Het koloniale album als verhaal inleiding

background image



HET KOLONIALE ALBUM ALS VERHAAL

Beeldvorming in fotoalbums uit Sumatra, 1860-1900

















Doctoraalscriptie cultuurgeschiedenis Universiteit Utrecht
Dirk Janse
Studentnummer 0034223
Zomer 2007

background image

2


INHOUD



INLEIDING 3

1

DE CONTEXT: IMPERIALISME EN FOTOGRAFIE 10

2

JOURNALISTIEKE BRON: ATJEH 19

3

RELATIEGESCHENK: NAAR EN TE WAY-LIMA EN KEDONGDONG 33

4

VISUELE DATA: MIDDEN-SUMATRA PHOTOGRAPHIE-ALBUM 44

5

SOUVENIR: VIEWS FROM DELI AND THE BATTAK COUNTRY 60

CONCLUSIE 77

BRONNEN EN LITERATUUR 85

LIJST VAN AFBEELDINGEN 90

Omslagillustratie: [1] ‘Gedong-Tatahan en de Way-Semah met de ijzeren brug in aanbouw, juli 1897’

Uit het album Naar en te Way-Lima en Kedongdong. De man in de draagstoel is waarschijnlijk Samuel

Muller. In deze foto kunnen we de vooruitgang zien in de vorm van de ijzeren brug die gecontrasteerd

wordt met het ouderwetse doorwaden van de rivier. Dit is gezien het onderschrift bij de foto de intentie

van de maker. We kunnen er met een historische blik ook de koloniale machtsverhoudingen in

weerspiegeld zien. Een comfortabel zittende Europeaan boven een grotere groep zwoegende

Oosterlingen.

background image

3


INLEIDING

In de tweede helft van de negentiende eeuw speelde Nederlands-Indië een belangrijke

rol in de opleving van het nationale bewustzijn in Nederland.

1

Informatie over de

kolonie bereikte de Nederlandse bevolking op verschillende manieren. In romans en

tijdschriften kon men er over lezen, in musea en op tentoonstellingen kon men

voorwerpen, gebouwen en soms zelf bewoners van de archipel zien. In de kranten

konden de militaire expedities gevolgd worden en via verenigingen kon

betrokkenheid worden geuit. In zijn analyse van de middelen die de intensivering van

informatiestromen mogelijk maakten en veroorzaakten noemt historicus Martin

Bossenbroek daarnaast ook het fotoalbum. Het album, een serie gerangschikte foto’s

die vaak met onderschriften toegelicht werden, kon dienen als vehikel waarmee de

buiten-Europese wereld naar huis genomen werd.

2

Het gaat in deze scriptie om de

wijze waarop fotoalbums functioneerden als bron van informatie over de koloniën en

hoe zij, als een tastbare schakel tussen Indië en Nederland, vorm gaven aan Westerse

ideeën over Indië.

Debatten en benaderingswijzen

In het onderzoek naar koloniale beeldvorming zijn de afgelopen jaren een aantal

inzichten naar voren gekomen. Edward Said wierp de these op dat de Westerse

wetenschap en kunst in dienst stonden van het imperialisme. Deze zouden in hun

beschrijvingen van het Oosten zichzelf indirect beschrijven als superieur.

3

Wat

algemener is men komen te spreken over het epistemologische concept van betekenis

door contrast.

4

Deze ideeën hebben zoveel invloed gehad dat Westerse representaties

van het Oosten tegenwoordig vooral het bestuderen waard gevonden worden voor de

1

Martin Bossenbroek, Holland op zijn breedst. Indië en Zuid-Afrika in de Nederlandse cultuur

omstreeks 1900 (Amsterdam, 1996) 10.

2

Idem, 199.

3

Edward W. Said, Orientalism (Londen, 1978).

4

Dane Kennedy, The Highly Civilized Man. Richard Burton and the Victorian World (Cambridge,

Londen, 2005) 8.

achtergrond [voldoende kennis nodig!!]

onderzoeksdoel

aansluiten bij bestaande inzichten

focus

breed
uitgangs-
punt

'literatuur'

background image

4

datgene dat eruit is op te maken over het Europese zelfbeeld.

