Achtergronden bij de literaire ontwikkelingen 1918 - 1940
1. Afbakening en indeling van het tijdvak
het begin van de 20ste eeuw - een periode van radicale vernieuwing in Europese literaire en culturele leven veel nieuwe kunstrichtingen die met traditie breken (expressionisnme, futurisme, kubisme, dadaïsme, constructivisme, surrealisme - samengevat worden ze “historische avant-garde” of “modernisme” genoemd)
dit tijdvak wordt aan beide zijden begrensd door een wereldoorlog en daarom heeft de naam “interbellum”, de periode tussen de beide Wereldoorlogen
2. Nederland en Vlanderen
literaire ontwikkelingen in NE ≠ literaire ontwikkelingen in VL in elk land eigen karakter achtergronden daarvan: NL buiten de oorlog + weinig literatuur; BE (VL) was een bezet gebied + aparte oorlogliteratuur
in BE Ditsers voerden Flamenpolitiek het resultaat daarvan was dat de “activisten” van de Vlaamse Beweging met Duitsers samen werkten dank hen werd de Universiteit in 1916 vernederlandst, maar na het orloog alles werd weer ongedaan gemaakt en schrijvers kwamen in gevangenis terecht of ze gingen naar DE of NL
3. Politieke en sociaaleconomische achtergronden
aanvankelijk had men in EU de oorlog niet als fatalistisch gezien
“historische avant-garde” meende dat de oorlog een vernieuwing is zulke geluiden kwamen bijv. van de Italiaan Marinetti die in 1909 zijn opzienbarende Futuristisch manifest publiceerde
Toch uiteindelijk leidde de oorlog tot morele ontredering
de ervaringen van de 1ste WO veranderte de cultuur en dat is een van d achtergronden van de cesuur die in de literatuurgeschiedenis wordt aangebracht
Linkse bewegingen
Socialisten en communisten waren international georganiseerd onder het motto van Karl Marx: “Proleteriers aller landen, vereinigt u”
Enkele partijliederen keerden de beweging de rug toe omdat ze dogmatisme en de politiek van Stalin slecht vonden linkse schrijvers die zo dachten: Maurits Dekker, Jef Last, H. R. Holst, maar Theun de Vries verdedigde Stalins politiek tot 1949
Rechtse bewegingen
Vanaf de jaren twintig waren rechste bewegingen actief, in de jaren dertig nam hun invloed toe
In IT - fascisme (Mussollini) en in DE - nationaalsocialisme (Hitler) nadruk op mannelijke waarden, vrouwen - traditionele moderrol; geen plaats voor minderheden, andere rassen (Joden) en homoseksuelen
Extreemrechste partijen in NE: Zwart Front van Arnold Meijer en de NSB (Nationaal-Socialistische Beweging) van Anton Mussert
Vlaamse rechtse bewegingen: het Verdinaso (Verbond van Dietsch-Nationaal Solidaristen) en de Rex-beweging, waarvan Hugo Claus later in Het verdriet van Belgie zo'n treurig beeld zou geven
De Spaanse tragedie van Jef Last - het gaat daarin over de Spaanse Burgeroorlog (in de jaren '30) - een bloedeige confrontatie van links en rechts
Het tijdschrift Forum (de oprichters: Ter Braak en Du Perron) - het belangrijkst - de rechten van de vrije persoonlijkheid; geen voorkeur voor communisme of fascisme of nationaalsocialisme
4. Koloniale ontwikkelingen
Nederlans-Indie
De grote roman Het land van herkomst geeft en beeld van politieke debatten die tijdens de jaren '30 nder kunstenaars en intellectuellen werdengevoerd. E. Du Perrons alter ego Arthur Ducroo doet daarin niet alleen een verslag van de politieke discussies met zijn vrienden maar halt ook herrineringen op aan zijn Indische jeugd; toen hij in 1936 naar Indiee terug kwam zag hij dat er grote veranderingen in Indiee plaats vonden (vooral nationalistische bewegingen); hij heeft Indiee gesteund in haar streven naar souvereniteit
