Thema In en om het huis
Lesbrief 26. Herhaling thema
Wat leert u in deze les?
qð De woorden uit les 22, 23, 24 en 25 ð
Veel succes!
Deze lesbrief is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag
WOORDEN
Opdracht 1. Raad het goede woord. Kijk naar les 22.
1. Vul het goede woord in op de & & &
2. Maak dan 1 goed woord van de letters in de .
* De mensen die naast je wonen: b . . . .
* Woning: . . . s
* Niet jong maar: . . d
* De dag voor vandaag: g i . . . . . n
Maak nu het woord van de letters:
. . . .
Bekijk de antwoorden op p. 8.
2
Lesbrieven © ITTA 2010
WOORDEN
Opdracht 2. Is de zin waar of niet waar? Kies! Kijk naar les 23.
Vul waar of niet waar in op de & & &
1. Als je verhuist, dan ga je ergens anders wonen: . . . . .
2. Een fiets gaat sneller dan een brommer: . . . . .
3. Een buurtcomité werkt in het ziekenhuis: . . . . .
4. Als je hard loopt, dan loop je heel langzaam: . . . . .
5. Als je verhuist dan moet je licht aanvragen: . . . . .
Bekijk de antwoorden op p. 8.
3
Lesbrieven © ITTA 2010
WOORDEN
Opdracht 3. Kies het goede antwoord? Kijk naar les 24.
1. Kaas koop je A Op de groenteafdeling
B Op de afdeling met verse
producten
C Op de vleesafdeling
2. Aubergine is een soort A Groente
B Fruit
C Vlees
3. Wat is het meest? A Kilo
B Ons
C Pond
4. Wat kun je lang bewaren? A Melk
B Brood
C Rijst
5. Wat kun je niet drinken? A Thee
B Suiker
C Koffie
6. Als je iets koopt moet je altijd goed letten op A De kleur
B De datum
C De tijd
Bekijk de antwoorden op p. 8.
4
Lesbrieven © ITTA 2010
WOORDEN
Opdracht 4. Zoek de zinnen bij elkaar. Kijk naar les 25.
Let op! Eén zin is een vraag, de andere zin is het antwoord. Zoek steeds de twee
zinnen bij elkaar die samen vraag en antwoord zijn! Trek lijntjes tussen de zinnen die
bij elkaar horen.
Vraag Antwoord
Hoeveel is dat samen? Ja het is erg voordelig!
Wat is dat voor rode groente? Dat is bij elkaar 23 euro!
Heeft u het niet kleiner? 4 euro!
Is het in de aanbieding? Dat is paprika!
Hoeveel kost dat? Nee sorry, ik heb alleen een briefje van 20 euro!
Bekijk de antwoorden op p. 8.
5
Lesbrieven © ITTA 2010
WOORDEN
Opdracht 5. Tegenstellingen: raad het goede woord. Kijk naar les 22, 23, 24
en 25.
1. Vul het goede woord in op de & & &
2. Maak dan 1 goed woord van de letters in de .
* Niet oud maar: . . . g
* Niet groot maar: . l . . .
* Niet duur maar: v o . . . e . . .
* Niet zacht maar: h . . .
* Niet iets maar: n . . . s
Maak nu het woord van de letters:
. . . . .
Bekijk de antwoorden op p. 8.
6
Lesbrieven © ITTA 2010
MEER WOORDEN LEREN
Lees de onderstaande woorden. Zoek de woorden op in het woordenboek. U kunt
bijvoorbeeld het Basiswoordenboek Nederlands of het Nederlands als tweede taal -
woordenboek gebruiken. Schrijf de betekenis van de woorden op de stippellijn.
Les 22
Boven
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & ...
Dak
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & ...
Les 23
Straat
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & ...
Rijden
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & ...
Les 24
Zoeken
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & ...
Koken
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & ...
Les 25
Groente
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & ...
Vruchten
& & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & & ...
Bekijk de antwoorden op p. 9.
7
Lesbrieven © ITTA 2010
ANTWOORDBLAD
Opdracht 1.
* Buren
* Huis
* Oud
* Gisteren
Het woord van de letters: Huur
Opdracht 2.
1. Waar
2. Niet waar
3. Niet waar
4. Niet waar
5. Waar
Opdracht 3.
1. B
2. A
3. A
4. C
5. B
6. B
Opdracht 4.
Hoeveel is dat samen? Ja het is erg voordelig!
Wat is dat voor rode groente? Dat is bij elkaar 23 euro!
Heeft u het niet kleiner? 4 euro!
Is het in de aanbieding? Dat is paprika!
Hoeveel kost dat? Nee sorry, ik heb alleen een briefje van 20 euro!
Opdracht 5.
* Jong
* Klein
* Voordelig
* Hard
* Niets
Het woord van de letters: Krant
ð
8
Lesbrieven © ITTA 2010
MEER WOORDEN LEREN
Lees de onderstaande woorden. Zoek de woorden op in het woordenboek. U kunt
bijvoorbeeld het Basiswoordenboek Nederlands of het Nederlands als tweede taal -
woordenboek gebruiken. Schrijf de betekenis van de woorden op de stippellijn.
