11, 12, 13, 14. NEDERLANDSE AUTERUS VAN DE 18DE EEUW
1. Pieter Langendijk
veel humor met verrasende wendingen
hij schreef vooral kluchten en blijspelen
aan de ene kant waarschuwt hij tegen blinde nabootsing van andere bekende schijvers (bv. Molier) maar aan de andere kant schrijft hij op dergelijke manier
heel maakt gebruik van humor om niet te moraliserend te klinken
Wederzijds huwelijks bedrog: de historie van de geliefden die elkaar bedriegen dat ze rijker en belangrijker zijn; waarschuwing tegen bedrog, oppervlakkigheid maar tegelijk ook een komedie
2. Justus van Effen en de Nederlandse Pers (JEDEN Z TEMATÓW)
De Hollandsche Spectator: gebasseerd op een gelijk tijdschrift in Engeland
uitgegeven door Justus van Effen
1731 - 1735: eerst tygodnik maar dan dwutygodnik
de voornaamste doel: opvoeding van de Nederlandse burgers
dat was om te creeren van de goede smaak
daarmee werden de burgers op de hoogte van de nieuews gesteld
in de Spectator werd er nabootsing van de Franse mode heftig bekritiseerd
het tijdschrift stond voor de religieuze tolerantie en de popularisering van onderwijs
het tijdschrift bevatte veel van eseje die vaak naar de alledaagse situaties verwijsden
vaak kwamen ook wat langere verhalen voor
het einde van Spectator kwam met de dood van Effen maar de traditie werd later voortgezet in de moderne literarie tijdschriften
3. Aagje Deken, Beetje Wolff Sara Burgerhart, Nederlandse briefroman
briefwisselingroman: roman in brievenvorm, daarmee konden de auteurs de gevoelens van personages rechstreeks weergeven, de lezer kreeg een indruk van betrokkenheid bij de gebeurtenissen, verschillende gezichtspunten zonder tussenkomst van de verteller, "waarschijnlijkheid" verhoogd, directheid en stijldiversiteit
Sara: een meisje van 19, ze onderhoudt een briefwisseling met haar vriedin Anna
werkelijkheidsillusie: het is geen werkelijk gebeurde geschiedenis, maar de pogingen van de schrijfster om de illusie te geven van waarschijnlijkheid
kalendertijd en tijdsduur: omstreeks 1780, de briefwisseling van periode ongeveer 6 jaar, het grootste gedeelte speelt zich af binnen enkele maanden
plaatsvan handeling: meestal Amsterdam, aan de ene kant vaag maar er zijn veel verwijzingen naar de echte plaatsen in Amst.
personages van de roman: drie types namen (allegrosiche namen, realistisiche namen en met intiaal angeduid); sommige personges zijn rechlijnig en statisch de anderen evolueren wel maar ook volstrekt rechtlijnig (behalve Sara) -> geen spoor van innerlijke strijd tegen zedelijk paternalisme; het statische in de karakters wordt benadrukt door telkens terugkerende epitheta
Sara: mooi, intelligent maar fysieke beschrijving van haar is alleen schetsmatig
de rol van contrast in karakterisering: tegenstellingen soms op basis van innerlijkovereenkomsten
bedoelingen van roman: 1) de eerste Nl roman waarin de nieuwontdekte mogelijkheden van het genre ten volle werdenn uitgedrukt, het waren twee vrouwen die de vernieuwing teweegbrachten (voor het eerst in de geschiedenis) 2)de vrouwen zijn aantrekkelijker gekaraktersieerd wat maakt van hen mooie personages die meer warme gevoelens van de lezer krijgen -> emancipatie, positie van vrouw 3) de wereld is boosaardiger dan Sara dacht, dus soms sasie deugdbetrachting is beter dan leifdesaffaires 4) opvoeding: ontwikkeling van de vermogens van hoofd, hart en geweten die nodig waren voor de burgerideaal
publiek: de leeftijdgenoten van hoofdpersonages, ouders, voogden, levenswijze vrienden
paradox: de vrouw kreeg een maatschappelijke functie maar tegelijk werd haar ruimte beperkt tot slechts alleen tot huis
4. Hieronimus van Alphen
Kleine gedigten voor kinderen
de bedoeling: als vader van kinderen in de leeftijd van vijf tot tien iets nuttigs en tegelijk bevattelijks en plezierigs te lezen geven -> niet eerder bekend in Nederland
voor het boek: het Groot ABC-boek, catechismus, oude fabels van Aesopus, reisverslagen van Bontekoe, bijbelse prentenboeken, goedkope en primitieve houtneden herdrukken van laat-middeleeuwse volksboeken
dat was een ontspanningslectuur, gericht op jongere kinderen met voor hen verstaanbare manier
de nieuwe pedagogie: nauka poprzez zabawę
Verlichte pedagogie: 1) John Locke 2) Rousseau 3) Inheimse opvoedingstradities: Cats, van Effen (het kind gezien als een met zachte dwang te formeren plantje); een streng-gereformeerde (volle nadruk op zondigheid van de mens) -> in beide benaderingen: de zorg en ook liefde voor het kind centraal
De vorm van gedichten: pregnante vorm, dichterlijke vertellingen, samenspraken op rijm, de aansprak, lyrische gedichten, een beetje verwant aan het embleem (prentjes med de tekst); ook experiment met rijmloze poezie -> bedriegelijk eenvoudig want de auteur wykazał się niesamowitą zdolnością posługiwania się prostym językiem przy różnorodności form, rymów itp
kinderwereld in de gedichten: blijmoedigheid, vrolijk, de vader is een beste vriend, tevredenheid voor elke les -> leesplezier; het gezinsverband staat centraal
het boek stond tegenover maatschappelijk conservatisme, de God voorgesteld als een liefdevolle vader, ook liefde voor vaderland
5. Rhijnvis Feith
Julia
over de tragische liefde, de liefde is geidealisseerd, alleen gevoelens, als er tot lichamelijke voltooing komt -> tragedie!; liefde moet puur zijn
heel op de geestelijke gericht (lichamelijke is een bedreigin voor de liefde), lefde als iets dat zeer pijnlijk en moeilijk is (soms tragisch), miłość jako coś angażującego i pochłaniającego całego kochanka
heel veel elementen van de natuur
in zijn werken: heel veel van melachnolie, geheimzinnigheid
miłość pojmowana jako uczucie czyste, które w pełni rozwija się w samotności (gdy w Julii Juleczka kopnęłą w kalendarz, chłopaczek zaszył się w opuszczonym dworku by tam rozpaczać i beczeć po nocach)
głęboka religijnośc w pojmowaniu miłości
nieżyciowe
SENTIMENTALISME -> Feith + Aagje Deken/Wolff, oraz trochę Alphena też
BRIEFROMAN -> Burgerhart