1946 werd Indiee onafhankelijk
Suriname en de Antillen
Geen onafhankelijksbewegingen, maar wel aandacht voor het probleem van het kolonialisme
De Antilliaan Cola Debrot beelde in zijn novelle Mijn zuster de negerin de koloniale tegenstellingen uit: meester tegenover slaaf, Europa tegenover Curacao, wit tegenover zwart
De Surinamer Albert Helman heeft in Zuid-Zuid-West aandacht gevraagd voor de slechte situatie waarin Suriname verkeerde
5. Veranderingen in het dagelijkse leven
De moderne tijd
Vliegtuigen, auto's, motoren, telefoons en machines waren tekenen van verandering en modernisering, maar ook sport, nieuwe dansen, nieuwe muziek (jazz), nieuwe gewoonten en vijere verhoudingen tussen de seksen
Emancipatie
Grotere bewegingsvrijheid voor vruwen en nieuwe modes in kleding en haardracht korte jurken van Coco Chanel en korte, gladde haren
Het actieve vrouwenkiesrechtwas in 1919 ingevoerd
Meer vrouwen op school, universiteit, in tal van beroepen
Rokende, sportende, fietsende vrouwen waren tekenen van de nieuwe tijd
In de jaren '30 moederschap weer meer belangrijk zelfs voor vrouwen
Vitalisme en ondergangsbesef
In deze periode zien we twee tegestellige tendensen: 1) optimisme en vooruitgansgeloof 2) pessimisme en ondergangsbesef
Ad. 1) intens leven geinspireerd door Nietzsche die het leven als voortdurende strijd en beweging opvatte
Ad. 2) pessimisme en cultuurkritiek geinspireerd door Unterhgang des Abendlandes van O. Spengler + “Ondergangsstemmingen” heet eerste hoofdstuk van In de schaduw van morgen. Een diagnose van het geesteleijk lijden van onzen tijd van historicus Huizinga
7. Freud
Uitgangspunt van Freuds theorie is dat mens een gelaagd wezen is dat maar gedeeltelijk uit bewuste motieven handelt. Het menselijke gedrag wordt in sterke mate gestuurd door diepee liggende krachten waarop de mens zelf geen invloed heeft
In Freuds opvatting is het “zelf”verdeeld in: ID - onbewust reservoir van (seksuele) driften, Superego - fungeert als geweten, Ego (het “ik”) - probeert binnen de gerenzen die de andere instanties stellen te handelen
Psychoanalyse - een manier om diepere inzicht in het gevoelens- en driftleven te krijgen
psychologische analyse van eigen ik ondernomen in Anton-Wachter-romans van Vestdijk en Het land van herkomst van E. Du Perron
Verzuiling
Alle activiteieten in het dagelijkse leven werden bepaald door de groep of zuil waartoe men behorde
Groepen of zuilen: katholieke, protestantse met verschillende subgruppen, rode zuil van van socialistische en communistische groepen, en nog niet-gebondenden deze structuur bepaalde de opdeling van het nieuwe medium radio: katholieken (KRO), protestanten (NCRV en VPRO), socialisten (VARA), niet-gebonden (AVRO); iedere groep had ook een eigen tijdschrift
Veranderingen in het culturele leven
Door de groeienede deelname aan het onderwijs werd er meer gelezen eerste bestsellers, goedkopee reeksen en premiegeschenken van de Wereldbibliotheek
De betekenis van dag- en weekbladkritiek nam toe
IDIL - de katholieke informatiedienst inzake lectuur, die in cijfers uitdrukte welke boeken geschikt of ongeschikt waren voor welke categorie lezers
Interessant voor de literatuur was ook de ontwikkeling van de film in de poezie werd naar populaire sterren zoals Rudolf Valentino of Marlene Dietrich verwezen, bijv. bij Paul van Ostaijen
Vernieuwing van de kunst: historische avant-garde en modernisme