5

Zo blijkt uit de studie

van Marieke Bloembergen naar representaties van Nederlands-Indië op

wereldtentoonstellingen, dat deze koloniale vertoningen de koloniale overheersing

legitimeerden en voor het publiek zichtbaar maakten. Een Indische kampong werd

bijvoorbeeld gecontrasteerd met een machinegalerij en modellen van spoorwegen en

bruggen, de voortbrengselen van de Westerse techniek. De tentoonstellingen zeiden

ook iets over de het denken over de Nederlandse identiteit en Nederlands plaats in de

wereld. Nederland was als kleine natie in Europa een middenmoter maar kon dankzij

haar koloniën een toch het zelfbeeld van een grote mogendheid ophouden.

6

Said was zelf beïnvloed door de ideeën van Michel Foucault die in Surveiller

et punir. Naissance de la prison uit 1975 machtsmechanismen analyseerde, met name

de relatie tussen kennis en macht. Toegepast op de fotografie is de koloniale blik, in

de Engelstalige literatuur colonial gaze, een onderwerp van studie geworden.

7

De

focus ligt hierbij op het kunnen zien van de ander en de daaruit voortvloeiende

consequenties voor de machtsverhoudingen. Bijvoorbeeld door het ontbreken van

wederkerigheid van de koloniale blik in foto’s, zelf wel kunnen zien maar niet gezien

worden. De fotografie bood de koloniale overheersers, door het gebruik van pasfoto’s

als controlemechanisme, heel direct mogelijkheden tot controleren en indexeren.

Indirecter kon, door het creëren van beelden over het koloniale rijk door middel van

spektakels als koloniale tentoonstellingen ook de bevolking van het moederland

beïnvloed worden.

8

Een ander invloedrijk idee omtrent beeldvorming is dat van de relatieve

betekenisloosheid van een foto. Dit idee is afkomstig uit de semiotiek en wordt

ondersteund door inzichten uit de antropologie. Het houdt in dat een eenduidige

interpretatie van een foto problematisch is. Eenzelfde foto kan een andere betekenis

hebben voor verschillende personen in verschillende tijden. Spreken over dé betekenis

van een foto wordt dan ook niet zinvol geacht. In plaats daarvan zou gekeken moeten

worden naar specifieke situaties waarin de context bepaalt wat de betekenis van een

5

Peter Burke, Eyewitnessing. The Uses of Images as Historical Evidence (Londen, 2001) 139; Mineke

Bosch, Een onwrikbaar geloof in rechtvaardigheid. Aletta Jacobs 1854-1929 (Amsterdam, 2005) 496-
498; Marieke Bloembergen, De koloniale vertoning. Nederland en Indië op de Wereldtentoonstellingen
(1880-1931)
(Amsterdam, 2002) 318.

6

Bloembergen, De koloniale vertoning, 13, 330.

7

Elizabeth Edwards (red.), Anthropology &Photography (New Haven, Londen, 1992).

8

Bloembergen, De koloniale vertoning, 326.

functie
fotografie

'literatuur'

background image

5

foto voor een specifiek publiek kan zijn geweest.

9

Die betekenis is over het algemeen

betrouwbaarder te beschrijven aan de hand van series beelden dan aan de hand van

losse beelden.

10

Aanvullend heeft Elisabeth Edwards een pleidooi gehouden om dan ook niet

alleen te focussen op het beeld in de foto, maar ook op de materiële kant van de foto.

Volgens haar ontlenen de foto’s onder meer hun betekenis aan de technische aspecten

als de papiersoort waar de foto op is afgedrukt en de presentatievorm zoals

bijvoorbeeld een album.

11

In navolging van Said en Foucault worden bij publicaties over koloniale fotografie

geregeld theorieën over oriëntalisme en machtsrelaties aangehaald. Via die weg komt

er ook dikwijls een morele dimensie in het debat. Zo verwijt bijvoorbeeld Ewald

Vanvught in een betoog over fotografie in Indië de koloniale fotografen eenzijdige

interesse voor de Europese bevolking. Zij zouden vooral focussen op het Europese

geluk en hun niet geïnteresseerd zijn geweest in de inheemse bevolking en hun

ellende. Hij beweert dat ‘fotografen daar destijds met een collectieve blikvernauwing

hebben rondgekeken’ want, zo stelt hij: ‘het publiek in het moederland moest

enthousiast gehouden worden voor de koloniale zaak. De Censor nam onwelgevallige

platen in beslag’.

