P.C. HOOFT EN ZIJN EMBLEMATA AMATORIA
1. HET ONTSTAAN VAN DE BUNDEL
verschillende ideeën: wie was eigenlijk initiatiefnemer van het werk en wie waren de auteurs van bepaalde bestanddelen:
Hooft: de initiator van het onstaan van de liefdesembleembundel en ook de ontwerper van de emblemata
Willem Janszoon Blaeu (de uitgever van het werk): de initiator van de collectie van liefdesemblemen. Hij leverde aan Hooft de al voorbereide prenten en vroeg hem de teksten daarbij te schrijven.
De dichter en de kunstenaar met elkaar samenwerkten (beiden droegen tot het ontstaan van de bundel bij)
- De bijschriften in de bundel in drie talen:
Nederlands - P.C. Hooft
Latijn - C. Plemp
Frans - R. De Nerée
a) Eerste hypothese: ze schreven dichtwerken gezamenlijk in de jaren 1606-1607 in Leiden als reactie op de hen geleverde tekeningen.
b) Tweede: ook waarschijnlijk dat Blaeu later een opdracht aan De Nerée gaf om de Franse verzen te schrijven.
Bronnen en inspiraties van Hoofts embleemserie
de antieke lyriek (Ovidius)
de Italiaanse, renaissancistische dichtkunst met name van Petrarca
Italiaanse impresabundels, de tradities van de emblematiek b.v. van Scipione Bargagli
de liefdesemblematiek o.m. de werken van auteurs als Otho Vaenius of Guillaume de la Perriére
mythografische en iconografische handboeken van b.v. Van Mander en Ripa
2. DE OPBOUW VAN DE BUNDEL
De titelpagina
De voorrede in het Nederlands: Voorreden tot de ievcht
De collectie van 30 emblemen
De verzameling van andere dichtwerken van P.C. Hooft: Sommighe nievwe Ghesanghen, Liedekens en Sonnetten
3. DE OPBOUW VAN DE EMBLEMEN
a) Het motto
b) Het tweeregelige bijschrift in drie talen - in het Nederlands, Latijn en Frans
- Het zijn geen echte vertalingen van elkaar
- Het Nederlandse subscriptio gedrukt in het gotiek
- De Latijnse tekst in het antiqua
- Het Franse bijschrift met kursieve letters
c) De gravure - boven de Nederlandse en Latijnse opschriften werden geplaatst, onder de prenten staan de Franse motto's
MOTTO'S
De Franse opschriften van De Nerée vervullen de functie van de uitlegging - ze dragen tot het ontsluieren van het raadsel bij dat in de pictura werd geplaatst.
De Nederlandse en Latijnse motto's beschrijven uitsluitend het beeld van de pictura
De Nederlandse opschriften van P.C. Hooft scheppen de sfeer van het raadsel dat in de subscriptio opgelost wordt.
Indien ze het beeld beschreven, zeggen ze niet dat de prent van een liefdesbetekenis was voorzien. Op die manier: het activeren van de lezer in het proces van de onthulling van de pictura
alle motto's kort en bondig
De taal van de meeste opschriften van Hooft en Plemp bouwt de stemming van het raadsel op met bepaalde stijlfiguren: b.v. herhalingsfiguren als de woordherhaling, het gebruik van de tegenstellingen in vorm van b.v. woordantithese of het oxymoron
Iets nieuws: het citaat komt in de opschriften niet zo vaak voor als in de andere collecties van amoureuze emblemata (uitzondering b.v.: embleem I )
DE BIJSCHRIFTEN
bijschriften: kort en bondig
bestaan uit twee versregels wat niet eerder (voor 1611) in de liefdesemblematiek voorkwam
waarschijnlijk geïnspireerd door de subscripties van Joachim Camerarius en Gabriël Rollenhagen - ze werkten al in de 16e eeuw met tweeregelige onderschriften (in die tijd was het ook een uitzondering)
misschien volgden Hooft en Plemp het spoor van Ovidius - hij bepaalde het distichon als “het vers van Cupido”
Sommige bijschriften van Plemp en De Nerée onstonden onder de invloed van de prenten.
De Franse disticha zoeken steun soms bij de Nederlandse, soms bij de Latijnse bijschriften
Twee soorten van bijschriften:
De minnaar of in één geval de minnares voert het woord (meestal de ik-vorm) - vooral de Nederlandse disticha
de bijschriften in vorm van een apostrof b.v. tot Venus, Cupido, geliefde of kijker
de bijschriften waarin de personificatie wordt gebruikt
disticha die men zowel als woorden van de minnaar als ook als personificatie kan begrijpen
In enkele bijschriften: de zgn. figuur van problema, die het raadsel in vorm van vraag en antwoord is
2. Bijschriften die het beeld beschrijven en de toepassing of duiding daarvan leveren (komen niet zo vaak voor)
de dominerende rol hier: de disticha van De Nerée (Franse verzen)
VOORREDEN TOT DE IEVCHT
een typische (in de liefdesemblematiek) inleiding
bestemd voor jonge mensen
bestaat vooral uit een dialoog - een discussie tussen Venus - de godin van de liefde en haar zoontje Cupido
Venus bekijkt de jongelieden die verschillende giften ter ere van haar gingen te offeren. Zij is trots op zichzelf: haar rijkdom is het grootst - ze heeft mensen en goden in de macht
Cupido: boos op de mensen: ze schrijven aan hem en zijn moeder de slechte gevolgen van de liefde toe
mensen verwijten hen het kwaad en willen geen eer aan hen toekennen: dus Cupido wil de mensheid bestraffen - begin van de discussie
Venus: tegenstander van geweld, wil de mensen met behulp van redelijkheid tot het goede in de liefde overreden
Cupido: een boodschap van Venus die hijzelf of met behulp van een minnaar naar de mensen op aarde moet brengen.