De vele nieuwe richtingen en stromingen in het begin van de 20ste eeuw worden samengevat onder de noemer “modernisme”, maar sinds de jaren '80 is het gangbaar geworden de begintwintigste-eeuwse ismen te brengen onder de verzamelnaam “historische avant-garde” en de term “modernisme” te reserveren voor de literatuur die zich tegelijk met en deels na de avant-garde voordoet M. Proust, J. Joyce, T. Mann en in NL schrijvers rond Forum: Menno Ter Braak, E. Du Perron, S. Vestdijk, C. Van Bruggen en dichter Nijhoff
Avant-garde als vernieuwing en voorzetting: kernpunten
Voortzetting
Hoewel de kunstenaars sterk de nadruk legden op het nieuwe dat zij nastreefden, zijn er toch wel verbindingen met opvattingen en richtingen uit het fin de siecle bijv. uit symbolisme, gemeenschaapskunst
Vernieuwing
De kunstenaars wilden echt nieuwe kunst maken, nieuw naar idee en naar vorm
De autonomieopvatting - de wil te breken met kunst die erop uit was de werkelijkheid na te bootsen de werkelijkheid moest juist worden opgezocht, maar dan niet om tot een natuurgetrouwe weergave te komen maar om de essenties te achterhalen, de kern achter de uiterlijke verschijningsvormen
Autonomische poetica
Autonomische poetica = breuk met kunst als werkelijkheidsweergave en met kunst als individuele espressie van de kunstenaar de dichter stuurt het gedicht, maar het gedicht stuurdt evengoed de dichter dat betekent dat niet alleen maar het gedachte van de dichter het gedicht vormt maar ookhet ritme van de taal, de associaties die de woorden oproepen, de klank en rijmmogelijkheden e.z.v.
`creatieve vorm” - de vorm die zelf inhoud produceert; het gedicht is in deze visie `zelfwerkzaam' geworden in NL en VL de term voor het gedicht was `organisme'
De autonomieopvatting brak zowel met de mimetische als met de expressieve traditie
Taal
Kenmerkend voor avant-garde waren taalexperimenten alle mogelijkheden van klank, rithme, betekenis, grafische vorm
Typografie als poetisch middel
Het `vrije' vers werd geintroduceerd
Verhouding tot het symbolisme
In beide richtingen (symbolisme en avant-garde) was men erop gericht via het taalspel, de woorden door te dringen tot de (in de woorden van Van Oostaijen) `geheimzinnige zijde der dingen'
De afzonderlijke ismen
Futurisme
Futuristen waren verzet op alles wat vaart, snelheid, beweging had, spannend en avontuurlijk leek
Grote invloed hadden de manifesten van Marinetti moderne dichters zullen met traditionelle versvorm en gramaticalle verbanden breken, geen interpunctie, het `ik' moet vernietigd worden
Kubisme en constructivisme
Picasso en Braque waren gronleggers van het kubisme
Het basisprincipie was dat de natuurlijke vormen werden doorbroken aandacht voor geometrische vormenkubistische literatoren: Apollinaire, Cendrars, Cocteau
Constructivisme (neokubisme) geo- en stereometrische vormen + primaire kleuren rood, geel en blauw met combinatie met zwart en wit
In NL constructivisten waren verzameld rond het tijdschrift De Stijl: Piet Mondriaan, Theo van Doesburg hij heeft geen woorden gebruikt, maar begon `letterklankbeelden' te maken, grafische noteringen voorzien van nauwkeurige leesaanwijzingen
Expressionisme
Expressionisten wilden via hun werk uitdrukken welke emoties en ideeen hen tot het scheppen hadden gebracht, hoe zij de wereld om zich heen aanvoelden en begrepen, door wat voor onthullende visioenen zij waren gegrepen
Kenmerken: vervormingen en niet-natuurlijke kleuren, geen details
Tijdelijke groepsvormingen van expresionisten: `Die Brücke', `Der blaue Reiter', de Groninger kunstkring `De Ploeg'
Ook boekomslagen en illustraties van die tijd expressionistisch bijv. het werk van de vlaming Jozef Cantre
Humanitair expressionisme: `onzuivere traditie'
