Achtergronden bij de literaire ontwikkelingen 1880 - 1918
1. Politieke achtergronden
Buitenlandse politiek
1871 - 1914 - “tijdperk van de gewapende vrede” omdat er in Europa politieke spanningen waren
In dit tijdvak bleven BE en NL neutraal
1899 en 1907 nam in Den Haag een grote Vredesconferentie plaats - geen resultaat
Er vormden zich 2 machtsblokken:
Triple Alliantie: Duitsland(DE) + Oostenrijk-Hongarije (OH) + Italië (I)
Rusland (RU) + Frankrijk (FR)+ Engeland (EN)
Buiten Europa en aan de rand ervan veel oorlogen: Japans-Chinees oorlog; Turks-Griekse;Boerenoorlog van Engeland tegen Zuid-Afrikaanse Republiek; Itaalians-Turkse oorlog; Balkanoorlog
1914 begonnen de Centralen (DE + OH) en de Geallierden (FR + EN + RU) een strijd - het resultaat de I Wereldoorlog
Binnenlandse politiek
Onder Willem III ontwikkelde zich in NL parlementaire monarchie
Sinds 1898 in NL koningin Wilhelmina in BE - Leopold II
Hervorming van het kiesrecht in NL en BE
Via “Vrije scholen” (confessionele (wyznaniowe) scholen) versterkte de confessionele deel van de natie zijn positie
Confessionele partijen steeds meer van belang in dit periode
2. Sociaaleconomische achtergronden
Economische groei
Industrialisatie uitvindingen: elektriciteit, dieselmotor, auto, telefoon
Agrarische sector kwam onder druk de reden: goedkope graanimport uit Amerika
In NL na 1890 groeide de economie sterk scheepvaart, industrie en handelsverkeer
Profijt van Indie: suiker- , koffieculturen, tabak- , rubberplantages en petroleumindustrie
Grote trek naar de stad het plattelland ontvolkte
Het belang van Vlanderen nam economisch toe
Sociale kwestie
Sociale ongelijkheid zowel op het platteland als ook in verstedelijkte industriegebieden
Volksopstanden: het Amsterdamse palingoproer, spoorwegstaking
Socialisten en confessionele kringen zochten naar oplossingen voor de “sociale kwestie'
3. Maatschappelijke stromingen
Verzuiling
Katholieken en orthodox-protestanten streefden ernaar binnen hun groeperingen het sociale en culturele leven te organiseren het teken van emancipatie
Katholieke Volkspartij (KVP) + de Anti-Revolutionaire Partij (ARP) = de regering in NL
Katholieken + Belgische Werklieden Partij = regering in BE
Katholieke tijdschriften: De Katholiek, Van Onzen Tijd
Protestantse tijdschriften: Ons Tijdschrift, Stemmen des Tijds
De aangegevene door de Tachtigers norm werd ook in kringen van katholieke, potestantse en socialistiche schrijvers gebruikt
Progressive bewegingen
Bewegingen:
Anarchisme
Socialisme: orthodox-marxistische,revisionistische - veel gedichten gewijd aan socialisme bijv. Een klein heldendicht Herman Gorter
De Rein-Leven-beweging
Feminisme etc.