12

Nog afgezien van de karikatuur van de koloniale samenleving die

Vanvught hier geeft, gaat hij ook van bepaalde vooronderstellingen uit. Zo lijkt

Vanvught het als normale situatie te zien wanneer deze fotografen de koloniale

samenleving in zijn totaliteit zouden weerspiegelen, maar is hij teleurgesteld dat de

nadruk bij hen ligt op het Europese gedeelte ervan. Dat de foto’s door en voor

Europeanen gemaakt werden en ook voor een groot deel over Europeanen gingen is

echter alleen kwalijk als er gesuggereerd wordt dat er een objectief beeld van het hele

land gegeven wordt. Dat Europeanen de voor hun bijzondere omgeving en hun eigen

accommodatie daarin vastlegden is op zich niet zo verwonderlijk en evenmin

verwerpelijk.

9

Stuart Hall (red.), Representation. Cultural Representations and Signifying Practices (Londen, etc.,

1997).

10

Burke, Eyewitnessing, 187.

11

Elisabeth Edwards, Janice Hart (red.) Photographs Objects Histories, On the Materiality of Images

(Londen, New York, 2004) 3.

12

Ewald Vanvugt, Een propagandist van het zuiverste water. H.F Tillema (1870-1952) en de fotografie

van tempo doeloe (Amsterdam, 1993) 12.

kritiek op
'literatuur'

background image

6

Tegenwoordig gaan cultuurhistorici ervan uit dat een foto een realiteit construeert, in

plaats van de realiteit weerspiegelt.

13

In zijn onderzoek naar de fotografische

voorstelling van het Britse Rijk komt James Ryan tot de conclusie dat er sprake is van

een heel divers gebruik van het medium. Het kon zowel ingezet worden om

misstanden aan te kaarten maar ook om propaganda voor de overheid te maken.

14

Tot nu toe is in Nederland nog maar weinig geschreven over het fenomeen van het

koloniale album. Hieronder versta ik de boeken en mappen foto’s die tussen 1860 en

1900 in de koloniën, voornamelijk door professionele fotografen gemaakt werden en

aan geïnteresseerden werden verkocht. In publicaties over koloniale fotografie is

vooral gekeken naar koloniale fotografie in het algemeen, foto’s van een specifiek

gebied of naar het oeuvre van een bepaalde fotograaf. Zo is het onderwerp van de

publicatie van Louis Zweers’ Sumatra, kolonialen, koelies en krijgers ruwweg

hetzelfde als dat van deze scriptie: negentiende-eeuwse foto’s van Sumatra.

15

Toch is

het doel en de aanpak verschillend. Het is Zweers’ bedoeling iets over het koloniale

verleden van Sumatra te vertellen met de foto’s als bron en illustratie. Ook de

fotoboeken die door Rob Nieuwenhuis zijn samengesteld hebben deze inslag. De titel

Tempo Doeloe geeft al een goede indicatie van het sentiment.

16

De foto’s zijn

illustraties bij zijn verhaal over de goede ouwe tijd. Eigenlijk passen deze publicaties,

doordat ze in beelden de realiteit van het vroegere Nederlands-Indië willen tonen,

meer in de traditie van de koloniale fotografie dan in die van de moderne bestudering

en problematisering van die beelden en hun functies.

De eerste moderne wetenschappelijke publicaties over koloniale fotografie in

Nederlands-Indië behandelen het gebied vaak in zijn geheel. Het zijn veelal

monografieën die het werk van één fotograaf of fotostudio centraal stellen.

17

Vooral

13

Margreet C.M. Korsten, ‘Fotografie als historische bron’ in: Theoretische Geschiedenis 24, (1997)

52-61, 61; Brian Harrison, ‘Photography’ in: Brian Brivati e.a. (red.), The contemporary History
Handbook
(Manchester, New York, 1996) 390.