De kunstenaar moest iets voor de gemeenschap betekenen dichters verkondigden hoge idealen als liefde, broederschap, vrede, gerechtigheid tussen de mensen en volken
Organisch expressionisme: `zuivere traditie'
Het kunstwerk vormde in deze visie juist een eenheid waarin inhoud en vorm niet te scheiden zijn geen vorm van de vertolking van een idee of menselijk gevoel
Dada
De geboorte van dada vond plaats in 1916 in Zürich, dan ontstonden ook centra in anadere groten steden
Allerlei kosmpolistische kunstenaars hebben er korter of langer deelgenomen bijv. Marcell Duchamp
In de Vlaamse literatuur zien we sporen van dada in het werk van Paul Oostaijen, in NL: Theo van Doesburg samen met Kurt Schwiters
Het strijdleus van dada was: `nihil' verband met anarchisme
Nieuwe artisitieke visies en methoden bijv. het uitwissen van de grens tussen `kunst' en `niet-kunst' en `sense' en `non-sense'
Populair waren de ready-made's van Duchamp fietswielen, wc-potten
Surrealisme
Ontstond in 1925 uit een dadaistische groepering in Parijs
In tegenstelling tot dada gadden de surrealisten een remedie te bieden de mens moest geestelijk bevrijd worden door zijn verstand opzij te zetten en toegang te zoeken tot het onbewuste gerichtheid op dromen, fantasieen en hallucinaties
Freud was een inspiratie
Ecriture automatique - veelgebruiket techniek waarbij het ging om alles op te schrijven wat in je opkwam, zonder te letten op orde, samenhang of toelaatbaarheid
Nieuwe zakelijkheid, magisch realisme
Nieuwe zakelijkheid - richting die voortbouwt op de architectuur van de jaren twintig (ook functionalisme genoemd) `form follows function', dus geen loze ornamenten, maar strakke en sobere vormen waarbij de constructie zichtbaar mag zijn
Nieuwe zakelijkheid in de literatuur sobere, korte, kernachtige stijl
De term `nieuwe zakelijkheid' wordt ook wel in de plaats van magisch realisme gebruikt
Magisch realisme in literatuur in NL: F. Bordewijk; in VL: Johan Daisne en Hubert Lampo
Het magisch realisme= beschrijving van de gewone werkelijkheid + de wereld van de droom, fantasie, hallucinatie
vaak samenhang met een sterk ondergangsbesef zoals dat in de jaren '30 veel voorkwam; vaak ook surreele elementen
Nieuwe zakelijkheid - een aanduiding voor de reportage-achtige romans uit de jaren '30 die sterk aanleunden tegen journalistiek en de film en een beeld wilden geven van het moderne leven, vooral de wereld van industrie en techniek
Literaire ontwikkelingen 1918 - 1930
Vlaanderen
Humanitair espressionisme: poëzie
`nieuw geslacht' - jonge dichters zoals P. Van Oostaijen, G. Burssens, W. Moens, V. J. Brunclair die tegen de generatie Van Nu en Straaks waren en zich verzamelden rond het tojdschrift Ruimte
Die dichters uitten un betrokkendheid bij de gemeenschap en hun ethische idealen in vrije, vaak breed stromende verzen die erop uit waren te ontroeren en overtuigen
Kenmerken: volzinnen met uitroepen, parallelismen, hyperbolen en andere rhetorische stijlfiguren
Sleutelwoorden: `mens', “broeder', `lijden', `liefde', `vrede'
Verbinding met het symbolisme - het opleggen van eigen gevoel en visie aan de buitenwereld, zoals in Paul van Oostaijens `Avondlied' uit Het Sienjaal
Expressionistisch proza
Wies Moens: Celbrieven - `Mens-Broeder' gerichte brieven geschreven uit de gevangenis
Expressionistich toneel
`diepmenselijke' thema's maar ook politieke en maatschappelijke
Inspireerd door wat er op dit gebied in DE, FR en RU gebeurde + middeleeuwse toneel
