197 honderd zevenennegentig
3 Dora: Dag, vriend !
4 Mia: Zeg, het is ruim (1) negen uur. Waar
kom je vandaan ?
5 Dora: De verklaring is eerwoudig.
6 Meneer gaat 's avonds (2) uit (3) err 's morgens komt hij dan moeilijk uit zijn bed.
7 W im: Laten we (4) ernstig zijn, a.u.b. Mijn
schoonmoeder...
8 Dora: Ze is zeker weer in het ziekenhuis !
9 Of ligt ze deze keer (5) op sterven ?
10 Vertel ons dat niet meer : dat liedje (6) kennen we al lang.
11 W im: Goed ! Ik ben te laat opgestaan (7).
12 Heeft meneer De Vos iets gemerkt ?
13 Mia: Wees (N3) maar niet bang. Hij weet
van niets.
14 W im: Gelukkig ! En nu vlug aan het werk !
(wordt vervolgd)
3 dal-IG" friEnt
5 AYnvoud:HG
6 saav:nts ... smorhg:ns komfei ... uit"s:n bel 8 is‘sAYk:r ... in :t ‘slEkmhuis
10 liEty:
12 iEts'HG:merkt
Dora: Hello, friend!
Mia: Say, it's well past nine o'clock. Where have you been (come you from)?
Dora: The explanation is simple.
The gentleman goes out in the evening and then in the morning it's difficult for him to get out of his bed.
9
10
11
12
13
14
Wim: Let's be serious, please. My mother-in-law ... Dora: She's in the hospital again for surel
Or is she at the point of death this time?
Don't tell us that anymore: we've heard that song before (that song we already know for a long tlme).
Wim: Good! I got up too late.
Did Mister De Vos notice anything.
Mia: Don t be afraid. He knows nothing about it. Wim: [That's] fortunate! And now quickly to work!
(to be continued)
OPMERKINGEN
(1) Ruim: spacious. roomy, ample. wide. Dat is een ruime kamer: That's a spacious room. Er is geen ruime keuze: There isn't a wide choice. Hij is ruim twintig jaar: He's over twenty (years). Dat is ruim genoeg: That's morę than enough.
(2) s Avonds ben ik moe: In the evening I am tired. Notę the position of the apostrophe and of the capitalization. Die avond: that evening; vanavond: this evening.
(3) Mijn vrouw en ik gaan niet veel uit: My wife and I don’t go out much. Ze ging het huis uit : She went out of the house.
(4) Usually, laten we (plus an infinitive) is used in the impera-tive plural to introduce a proposal or a request. Laten we dadelijk vertrekkeni: Let's leave right away! Laten we bid-den: Let us pray. It is also permissable to use laat ons. but that is less common. Laat ons bidden.
(5) Keer: turn, time, instance. Vandaag ging ik voor de eerste keer: Today I went for the first time. As with jaar and uur, keer remains singular after a number. Hij kwam drie keer per maand: He came three times a month.
(6) Het lied: the song. Vanavond zal het koor drie liederen zingen: This evening the chorus will sing three songs. De kinderen zingen liedjes in de klas: The children sing songs in class.
(7) To form the past participle of a compound verb the separable part is placed before the past participle of the root verb. Ze is gekomen: She has come. Ze is vanavond teruggekomen: She has come back this evening. Hebben ze steeds opgepast?: Have they always been careful?
Neuter nouns: het ziekenhuis. het lied, het koor.
46“ LES