14

James R. Ryan, Picturing Empire, Photography and the Visualisation of the British Empire (Londen,

1997).

15

Louis Zweers, Sumatra, kolonialen, koelies en krijgers (Houten 1988).

16

Rob Nieuwenhuys, Baren en oudgasten, tempo doeloe, een verzonken wereld. Fotografische

documenten uit het oude Indië 1870-1920 (Amsterdam, 1981); Rob Nieuwenhuys, Komen en blijven,
tempo doeloe, een verzonken wereld. Fotografische documenten uit het oude Indië 1870-1920
(Amsterdam, 1982); Rob Nieuwenhuys, Met vreemde ogen, tempo doeloe, een verzonken wereld.
Fotografische documenten uit het oude Indië 1870-1920
(Amsterdam, 1988).

17

H.J. Moeshart, Adolph Schaefer in: Ingeborg Th. Leijerzapf (red.) Geschiedenis van de Nederlandse

Fotografie in Monografieën en Thema-artikelen (Alphen aan den Rijn etc., 1984). Jane Levy Reed,
John Bloom (red.), Toward Independence, A Century of Indonesia Photographed (San Francisco,

'literatuur'

achtergrond

definitie

'literature
review':
wat
hebben
anderen
geschre-
ven over
onderwerp

background image

7

het onderzoek naar advertenties van fotografen door Steven Wachlin heeft een goed

inzicht opgeleverd in de totale Europese fotoproductie in de kolonie.

18

Met Wachlins

werk ontstond een overzicht van de productie van deze fotografen en studio’s en de

chronologie van de geschiedenis van fotografie in Indië.

De benadering van de koloniale fotografie per fotograaf is ook terug te zien in

de overzichtswerken die zijn verschenen, vaak naar aanleiding van tentoonstellingen.

Deze biografieën gaan vaak uitgebreid in op de reikwijdte van de gefotografeerde

onderwerpen zoals studiofotografie, landschappen, stadsgezichten en de esthetische

kwaliteiten van het werk. Ondanks de nadruk op fotografen en hun foto’s zijn ook de

functie van de foto’s evenals de motivatie van fotografen als ordenend principe

gebruikt, wat categorieën opleverde als ‘foto’s ten bate van de wetenschap’,

‘commerciële fotografie’ en ‘oorlogsfotografie’.

19

Een van de weinige uitgaven die een album als uitgangspunt heeft is de

recente uitgave van het Album van Mientje.

20

Helaas is niet gekozen voor de

reconstructie van de oorspronkelijke uitgave in de vorm van een van commentaar

voorzien facsimile, maar is er door knip- en plakwerk een ‘nieuw’ album gecreëerd

waarin de foto’s heringedeeld zijn in overzichtelijke categorieën als ‘familieleden,

vrienden en bekenden’ en ‘huizen en landschappen’.

Een ander voorbeeld van recente benaderingen van koloniale fotoalbums is het

onderzoek van Matti Boom naar een door het Rijksmuseum verworven collectie

fotoalbums uit Sumatra uit de late negentiende eeuw.

21

Het onderwerp is weliswaar

een collectie maar opmerkelijk is dat ook hierin voornamelijk de foto, de fotograaf en

de voorstelling centraal staan. De vragen die aan het onderwerp gesteld zijn vooral

wat is het? en is het waar? Minder aandacht wordt gegeven aan de vraag naar het

functioneren van het album: hoe werkte het?

1991). Matti Boom en Steven Wachlin, Jacobus Anthonie Meessen in: Ingeborg Th. Leijerzapf (red.)
Geschiedenis van de Nederlandse Fotografie in Monografieën en Thema-artikelen 36 (Alphen aan den
Rijn etc., november 2004).

18

Steven Wachlin, ‘Commerciële fotografen en fotostudio’s in Nederlands-Indië 1850-1940: een

overzicht’ in: Toekang potret: 100 jaar fotografie in Nederlands Indië 1839-1939 (Amsterdam en
Rotterdam, 1989) 177-192.

19

Toekang potret: 100 jaar fotografie in Nederlands Indië 1839-1939 (Amsterdam en Rotterdam,

1989).