Teirlinck was de eerste en belangrijkste van de toneelvernieuwers zijn toneelstuk De vertraagde film, een `gedanst, gezongen en gesproken grama in drie bedrijven' wer aangekondigd als het eerste Vlaamse expressionistische toneelstuk
Gezang, instrumentale muziek, dans, pantomime, poppenspel en maskerades, geluids- en lichteffecten
Tegenstemmen
Jonge dichters (bijv. Richard Minne)rond 't Fonteintje waren tegen humanitaire espressionnisme voorkeur voor traditionele versvormen, thema van gedichten: gebeurtenissen uit het dagelijkse leven
De ontwikkeling van Paul van Oostaijen
Zijn eerste bundels: Music-hall(1916), Het Sienjaal (1918) en dan Feesten van angst en pijn en Bezette stad(1921) (waarin vele richtingen werden verwerkt)
De bundels bevatten
veel verwijzingen naar Antwerpen en Berlijn
het woord `nihil' komt vaak voor
geen logisch ontwikelde gedachten maar associaties door klank, ritme of betekenis collagetechnieken en readymade's (filmtitels, reclameteksten e.z.v)
klanknabootsingen
opvallende typografie
geen `ik' vorm
woordkunst, spel met woord
zijn prozastukken=grotesken een soorst antiverhalen waarin op allerlei manieren met de verwachtingen van de lezer wordt gespot
Nederland
Tijdschriften: verzuiling van het literaire leven
in NL is de ontwikkeling naar het moderne te volgen in vele tijdschriften:
Het Getij - `wieg van de nieuwe beweging
De Vrije Bladen - belangstelling voor expressionisme en vitalisme
De Stem
Roeping - katholisch tijdschrift
De Gemeenschap - katholisch tijdschrift (criticus Anton van Duinkerken)
Opgang - protestants tijdschrift
Opwaartsche Wegen - protestants tijdschrift
Links Rechten - linkere bewegingen
Links Front - linkere bewegingen
Gulden Winckel - over literaire actualiteiten
Critisch Bulletin - neutrale literaire kritiek
Futuristische en expressionistische invloeden
De enige vertegenwoordiger van de historische avant-garde in NL was Theo van Doesburg (schreef onder het pseudoniem I. K. Bonset)
Sommige dichters vertoonden raakpunten met nieuwe richtingen:
Hendrik van Vries - futurisme fantasieen over wonderlijke steden en luchtgevechten + surrealisme dromen, fantasien en visioenen dienden voor hem als inspiratiebron
Herman van den Bergh + Marsman - expressionisme sterk vitalisch gekleurd levensgevoel, veel neologismen en geconcretiserde abstracta gebruikt en isolering van kernwoorden zoals zelfstandige naamworden en werkwoorden, onverwachte combinaties; opvallend ook het espressionistische kleurgebruik `groene haaren', `blauwe paarden'
Marsman - ondergangbesef trefwoorden in zijn poezie: `nacht', `dood', `angst', `val'
Expressionistisch proza
`expressionistisch-literaire composities' van van Doesburg in Het Getij en `abstracte, sur-humanistische' romanfragmenten in De Stijl
Korte roman van Gerard van Duyn “De verlaten stad”
E. Du Perron “Manuscript in een jaszak gevonden” hij beoefent en pariodieert tegelijkertijd nieuwe literaire vormen
Tussen traditie en vernieuwing: Slauerhoff
Zijn gedichten zijn traditioneel van vorm
Grote rol in zijn gedichten speelden: de zee, het schip, het eiland of de kust
Moderne elemnten in zijn gedichten kwamen door zijn roekeloze leefwijze, zijn drift en onrust die ook uit zijn werk spraken en ook door korzelige, bittere en tegendraagse toon die zijn handelsmerk is geworden
Nijhoff
De positie van M. Nijhoff is moeilijk te benoemen dubbelzinnigheid van zijn werken
Bijzondere taalhantering autonomistische traditie ≠ hij voelde zich meer aangetrokken tot het bedachtzame tijdschrift De Gids dan tot jongerenbladen
Kenmerken van modernisme voraal in bundels: De Wandelaar, Vormen
