Bij een afgezonderde en eigenzinnige plek hoort een grotę matę van onaf-hankelijkheid van externe subsidie- en energiesystemen. Stok wenste dan ook een terrein dat qua energiehuishouding zelfvoorzienend was. Het een hectare grotę terrein, een voormalige minicam-ping, bood daardoor veel mogelijkheden.
Een grotę zwemvijver zorgt voor de waterberging van het hemelwater. Een helofytenfilter zuivert het opgevangen hemelwater zodat er op den duur ook in de vijver gezwommen kan worden. Een diversiteit aan waterplanten en streekei-gen beplantingen bevorderen de biodi-versiteit op het terrein. Fecalien zuivert de vijver niet. De riolering is nog wel op de buitenwereld aangesloten.
Alle gebouwen worden verwarmd door vloerverwarming en krijgen warm water via in totaal drie warmtepompen en een luchtwarmtewisselaar in de kas. Onder het maaiveld, op 1,40 meter diepte, liggen twee horizontale warm-tewisselaars in de vorm van gesloten leidingencircuits. Daarmee is het terrein gevrijwaard van een gasaansluiting.
De Boer: “Het enige aanwezige gas, in een separate propaangastank, wordt gebruikt voor het smelten van brons.”
Elektriciteit, onder andere voor de warmtepompen, wordt opgewekt door 105 zonnepanelen op het dak van het schuuratelier. Overschotten worden geleverd aan het energienet. Door de lange duur van afgelopen winter viel de opbrengst in dit eerste jaar tegen. De Boer benadrukt dat het uitkienen van de systemen vooral voortkomt uit logisch en praktisch nadenken. Het grootste gebouw, het schuuratelier, kreeg een optimale orientatie voor de toepassing van zonnepanelen. Door het benodigde grondverzet werd er ook al gegraven.
Bij een eigenzinnige plek hoort een grotę matę van onafhan-kelijkheid
De Boer: “Waarom dan niet meteen een leidingennet onder het maaiveld neerleg-gen? Dan hoef je niet meer verticaal te boren. De tijd moet nu uitwijzen hoe goed dit hybride systeem werkt. Op basis van praktijkervaring kunnen we altijd nog extra luchtwarmtewisselaars en zonnepanelen toevoegen.”
Wat betreft gebouwontwerp benadert De Boer duurzaamheid vanuit een Iow tech-perspectief. Het werk van het Franse architectenbureau Lacaton & Vassal is daarvoor een belangrijke bron van inspiratie. Dit bureau maakte begin jaren ‘90 van de vorige eeuw naam met een woonhuis in Bordeaux dat yolledig is samengesteld uit industriele bouw-materialen zoals golfplaten. Het huis meet 185 vierkante meter en kostte nog geen 60.000 euro. De Boer: “Lacaton & Vassal maakt royale architectuur met een zeer beperkt materiaalgebruik en afwerking. De constructie is direct ook de afwerking. Dit beperkte gebruik van grondstoffen is in zichzelf duurzaam.
Het besef dat je materiaalgebruik moet beperken is ook in ons werk geslopen.” Tevens benadrukt De Boer dat budget een graadmeter voor duurzaamheid is: “Een laag budget betekent dat je ais ar-chitect slechts weinig grondstoffen kunt gebruiken.”
Met deze uitleg van duurzaamheid zijn de gebouwen van MIĘT AIR ont-worpen. De Boer maakte vooral gebruik van industriele materialen en gebouwty-pen. De glazen kas is gebouwd met een regulier kasbouwsysteem en gebruikt passieve zonnewarmte. Bij oververhit- ->
architectenweb — 17