“Walden” of de “Internationale Broderschap” - utopistische leefgemeenschappen in NL
Aletta Jacobs werd in 1871 als eerste vrouwelijke student aan de medische faculteittoegelaten
1922 - kiesrecht voor vrouwen
4. Wetenschap
In het fin de siècle ontdekkingen op het terrein van biologie, natuurwetenschappen en geneeskunde
In NL de tijd rond 1900 was aangeduid als de “tweede gouden eeuw” want er waren veel Noebelprijzen ingereikt aan Nederlanders
Enerzijds werd de wetenschap als materialistisch en beperkt afgewezen maar anderzijds was zij gebruikt om bepallde visie te verdedigen
5. Godsdienst eb filosofie
Ontkerkelijking
Hang naar het metafysische
Spiritisme
Theosofie - zoeken naar de waarheid door wetenschap en godsdienstmet elkaar te verzoenen
Voor L. Van Deyssel, H. Gorter en F. Van Eeden - geen literatuur zonder levensbeschouwelijke waarheid mogelijk
6. Fin de siecle
De term “fin de siecle”
De laatste twee decennia van de XIX eeuw
Pregnante betekenis: karakteristiek levensgevoel dat liet zien hoe samen met de eeuw ook be beschaving (cywilizacja) op haar eind liep
Degeneratie en regeneratie
Degeneratie (“ontaarding”) wil zeggen dat de avolutionaire ontwikkeling een neerwaartse spiraal laat zien
Gezonde procreatie, vitalisme, regeneratie werd het antidotum tegen degeneratie
Individualisme en collectivisme
Individualisme - benadering van de mens en de wereld gericht op individuele beleving
Individualisme wordt gespiegelt in de poetica van de Tachtigers
Collectivisme - gemeenschapsideal
7. Afbakening van het tijdvak: de lietraire ontwikkelingen in grote lijnen
De Nieuwe Gids (1885-1943)- redactie: Lodewijk van Deyssel + Herman Gorter, andere schrijvers: Willem Kloos, Albert Verwey, Frederik van Eeden; het tijdschrift was de spreekbuis van een jongere generatie schrijvers de Tachtigers ze wilden de kunst bevrijden van religieuze, morele en didactische doeleinden, kunst was bolgens hen “passie”
Van Nu en Straks (1893-1894 en 1896-1901) - in Vlanderen;schrijvers: August Vermeylen, p. Van Langendonck, A. Hegenscheidt, C. Buysse en andere; vergelijkbaar met De Nieuwe Gids
In Vlanderen onstnd modern naturilistische proza, stemmingskunst, symbolisme in poezie en proza (net als in NL)
Meer dan in NL toonde zich de Vlaamse literatuur gevoelig voor het decandentisme
Andere nieuwe tijdschriften:
Tweemaandelijksch Tijdschrift
De Xxe Eeuw (van Deyssel en Verwey)
De Kroniek (P. L. Tak)
De Nieuwe Tijd (Gorter en Henriette Roland Holst)
De Beweging (Verwey, 1905-1919 een vooraanstaand literair tijdschrift)
De tachtigers wendden zich naar meer geestelijke kunst
De Eerste Wereldoorlog als eindpunt van dit tijdvak
Literaire stromingen in dit tijdvak zijn moeilijk te onderscheiden; er zijn o. a. Zulke stromingen: naturalisme, symbolisme, gemeenschappskunst, ideekunst, stemmingskunst
Autonomisering van het literaire leven schrijvers, critici, uitgeverijen weken zich los van andere maatschappelijke domeinen
Literaire ontwikkelingen 1880 - 1895
Stemmingskunst
Stemming en emotie - signaal van literaire kwaliteit
Proza: verhalen handelden meestal over andere personnages en over de fysiologische en psychologische ins en outs daarvan
Voor de Tachtigers alles wat emotie opriep was schoon
Stemmingspoezie en stemmingsproza hield vaak een combinatie in van uitbeelding van de zintuiglijk (zmysłowe) waarneembare werkelijkheid (mimesis) en van uitdrukking van persoonlijke visie en emotie (expressie)
Vaak werden termen gebruikt waardoor de schoonheidsemoties en metafysische lading kregen
Soms wordt stemmingskunst “impressionisme” genoemd maar literaire stemmingskunst maakt niet noodzakelijk gebruik van impressionistische schrijfstijl, schilderkunst wel
“woordkunst” - impressionistische stijl nevenschikkingen, neologismen, ongebruikelijke woordvolgorde; deze stijl gebruikten o. a. L. Couperus L. Van Deyssel, H. Gorter
Sensatie en sensitivisme
Stemmingspoëzie
Tachtigers tegen hun directe voorgangers (N. Beets, J.J.L. ten Kate) = tegen moralisme en retoriek
Nieuwe poetica: veel metaforen en muzikale kant van de taal
Vormprincipes van de poezie van de Tachtigers:
Voorkeur voor het sonnet geschreven in vijfvoetige jamben en met kleine variaties in de rijmschema's
H. Gorter was een uitzondering - hij schrijf in vrije versformen
Neologismen: woordkoppelingen die de stemming het best uitdrukken; levenloze zaken werden als levend voorgesteld; tegengestelde begrippen aan elkaar gekoppeld; gebruik van syntesieen
Beeldspraak
Mythologische onderwerpen in epische poezie
De meeste Tachtiger-poezie bestaat echter uit lyriek
Filosofische en metafysische elementen speelden ook een rol in de Tachtigers-poezie
Stemmingsproza
Korte stemmingschetsen het bekendste schets was “Een dag met sneeuw” verschenen in “De Nieuwe Gigs” en geschreven door een schilder Jacobus van Looy
Prozagedichten waren populair - ze zijn meer lyrisch en beschrijvend
Het naturalistische proza
In het ontstaan van Nederlandse naturalisme heeft Franse literatuur een belangrijke rol gespeld (werken van Emile Zola, vooral Les Rougon-Macquart - een bron van inspiratie)
Naturalistische poetica authentieke, niet-moralistische en persoonlijke van de verhalen; naturalistische schrijver voelt het onderwerp van zijn werk door
De naturalistische roman betekende een vernieuwing in de romanstructuur verschuiving van auctoriale naar een meer personale vertelwijze verteld in de derde persoon en de rol van de verteller wordt gemarginaliseerd
De naturalistische roman uitvoerige inzicht in het innerlijk van de personnages (daarvoor werd indirecte rede gebruikt) Van oude mensen,...
