I
I
mm jezytoobce pi
NIDERLANDZKI KURS PODSTAWOWY
■ Lekcja 6
■ W restauracji
1. Poproszę o sok owocowy. - Sap, alstublieft.
2. Proszę o zupę pomidorową i porcję frytek. - Tomatensoep en een portie patat, alstublieft.
3» Poproszę dwie kawy z mlekiem. - Twee koffie met melk, alstublieft. jg Poproszę o rachunek. - De rekening, alstublieft.
■ W sklepie
1. Poproszę puszkę coca-coli. - Een blikje cola, alstublieft.
2. Poproszę 1 kg bananów. - Een kilo bananen, alstublieft.
3. Poproszę o kawałek żółtego sera - Een stuk kaas, alstublieft.
■ Lekcja 7
1« Czy są wolne pokoje? - Zijn er vrije kamers?
2. Chciałabym zarezerwować jednoosobowy pokój z łazienką. - Ik zou graag een eenpersoonskamer met badkamer willen reserveren.
3. ile kosztuje noc? - Wat kost een overnachting?
4. Czy w cenę wliczone jest Śniadanie? - Is ontbijt bij de prijs inbegrepen?
■ Lekcja 8
1. Hoe breng je je vri]e tijd door?
2. Ik hou van reizen.
3. Ik zou willen bellen.
4. Het is koud.
5. Wat is de weervoorspelling voor morgen?
■ Lekcja 9
1. Waar is het metrostatlon?
2. Waar kan ik buskaartjes kopen?
3. Waar is de Poolse ambassade?
4. Wat kost een taxłr!t vanaf hłer naar het centrum?
■ Lekcja 10
1. Codziennie wstaję o 7.00. - Dagelijks sta ik om 7 uur op.
2. Jem śniadanie o 10.00. - Ik ontbijt om 10:00 uur.
3. Kładę się spać o 23.00. - Ik ga naar bed om 23:00 uur.
4. W weekendy wstaję o 10.00. - In het weekend sta ik op om 10:00 uur.
5. Oglądam telewizję, czytam książki, gram w gry komputerowe. - Ik kłjk tv, lees, speel computerspelletjes.
57
I
I