327 driehonderd zevenentwintig
8 Misschien spreken ze in Vlaanderen niet allemaal A.B.N. (7) en gebruikeij ze nog hun dialect;
9 maar dat komt langzamerhand steeds minder voor.
10 Het is waarschijnlijk nog wel het geval met de oudere mensen ;
11 maar de jongeren (8), die naar school gegaan zijn, spreken de taal heel goed.
12 Hoofdzaak is voor u zich niet te laten ontmoedigen.
13 Gebruik wat u kent, zelfs ais u soms nog fouten maakt.
14 Wees vooral nooit bang : niemand zal met u spotten.
15 Meestal zal u de mensen bereid vinden om een landgenoot (9) of een buitenlander te helpen, die (NI) zijn best doet om hun eigen taal te spreken.
UITSPRAAK
8 diEalekt
9 langzaam:rhant stAYts 12 hooftsaak is‘foor
14 vwAYs‘fooral ... nIEmant"sal
15 b:reit'find:n ... lantHG:noot ... bult:nland:r
OEFENINGEN A. Vertaal:
Vakantie in Nederland. - 1. Volgend jaar ben ik van plan mijn vakantie in Nederland door te brengen. — 2. Het zal een uitstekende gelegenheid zijn om de geleerde
8 Maybe in Flanders they don't all speak Standard Cultured Dutch and [maybe] they still use their dialect,
9 but gradually that is occuring less and less.
10 It is probably still the case with the older people,
11 but the young (people), who have gone to school, speak the language very well.
12 The main thing is for you not to let yourself be discouraged.
13 Use what you know, even if you still make mis-takes sometimes.
14 Above all, never be afraid: no One will ridicule you. i§__/'-'Usitelly you will find people prepared to help a
feflow-countryman or a foreigner who does his best to speak their own language.
OPMERKINGEN
(7) An abbreviation of Algemeen Beschaafd Nederlands (General Cultured Dutch). This is the language spoken by educated people in The Netherlands and Flanders, the language of the press, radio and television. This is also what we are study-ing.
(8) De jongeren: the young people. De ouderen: the older people.
(9) Een stadsgenoot: a fellow townsman/townswoman. Een tijd-genoot: a contemporary.
***
Neuter nouns: het resultaat, het aantal, het dialect.
OPLOSSING A:
A holiday in The Netherlands. — 1. Next year I plan to spend my holiday in The Netherlands. - 2. It will be an excellent opportunity to use the words and expressions [I have] learnt. - 3. In addition
71 •“ LES