Nieuwe Gedichten - hij voelde zich in die gedichten verwant aan het magisch realisme voorbeeld: het grote gedicht Het uur U
Dichters en de actualiteit
Tijdens de jaren '30 hebben de dichters zich over de politieke actualiteit uitgesproken, bijv. Tempel en kruis van Marsman
Literaire ontwikkelingen 1918 - 1930
Vlaanderen
1. Romanvernieuwing
Romanvernieuwers: Maurice Roelants, Marnix Gijsen, Willem Elsschot en Gerard Waalschap
Kenmerken van romanvernieuwing:
Verzet tegen regionale en folkloristische karakter van veel Vlaamse proza en tegen de overdadige stijl en het typisch Vlaamse taalgebruik
Breken met de streekgebonden thematiek en het streven naar een soberdere taal
Verdieping en verinnerlijkingin de roman
Er ontstond een samenwerkingsband met Ter Braak en Du perron in Forum
Traditionele chronologische vertelwijze
Ik-vorm vaker gekozen waarin de hoofdfiguur ook zijn eigen comentatoor is
Het accent is verschoven van decorbeschrijving naar psychologise analyses (het ging om morele vragen)
Willem Elsschot
Sobere stijl van schrijven - verband met de nieuwe zakelijkheid
Alles in verhaal functioneel grote gebuertenissen en gevoelens worden in details uitgedrukt
Gebruik van personnages die elkaars tegenpolen vormen de harde en de zwakke
Romans: Lijmen, Het Been, Kaas, Het Dwaallicht
Maurice Gilliams
Elias of het gevecht met de engel
Analyse van psychische lagen van hoofdfiguren
Stijl vol van symbolen
Geen chronologische vertelwijze
De opbouw van de roman doet muzikaal aan (vergelijkbaar met een sonate)
De romanopvatting van Walschap
Een roman moet vooral een verhaal zijn de handeling mocht niet verstoord worden door uitvoerige beschrijvingen, de personnages moesten niet door beschrijving maar door hun daden gekaratkeriseerd worden
Zijn stijl is bondig, gebruik van spreektaal
Bedoeling van zijn verhalen: grote menselijke problemen aan orde stellen + geen taboes
Nederland
1. Vorm of vent tekst od Kocha na ten temat
2. Poesie parlante
Tegenstelling van poesie pure(=accent op muzikale karakter van taal), poesie parlante = gebruik van de gewone spreektak + het onderwerp: het dagelijks leven
Poesie parlant werd in de kring rond Forum beoefent hand in hand met een afkeer van schone schijn en `sierpoezie'
Romanvernieuwing in de jaren dertig
Verzet tegen huiskamerrealisme, `damesromans', romans over gezins- en familieleven van Wessem en Marsman hadden gepleit voor een bondiger, zakelijker proza en voor bredere onderwerpen
Verzet tegen de nog gebleven mode voor impressionistische woordkunst van sommige Tachtigers
Een oudere auteur, wel bewonderd door Ter Braak en Du Perron: Arthur van Schendel schreef sombere, bijna kroniekachtige geschiedenissen bijv. Het fregatschip Johanna Maria, De Waterman
Streekromans en andere sociaalrealistische romans
De streekroman, die teruggaat op de traditie van de dorpsnovelle uit de 19de eeuw, beleefde in Nl rond 1930 een opbloei
Kenmerken:
Traditionele vorm
Veel gebruikgemaakt van dialect
Aandacht voor sociaaleconomische problemen (vooral in de stad), generatieconflicten
Meestal de presonnages zijn dorpsbewoners als groep
Romanschrijvers: Het wassende water Herman de Man, Peelwerkers A. Coolen, Baartje Anne de Vries, Burgers in nood, H.M. van Randwijk, Mensen zonder geld Jan Mens
Toekomstromans waarin de zorg om de eigen tijd vooral in het schrikbeeld van een totalitaire staat wordt uitgedrukt C. R. 133 Maurits Dekker, Blokken Bordewijk
De nieuwe zakelijkheid: reportageromans
Moderne onderwerpen: de grote stad, techniek, zakenleven
