NEDERLANDSE TAAL

NEDERLANDS

0-10

0 - nul

1 - één

2 - twee

3 - drie

4 - vier

5 - vijf

6 - zes

7 - zeven

8 - acht

9 - negen

10 – tien

11-20

11 - elf

12 - twaalf

13 - dertien

14 - veertien

15 - vijftien

16 - zestien

17 - zeventien

18 - achttien

19 - negentien

20-29

20 - twintig

21 - éénentwintig

22 - tweeëntwintig

23 - drieëntwintig

24 - vierentwintig

25 - vijfentwintig

26 - zesentwintig

27 - zevenentwintig

28 - achtentwintig

29 - negenentwintig

30-100

30 - dertig

40 - veertig

50 - vijftig

60 - zestig

70 - zeventig

80 - tachtig

90 - negentig

100 – honderd

Powyżej 100

101 - honderd (en) één

102 - honderd (en) twee

112 - honderd (en) twaalf

113 - honderd dertien

120 - honderd twintig

1000 duizend

1000000 - één Miljon

Liczenie (Getallen)

Poniżej przedstawiam cztery najprostsze działania na liczbach: dodawanie, odejmowanie, mnożenie i dzielenie.

20 + 3 = 23 - twintig plus drie is drieëntwintig

20 - 3 = 17 - twintig min drie is zeventien

20 : 2 = 10 - twintig gedeeld door twee is tien

20 x 2 = 40 twintig maal/keer twee is veertig

Ceny (prijzen)

Zapis cen i ich sposób czytania.

€ 0,05 - 5 cent

€ 0,15 - 15 cent

€ 0,25 - 25 cent

€ 0,50 - 50 cent = een halve euro

€ 1 - 1 euro

€ 1,50 - 1 (euro) 50 (cent) = 1 euro en een half = anderhalve euro

€ 2,25 - 2 (euro) 25 (cent)

€ 2,50 - 2 (euro) 50 (cent) = 2 en (een) halve euro

€ 5,00 - 5 euro = een vijfje

€ 10,00 - 10 euro = een tientje

Czas

Mag ik iets vragen alstublieft? - Przepraszam, czy mogę o coś zapytać?

Zeker! - Oczywiście!

Vraagt u maar. - Proszę pytać.

Natuurlijk! - Oczywiście.

Hoe laat is het, alstublieft? - Przepraszam, która jest godzina?

Dank u. - Dziękuję.

Het spijt me, ik heb geen horloge (uurwerk)! - Przykro mi, ale nie mam zegarka.

Hoe laat is het? - Określenia czasu

Het is ... - Jest ....

11.00 - elf uur

11.10 - tien over elf

11.15 - kwart over elf

11.20 - twintig over elf / tien voor half twaalf

11.30 - half twaalf

11.40 - twinting voor twaalf / tien over half twaalf

11.45 - kwart voor twaalf

Pory dnia

Dla odróżnienia różnych pór dnia, używamy następujących określeń:

's morgens / 's ochtends - rano (pomiędzy 6 a 12)

's middags - popołudnie (pomiędzy 12 a 18)

's avonds - wieczór (pomiędzy 18 a 24)

's nachts - noc (pomiędzy 24 a 6)

morgenochtend - jutro rano

Uwaga : w Belgii jest trochę inaczej:

's morgens - rano (pomiędzy 6 a 9)

's voormiddags - przedpołudnie (pomiędzy 9 a 12)

's namiddags - popołudnie (pomiędzy 12 a 18)

(N.B.: w Holandii można mówić: voormiddag (12-15) i namiddag (15-18))

I tak mamy:

7.00 - Het is 7 uur 's ochtends / 's morgens.

11.45 - Het is kwart voor elf 's ochtends / 's morgens ('s voormiddags w Belgii)

12.15 - Het is kwart over twaalf 's middags.

20.30 - Het is half negen 's avonds.

04.10 - Het is tien over vier 's nachts.