Cupido geeft dus dit opdracht verder aan “een Minnaer” om emblemen te schrijven - de topos van een dichter die in dienst van goden treedt
de dichter: misbruikt en bedrogen door de slimme, sluwe Cupido - vanaf dit ogenblik zullen de verwijten niet meer aan Cupido maar aan de poëet gesteld worden.
Men krijgt dus de topos van een dichter die een gedupeerde is van Cupido
In tegenstelling tot Heinsius' inleiding waar een dichter in een minnaar wordt gewijzigd, wordt hier een minaar in een liefdespoëet door Cupido veranderd.
De boodschap van Venus opgebouwd in de vorm van een morele les
Het middelpunt van het Venus' bericht: het probleem van liefde en minne: jonge mensen moeten dus in de liefde zeer voorzichtig zijn omdat ook wat er goed is, misbruikt kan worden.
- Het belangrijkste kenmerk, dat de jeugd moet tonen: zelfbeheersing omdat de liefde op de passende leeftijd en in de geschikte omstandigheden moet komen.
- De jongelieden moeten dus niet te snel op dit gebied treden
EMBLEMEN UIT EMBLEMATA AMATORIA VAN P.C. HOOFT
niet eenvoudig te bepalen: naar wie werden tekeningen de koperplaten vervaardigd en wie dit opdracht uitvoerde
verschillende hypothesen:
drie potentiële kandidaten: Pieter Serwouter (erkend ook vaak als auteur van de titelpagina), Michel en Christoffel Le Blon of Jan Pinas - deze vermoedens zeer vaag, geen bewijzen wie verantwoordelijk voor het ontstaan van de tekeningen of gravures voor de liefdesembleembundel van P.C. Hooft
enkele prenten geïnspireerd door de werken van andere auteurs b.v. Guillaume de la Perrière, Gilles Corrozet of Hadrianus Junius als ook de impresen van o.m. Paolo Giovio en Scipione Bargagli
Op sommige platen: duidelijke invloed van Otho Vaenius' Amorum emblemata gezien vooral in de presentatie van bepaalde emblematische onderwerpen en de manier waarop de achtergronden van prenten werden opgebouwd:
In de verte, op de achtergrond: vaak het karakteristieke landschap met zulke elementen als b.v.: steden, dorpen vaak met molens, bruggen, boerderijen, waterpartijen e.a.
alle platen op dezelfde manier opgebouwd:
a) meestal de voorstelling van Cupido in het centrum van de prent
b) de betekenisvolle achtergronden
Men vindt veel paren van gravures met dezelfde motieven, symbolen of beelden b.v.
a) voorstellingen van de krachten van natuur:
- de effecten van de zon: embleem VII en VIII
b) voorstellingen van enkele van de vier elementen b.v.
- de vlam: embleem XII en XIII
- de wind (de lucht) emblemata XXV en XXVI
c) een vogelkooi: emblemen XXVII en XXVIII
De rol van de achtergronden:
• De achtergrond helpt de gebeurtenissen en situaties verklaren waaraan de hoofdpersonage - Cupido deelneemt
• Het vaste element: de mensen - meestal een paar
• Twee soorten van zulke achtergrond:
de aanwezigheid van het paar in de toenmalige, moderne (17e eeuw), Hollandse kleding
- heel vaak geplaatst in hetzelfde interieur en gelijkaardige situaties b.v. in de emblemen I, III, V, X, XIII, XIV, XVIII en XXVI staat de minnaar voor het huis van zijn geliefde terwijl zij uit het raam naar hem kijkt of zich voor de deur bevindt - het motief van “de klacht voor de gesloten deur” dat uit de Griekse liefdesliteratuur komt.
2) figuren die een soort van “antieke kleren” dragen
- vormen vooral de afbeelding van de geschiedenissen en verhalen die uit de Oudheid stammen of zich in de antieke werkelijkheid afspelen:
b.v. • het verhaal over Syrnix en Pan op de prent van het embleem XXIII
• de invloeden van een verhaal over Cimone en Efigenia uit “Decamerone” van Boccaccio op de achtergrond van het embleem IV
• de bron voor de prenten ook : Metamorphosen van Ovidius
Het doeleinde van het bovengenoemde type van de achtergrond: de uitlegging van de prent