Les 22
Boven
Een hogere plaats. Bijvoorbeeld een hogere verdieping in het huis.
Dak
De bovenkant van een gebouw of van een bijvoorbeeld een auto.
Les 23
Straat
Een weg van stenen tussen huizen.
Rijden
Van de ene plaats naar de andere plaats gaan met een auto, een fiets of een ander
vervoersmiddel.
Les 24
Zoeken
Proberen iets te vinden.
Koken
Eten klaarmaken door het in heet water gaar te maken.
Warmer dan 100 graden.
Les 25
Groente
Planten, of delen van planten, die je kunt eten.
Vruchten
Iets dat uit een bloem of een boom groeit en dat je vaak kunt eten.
ð
ð
ð
ð
ð
ð
ð
9
Lesbrieven © ITTA 2010
OEFENEN VOOR HET INBURGERINGSEXAMEN
De lessen van dit thema gaan over situaties in en om het huis. Het sluit aan bij het deel
Burgerschap en Kennis van de Nederlandse Samenleving van het inburgeringsexamen.
Wat belangrijk is voor het examen:
- Weten hoe je gas en licht moet aanvragen
- Een huizenkrant kunnen lezen en begrijpen
- Een gesprek kunnen voeren bij een woningbouwvereniging
- Huur kunnen betalen
- Kennis kunnen maken met de buren
- Gesprekken voeren met de buren
- Goed kunnen omgaan met je huis en de omgeving.
Opdracht 1. Lees de zinnen en probeer ze te gebruiken.
WAT KUNT U ZEGGEN IN DIE SITUATIE?
Als u opbelt om gas of licht aan te vragen:
- Goedendag, ik wil graag gas en licht aanvragen voor mijn woning.
- Goedendag, mijn naam is mevrouw Abeka. Ik ben verhuisd. Ik zou graag
licht en gas aanvragen voor mijn nieuwe huis.
- Goedendag, u spreekt met meneer Abeka. Graag zou ik gas en licht
willen voor in mijn nieuwe woning. Kunt u mij helpen?
Als u opbelt om een afspraak te maken:
- Goedemiddag buurman, u spreekt met meneer Abeka. Ik wil graag een
afsrpaak maken om een keer samen een kopje koffie te drinken.
- Goedendag, u spreekt met mevrouw Abeka. Ik wil graag een afspraak
maken. Het liefst wil ik een afspraak maken in de ochtend.
Als u een gesprek hebt bij de woningbouwvereniging:
- Goedendag ik ben meneer Abeka. Ik heb een afspraak om 11 uur.
- Goedemiddag, ik ben mevrouw Abeka. Ik kom voor mijn afspraak met
& & Waar moet ik zijn?
10
Lesbrieven © ITTA 2010
Als u kennis wilt maken met de buren:
- Goedemiddag, ik ben uw nieuwe buurman. Ik ben meneer Abeka.
- Goedendag, ik ben mevrouw Abeka. Ik ben hier net komen wonen. Wij
zijn verhuisd.
- Hoi buurman, wij zijn verhuisd. Wij zijn nu uw nieuwe buren.
- Hallo ik ben meneer Abeka. Ik ben net verhuisd en ik ben in deze straat
komen wonen.
Opdracht 2. Kunt u het nu?
Vul dit in voor uzelf.
Ja, dat kan ik Nee, nog niet
Ik kan&
- Gas en licht aanvragen.
- Een huizenkrant lezen.
- Een huizenkrant begrijpen.
- Opbellen om een afspraak te maken.
- Een gesprek voeren bij een
woningbouwvereniging.
- Huur betalen.
- Kennis maken met mijn buren.
- Een gesprek voeren met mijn buren.
11
Lesbrieven © ITTA 2010
- Kijk nog eens terug naar de oefeningen in de lesbrieven 22 t/m 25.
- Wilt u meer oefenen? Kijk dan naar films van ETV.
- Op ETV en de website www.ETV.nl zijn veel programma s te vinden over in en
om het huis.
Bijvoorbeeld:
- Klussen in huis
- Een ander huis
- In en om het huis
- Feest in het buurthuis
- Wat een mooi huis
- In huis
- Het huis
- Thuis voor de buis
- Kijk voor meer informatie over het inburgeringsexamen op www.hoemoetikinburgeren.nl
12
Lesbrieven © ITTA 2010
Wyszukiwarka
Podobne podstrony:
Lesbrief Herhaling themaLesbrief! Herhaling themaLesbrief HerhalingLesbrief 6 HerhalingLesbrief 9 Het sollicitatiegesprekLesbrief Het sollicitatiegesprek 2Lesbrief Voor het eerst naar schoolLesbrief 3? huisartsLesbrief? eerste werkdagLesbrief1?estLesbrief# Veilig verkeerLesbrief 4? fysiotherapeutLesbrief Vrij vragenBN Thema 4 PLLesbrief Hoe werkt de machineLesbrief( Geld lenenLesbrief 5? tandartsLesbrief ?llen over een cursusLesbrief)?llen over een probleemwięcej podobnych podstron