Dni tygodnia

de dag - dzień

de dagen - dni

de weekdag - dzień tygodnia

de werkdag - dzień robotny

De dagen van de week - Dni tygodnia

een week - tydzień

2 weken - 2 tygodnie

het weekend - weekend

doordeweeks - poza weekend

maandag - poniedziałek

dinsdag - wtorek

woensdag - środa

donderdag - czwartek

vrijdag - piątek

zaterdag - sobota

zondag - niedziela

Uwaga: Każdy poniedziałek też: 's maandags, itd.

Pory roku

het seizoen - pora roku

de lente - wiosna

de zomer - lato

de herfst - jesień

de winter - zima

de zomermaanden - miesiące letnie (czerwiec, lipiec i sierpień)

Święta (de feestdagen)

Kerstmis - Boże Narodzenie

nieuwjaar - Nowy Rok

Pasen - Wielkanoc

Koninginnedag Dzień Królowy

De winkel is open... - Sklep jest otwarty...

  • openingsuren - godziny otwarcia

  • middagpauze - przerwa w południe

  • van 12u. tot 13u. - od 12 do 13

  • doorlopend (ge)open(d) - otwarte cały dzień

  • open / geopend - otwarte

  • gesloten - zamknięte

  • sluitingsdag - dzień, kiedy sklep jest nieczynny

Miesiące

één maand - miesiąc

twaalf maanden = één jaar - 12 m-cy = rok

Nazwy miesięcy piszemy z małej litery

januari - styczeń

februari - luty

maart - marzec

april - kwiecień

mei - maj

juni - czerwiec

juli - lipiec

augustus - sierpień

september - wrzesień

oktober - październik

november - listopad

december - grudzień

inne ciekawe słówka,HELP, Mikuś i ksera

czyścic – boenen, poesten, schoonmaken, reinigen( wasbak, wc)

stół : nakrywac – tafel dekken; zbierac z – tafel afruimen

gotowanie(koken) : braden smażenie, bakken pieczenie, roeren mieszanie,

porządki: spoelen płukac, wringen wykręcac, was sen myc, stofanemen wycierac kurz, was opvouwen składac, was ophanagen rozwieszac(pranie), wrijven wycierac,polerowac, vegen zamiatac, stofzuigen odkurzac, afwassen zmywac, afdrogen suszyc

zamrażac – invriezen, boodschappen doen- robic zakupy, verstellen- szyc,

huishoudelijk werk – prace w domu

huiswerk - zadanie domowe

HUIS (BINNEN)

Kelder - piwnica

Drempel - próg

Hal - hol

Gang - przedpokój

Woonkamer- pokój mieszkalny

Wenteltrap - schody

Meterkast – skrzynka z licznikami

Werkkast – schowek na szczotki

Keuken - kuchnia

Bijkeuken – aneks kuchenny

Shuurtje - szopka

Serre – salon z wyjściem na ogród

Slaapkamer - sypialnia

Overloop – klatka schodowa

Badkamer - łazienka

Zolder - strych

Vliering – poddasze


Wyszukiwarka

Podobne podstrony:
41 Verrijkt straattaal de Nederlandse taal of maakt ze haar kapot
Nederlands leer je zo ! Les(
Nederlands leer je zo ! Les
23 SS Freiwillingen Panzergrenadier Division Nederland
13 ? nederlandse briefromanid447
NEDERLAND MOEDERDAG IN NEDERLAND
NEDERLAND HOOGSTE GEBOUW IN NEDERLAND
Nederlands leer je zo ! Les
14 ? nederlandse briefromanid242
Nederlands leer je zo ! Les4
NEDERLAND WONEN IN NEDERLAND
Nederlands leer je zo ! Les
13 Nederlands met een kleurtje Suriname
Nederlandse literatuurgeschiedenis 1800 2012
19 Nederlands in de wereld 2011 Nieznany
34 News Brusselse kelners oefenen Nederlands via sms
NEDERLAND IMMIGRATIE

więcej podobnych podstron