeft ons geid aangeboden He has offered us money. Hij biedt zijn diensten aan: He offers his services. Mag ik u een sigaar aanbieden: May I offer you a cigar?
(6) Hij is op het idee gekomen een winkel te openen: He got the idea of opening a shop.
*•*
Neuter nouns: het warenhuis, het dier.
68'" LES
/