20

Norbert van den Berg en Steven Wachlin Het album voor Mientje. Een fotoalbum uit 1862 in

Nederlandsch-Indië (Bussum, 2005).

21

Matti Boom, ‘Fotografie in de Sumatra-albums van Paul Sandel’ in: Bulletin van het Rijksmuseum

vol. 52 (2005) afl. 3 243-270.

aanduiding van een kwestie die nog niet is
onderzocht: reden voor eigen onderzoek

background image

8

De historische benadering

Afwijkend van de bovenstaande benaderingen van de koloniale fotografie beschrijft

deze scriptie het proces van koloniale beeldvorming aan de hand van de motieven van

makers van fotoalbums en de diverse functies die deze albums vervulden. De foto’s in

de albums worden niet gezien als een spiegel van de realiteit maar als een constructie

daarvan. Ze zijn geen losse illustraties maar vertellen in samenhang met elkaar in een

album een verhaal. Ook de materiële en historische context sturen de betekenis van de

foto’s.

Door gedetailleerde studie van vier albums uit de collectie van het Koninklijk

Instituut voor de Tropen in Amsterdam beschrijf ik het proces van visuele toe-

eigening en domesticatie. De leidende vragen zijn daarbij: welke functie hadden deze

fotoalbums? Hoe kwamen ze tot stand? Wat lieten zij zien over Indië en wat niet?

Hoe functioneerden fotoalbums van de koloniën in de tweede helft van de

negentiende eeuw bij de uitwisseling van informatie tussen kolonie en moederland en

welke boodschappen werden daarin afgegeven?

Om voor enige samenhang te zorgen zijn de behandelde albums alle vier

afkomstig van het eiland Sumatra. Ze bestrijken het hele eiland van Atjeh in het

noorden tot de Lampongs in het zuiden. Ze zijn gemaakt in de periode tussen 1860

toen technische vernieuwingen binnen de fotografie de productie van albums door

professionele fotografen mogelijk maakte en 1900 toen het ook, alweer door de

voortschrijdende techniek, voor amateurs mogelijk werd te fotograferen.

In het eerste hoofdstuk staan de context van het Nederlandse imperialisme en

de ontwikkelingen van de fotografie waarbinnen de albums tot stand kwamen

centraal. Vervolgens zien we hoe een album aan het begin van de Atjehoorlog door

een verslaggever gebruikt werd om door middel van foto’s en tekst een coherent

verhaal te vertellen. Dit fotoalbum en het handgeschreven materiaal vormden de basis

voor een met gravures geïllustreerd artikel in een Nederlands weekblad. Hierna wordt

het album als relatiegeschenk bekeken. Een ondernemer nam op inspectie op zijn

onderneming foto’s en liet deze uitgeven in een album dat hij terug in Nederland

onder meer aan een van de investeerders cadeau deed. In het daaropvolgende

hoofdstuk verschijnt een album dat zowel foto’s van een wetenschappelijke expeditie

te zien gaf als ook onderdeel was van de berg aan wetenschappelijke data die

expeditie opleverde. Het laatste hoofdstuk laat de fascinatie en commerciële

positionering en doelstelling/vraagstelling

subvragen

indeling
van
scriptie

materiaal

background image

9

mogelijkheden zien van beelden van ‘authentieke’ volken als de Batak, die onderdeel

werden van een album dat waarschijnlijk als souvenir diende.


Wyszukiwarka

Podobne podstrony:
ALS MRS
ALS u dzieci
ALS leki
Kolonialne dziedzictwo
farmakoterapia w als, konspekt+RKO2011 farmakoterapia+[CPR+EU]
ALS 4
ALS dzieci
als manual RZ5IUSXZX237ENPGWFIN Nieznany
Ausgewählte polnische Germanismen (darunter auch Pseudogermanismen und Regionalismen) Deutsch als F
SEKCJA B2, Dokumenty MON, Album sprzętu bojowego
oredzie na XX swiatowy dzien mlodziezy w kolonii, Dokumenty Textowe, Religia
Als oder wenn, Deutsch, Gramatyka

więcej podobnych podstron