Medische wetenschap temperamentenleer belangrijk voor het creeren van karakters van personnages
Milieutekening - de omgeving werd beschrijven
Levensechte dialogen
De plot van een naturalistische roman is meestal de geschiedenis van een ontnuchtering
Maatschappijkrietiek
De macht der natuur door Couperus wordt de in de natuur aanwezige keten van oorzaak en gevolg voorgesteld als het werk van een hogere onbereikbare macht, een metafysisch noodlot
Optimistische tegengeluiden van Eeden, Couperus
Naturalisme en sensitivisme Couperus Extaze, van Deyssel Een liefde
Naturalistische schetsen - enkele gebeurtenissen of een paar scenes uit het leven van personnages M. Emmants, A. Cooplandt, F. Netscher, S. Streuvels (BE), C. Buysse (BE)
5. Het naturalistische toneel
J. De Vos en L. Chrispijn speelden relistisch-naturalistische spelen van nieuwe NL schrijvers
Bekendste toneelschrijver en theaterman was Herman Heijermans (in BE - C. Buysse)
Decor en tijdsbehandeling moet illusie van werkelijkheid geven in tonelen
Levensecht taalgebruik is nagestreefd in stukken
Vaste thema's in toneelstukken: stands- en geldkwesties, conventionele huwelijk, rol van de vrouw etc. kritiek van maatschappij
Koloniale letterkunde
Aansluiting bij het naturalisme P. A. Daum (Maurits) - redacteur van eigen krant Bataviaasch Nieuwsblad
Haagse romans van Couperus spelen vaak in een met Indie geassocieerde milieu hij bracht zijn jeugd in Indie; echte Indische roman van Couperus - “De stille kracht”
Indisch-Nederlands tonnel Johan Fabricius “Met de handschoen getrouwd”, “Eenzaam”
Korte prozaschetsen Creusesol
Het essay en de kritiek
De criticus moest emotioneel geraakt worden
Literaire kritiek in tijdschriften, weekblade, kranten
Het aantal toneel- en boekrecensies grooiede
Steeds meer interviews met schrijvers
Literaire ontwikkelingen 1895 - 1918
Symbolisme
Het fin se siecle wordt gekenmerkt door een verlangen naar het metafysische
Het symbool is in zijn onbestemdheid (het is in de waarneembare werkelijkheid aanwezig, maar verwijst tegelijkertijd ook naar iets onzichtbaars, onwaarneembaars) bijzonder geschikt om iets van dat onnoembare, metafysische aanwezig te stellen
Het gedachtegoed van het symbolisme wordt door het manifestachtige stuk van Franse dichter Jean Moreas “Le symbolisme” gevormd in Frankrijk heeft zich het symbolisme ontwikkeld
Symbolistische poetica is antimimetisch het gaat niet om het imiteren van een bestaande zichtbare werkelijlkheid, maar om het uitbeelden van een nieuwe, onbekende centrale procedes daarbij zijn het oproepen van vreemdheid, indirectheid, suggestie
Symbolistische poetica is ook anti-expressief het uitdrukken van gevoel is niet het belangrijkst
Poesie pure - het wordt dichtend een bijzondere autonome taaleenheid geconstrueerd en zij maakt een nieuwe betekenis zichtbaar
Het symbolisme wordt tegenwoordig gesitueerd tussen het complex realisme-naturalisme-stemmingskunst aan de ene en de avant-gardistische strommingen (futurisme, expressionisme e.z.v.)