Technieken van journalistiek gebruikt: zakelijke een snelle kroniekachtige stijl, de verwerking van feitelijke gegevens
Technieken aan het nieuwe film ontleend: snelle scenewisselinge, overgangen van overzichtsbeelden naar close-up, beeldrijm
Ben Stroman Stad roman over rusteloze leven in Rotterdam
M. Revis 8. 100. 000 m3 geschiedenis van een zandmaatschappij
W. A. Wagener Sjanghai simultaneistische opzet
Het proza van Boederwijk
Kenmerken van zijn stijl:
Eigenaardige woordvolgorde, opvallende metaforen
Magisch-realistische en surreele elementen
Personnages vertedigen een idee of een prototype
Aandacht voor geheimzinnige en bovenzinnelijke verschijnselen
Ruimtebehandeling is essentieel voor de thematiek
Centraal in zijn oeuvre staan verval (upadek) en desintegratie, met als tegenpolen tucht en discipline
Voorbeeldromans: Bint, Karakter, Rood Paleis, De Wingerdrank
Het proza rond Forum
Psychologische roman de personnages zijn het belangrijkst ik-romans waarin diepere lagen van het innerlijk worden aangebord
De visie op het wereld en het leven wordt authentisch en persoonlijk uitgedrukt Multatuli, Nescio, Elsschot, Slauerhoff, van Schendel
Romans van Marsman, du Perron, ter Braak, van Vestdijk zijn vooral autobiografisch, de personnages zijn individualisten bezig met bewustwording
Enkele voorbeelden van modernisch proza; de bewustzijnsroman
Carry van Bruggen schreef vanuit het bewustzijn van het personage Eva weergave van het bewustzijn van de hoofdfiguur + filosofische ideen in haar werk
Menno Ter Braak Hampton Cort
E. Du Perron Het land van kerkomst - neiging tot reflectie en scepsis sterk aanwezig, vragen over waarheid en werkelijkheid, moeilijk de grens te trekken tussen fictie en non-fictie
Romans van Vestdijk
Zijn oeuvre is groot en veelvormig
Anton Wachter-romans aansluiten bij de ontwikkelingen in de psychologische roman
Dromen en visionen maken soms deel uit van de karaktertekening
Meneer Visser's hellevaart - bewuszijn ordt gepresenteerd door middel van innerlijke monologen met een techniek die doet denken aan Joyce' Ulisses
De koperen tuin omvat historische romans
De toekomst der religie - antwoorden op vragen naar de zin van het bestaan
5. Dichters rond Werk en Citerium
Kort voor het uitbreken van de IIWO vormde zich een nieuwe generatie jonge schrijvers rond het tijdschrift Werk, dat spoedig werd gevolgd door Criterium
Tot deze groep behoorden: Ed Hoornik, A. van der Veen, M. Vasalis, C. C. S. Crone, A. Blaman, Jac. Van Hattum, G. Den Brabander, Han G. Hoekstra en L. Th. Lehmann
Kenmerken: gerichtheid op het werkelijke en alledaagse, naast een voorkeur voor droom, magie en symboliek, voorkeur voor alledaags taalgebruik en een ironische toon
Werk van M. Vasalis stond bij alle critici het hoogst aangeschreven Parken en woestijnen tegenstellingen spelen een grote rol, symbolistische beelden
Sommige jonge Criterium-dichters bewogen zich naar het surreele onlogisch beeldgebruik en bizarre humor nonsenspoezie
Gerrit Achterberg
Surreele elementen in zijn gedichten
In zijn werk vanaf jaren '30 tot aan de jaren '60 komen verschillende literair-historische ontwikkelingen bij elkaar, hoofdonderwerp: gestorven liefde
Gerichtheid op werkelijkheid waar de grenzen van tijd en ruimte geen rol spelen en de vereniging met de ideale geliefde zich kan voltrekken
Gelof in de magische, bezwerende kracht van de taal gebruikt de gestorven `gij', `u'
Voorliefde voor het sonnet en sonnetencyclus
Gewone omgangstaal, waarmee hij verwijsde naar de bijbel en mythologie en technische termen
Zijn gedichten bevatten dubbelzinnigheid magisch realisme