Het Nederlandse symbolisme gaat in de richting van “ideekunst”
Nederlandse symbolistische dichters: a . Verwey, A. R. Holst, P. N. Van Eyck
Symbolistische poezie
Subjectief symbolisme de divhter wil via een suggestieve beschrijving van elementen uit de buitenwereld (bijz. Uit de natuur) een fijn indruk geven van zijn innerlijke toestand
Objectief symbolisme transcedentale symbolisme
Regelmatige verwijsingen in symbolistische gedichten naar het gedicht en het dichten zelf
Dichters zochten naar een concept die gesymboliseerd wordt in gedichten; voorbeelden van concepten Der Mouw - boeddhisme, Gorter (spinonisme), H. R. Holst (socialisme)
Het symbolistische proza
de vorm van symblistische proza werken - sprookjes bijv. F. Van Eeden “De kleine Johannes”
korte beschriving van “De kleine Johannes” pagina 135
kenmerken: sprookjesachtige personnages, sterk suggererende dialogen (korte zinnen, eindeloze herhalingen, veel puntjes)
Het symbolistische toneel
Op veel punten (ruimte, tijd, personnages, thematiek) laat het symbolistische toneel overeenkomsten zien met de symbolistische verhalende proza
Op de vernieuwing van het toneel hadden zulke factoren invloed: toneelontwikkeling in FR, opera's van Wagner, belangstelling voor oudere vormen van toneel (Shakespeare, Vondel)
Enthousiasme voor een nieuwe, niet-realistische vorm van toneel
Kenmerken van de stukken:
Ze waren gering in aantal
Voorkeur voor poezie
Geen natuurgetrouwe dialogen, zoals in symbolistische proza
De personnages staan voor een bepaalde eigenschap - allegorisch
De koor geeft commentaar
Voorkeur voor rijk gestoffeerde omgeving: paleizen, gouden deur
Thematiek sterk ethisch gekleurd (de stukken gaan over goed en kwaad)
Toneelgezelschappen De Hagespelers (de leider was E. Verkade) en Het Toneel (de leider was W. Royaard)
Gemeenschapskunst
Het begrip “gemeenschapskunst werd het eerst gebruikt door Jan Veth
Het begrip bevat 3 betekenissen: “de kunst van de gemeenschap”, “de kunst voor de gemeenschap” en “samenwerking tussen de verschillende kunstrichtingen”
Socialistische kunst was een soort gemeenschapskunst socialistische dichters: H. R. Holst, C. S. Adama van Scheltema, H. Heijermans, H. Gorter
Gemeenschapskunst - als een middel waarmee een dichter een gestelijk leider van de mensheid was (geen politieke aspecten, zoals bij de socialisten)
Het begrip “eenheid” had de belangrijkste functie in de gemeenschapskunst ( eenheid van kunst en maatschappij en ook eenheid binnen het kunstwerk zelf(harmonie))
Esthetisering was ook een kenmerk van gemeenschapskunst
Bezielde retoriek
Was ook van toepassing na 1900 zie pagina 143
7. Neoromantiek
De term “neoromantiek” wordt gebruikt om een niet-realistisch richting in het verhalend proza aan te geven
Kenmerken van neoromantisch proza:
Veerbeldingskracht belangrijker dan de waarneming
Aandacht voor bewustzijnsweergave
De personnages worden slechts global getekend
Impressionistische stijlkenmerken
Historische noeromantische romans worden geschreven bijv. “Drogon” van A. Van Schendel
Het realistische proza
Een mildere werkelijkheidsuitbeelding het onderwerp was vooral het gezienleven familieromanen met een happy end bijv. Robber's “De roman van een gezin”
Het was het meest gelezene prozagenre, maar critici die boeken slecht
Realistisch-naturalistische historische romans schrijf vooral L. Couperus
Zeer aparte plaats nam het kleinen prozaoeuvre van Nescio - hij gebruikte ironie als stijlmiddel
Tegelijkertijd bleven de oudere schrijvers elk op hun eigen manier i meer pessimistisch-naturalistische trant doorschrijven L. Couperus “Van oude mensen,...”
Kritiek/essay/column
In de literaire kritiek was het levensbeschouwelijke element ( vooral Verwey in het tijdschrift De Beweging) belangrijker dan het esthetische
Aandacht voor eigentijdse literatuurgeschiedschrijving kronieken
Literaire beschrijvingskunst werd rond 1900 ook in een jornalistiek kader beoefend