ROEMER VISSCHER EN ZIJN SINNEPOPPEN
HET REALISTISCH EMBLEEM
De term “realistisch” - aanduiding voor het typisch Nederlandse subgenre van de emblematiek.
De moraliserende en didactische bundels waarvan prenten het dagelijks leven afbeeldden
Het begrip “realistisch” is echter wat de emblemen betreft niet helemaal duidelijk
Volgens enige opvattingen: men heeft hier te maken met de zgn. schijnrealisme:
prenten of schilderijen stellen de omringende werkelijkheid voor maar tevens afspiegelen en illustreren ook verschillende abstracte ideeën
“het realisme spiegelde meer de geest of mentaliteit van die tijd dan het echte leven afs. De bedoeling daarvan: niet door middel van de kunst de mentaliteit voor te stellen maar met behulp van die mentaliteit van de 17e eeuw de wereld van ideeën te ontdekken”
Tot de belangrijkste kenmerken van deze 17e eeuwse geest rekent men vooral het moralisme dat in de literatuur als didactische en opvoedende beginsel functioneerde.
Men poogde daarmee de mensen tot de deugdzaamheid aan te moedigen waarbij men vaak naar de vergankelijkheid van het menselijke leven en naar de dood verwees
De ontplooing van het genre hing samen met het soort van het publiek met belangstelling voor de emblematische kunst
Daarom - de onderwerpen van de emblemen: de werkelijkheid en idealen van de succesvolle Hollandse maatschappij - vooral rijke, invloedrijke burgers
De emblematiek - thema's als gezin, geld, religie, positie en rol van de mens in de maatschappij omdat zulke problemen voor toenmalige samenleving van groot belang waren
ROEMER VISSCHER
geboren in 1547 in Amsterdam
gestorven waarschijnlijk in 1620 in Alkmaar
Zijn vader: lakenkoopman te Amsterdam, in de Oudebrugsteeg
Hij hield zich vooral met de graanhandel en scheepsasssurantie bezig
De rol van zijn huis in het literaire leven:
de verzamelingen van dichters, kunstenaars, geleerden en andere intellectuelen
Twee dochters: Anna (geb. waarschijnlijk 1583 of 1584) en Maria Tesselschade (geb. 1594)
Ze kregen een moderne, veelzijdige opvoeding die typisch voor de renaissance was:
aan de ene kant: de huishouding, aan de andere kant beoefening van de verschillende kunsten
Kennis van vreemde talen, vooral het Frans en het Italiaans, ze konden zingen, dansen en zwemmen
het borduren, graveren, tekenen en het bespelen van de luit
Ze beoefenden ook letteren
Anna: ook enkele ervaringen op het emblematische gebied
Zij vertaalde namelijk de bundel “Emblemes, ou devises chrestiennes” van Georgette de Montenay (1540-1581) - een Franse dichteres.
Deze Nederlandse versie: de titel “Honderd christelijke zinnebeelden” (verscheen echter pas in 1854
Roemer Visscher: een beduidende rol in de Nederlandse letterkunde
naast b.v.Coornhert droeg hij tot de ontwikkeling van de Nederlandse taal bij
hij behoorde tot de bekendste leden van de rederijkerkamer “In Liefd Bloeyende” genoemd ook “Eglentier”
HET ONTSTAAN VAN SINNEPOPPEN
Het belangrijke verschil tussen dit werk en andere emblematabundels: de manier waarop ze werden gevormd.
“Sinnepoppen”: er ontstonden eerst prenten en motto's, zonder schriftelijke uitlegging of commentaar in vorm van een onderschrift. (tot nu toe gebeurde het omgekeerd.
Tot het vermaak en plezier van zijn vrienden georganiseerd ontmoetingen waar Visscher hen die plaatjes toonde terwijl
ze trachtten te verzinnen wat de dichter in een bepaalde prent en zijn zinspreuk wou uitdrukken.
Zulke spelletjes: zeer populair in de 17e eeuwse Nederlandse maatschappij
De auteur van de prenten: Claesz Jansz Visscher
Op de prenten van Claesz Jansz Visscher: veel voorwerpen, ook verschillende verschijnselen en elementen uit het dagelijks leven
de kunstenaar ontleende ook veel motieven aan al bestaande, bekende impresenbundels b.v. van Paolo Giovio
Onder de invloed van zijn vrienden besloot Roemer Visscher de bestaande plaatjes van een uitlegging of commentaar voorzien en die als één geheel uit te geven.
De eerste editie: 1614 in het quarto oblong formaat
Gepubliceerd door Willem Janszoon Blaeu in Amsterdam.
Blaeu was erg in de uitgave van de prenten van Claesz Jansz Visscher diep geïnteresseerd - hij vond dat hij profijt ervan kon trekken
BRONNEN - INSPIRATIE VOOR SINNEPOPPEN
Impresenbundels: motieven
Paolo Giovio “Dialogo dell' imprese militari et amorose” uit 1555
Claude Paradin “Devises héroiques” uit 1551
Gabriele Simeoni de“Imprese heroiche e morali” uit 1559
Emblematabundels:
Joachim Camerarius Symbolorum et emblematum centuriae
Andrea Alciato Emblematum libellus
Van Camerarius en Alciato: zijn er meestal alleen maar motieven van de picturae ontleend terwijl de verklaring van Roemer Visscher in het epigram anders is dan in het origineel
In de gravures: soms ook elementen overgenomen uit de prenten van Marcus Gheraerts voor “De warachtige Fabulen der Dieren” van Eduard de Dene en later voor “Vorsteliicke Warande der Dieren” van Joost van den Vondel
DE VOORREDE VAN DE AUTEUR
ze bevat bepaalde informaties over de theorie van het embleem volgens Roemer Visscher
Verklaring van het woord sinnepop: het “bestaet half in eẽ Poppe ofte Beelt, en de ander helft by een sententie, spreeckwoordt of ghegetjen.”
Dus “Sinnepop” - vertaling van Roemer Visscher van de Italiaanse term “impresa” of het Griekse woord “emblema”
de auteur stelt dus de “Sinnepop” als een soort van impresa voor die hij volgens de regels van “Dialogo dell'imprese militari et amorose” van Paolo Giovio vormde
Juist daarom: op de picturae van de emblemen van “Het eerste en “Het tweede Schock” geen menselijke personages - in het werk van Giovio één van de voorwaarden van de goede impresa
de auteur merkt echter ook dat hij in “Het derde Schock” niet zo nauwkeurig deze beginselen toepaste - in de gravures van “Het derde Schock” ziet men ook menselijke figuren
de dichter licht toe : het onstaan van de bundel van “Sinnepoppen”:
Eerst: “Sinnepoppen” de middel om zijn vrienden te vermaken. Hij liet de emblemen zonder enige schriftelijke uitleg afbeelden om ze mondeling te bespreken.
Zijn vrienden spoorden hem er toe aan om bij de afbeeldingen “glosekens” te schrijven en deze in één bundel te publiceren.
Juist door die uitleggingen die door de dichter werden geschreven, kan men de “Sinnepoppen” als echte emblemata behandelen.
De auteur schrijft ook over het specifieke karakter van zijn “Sinnepoppen” gevormd: niet voor “de leckere tonghen ofte dertele kiessche ooren” maar “voor de Boeren die garen in dusdanige weyden gaen verlustighen Latijnsche melodie, met platte, botte Hollandtsche tonghe”.
Uiteindelijk beschrijft hij Sinnepop als volgt:
“Sinnepop dan is eẽ korte scherpe reden, die van Ian alleman, soo met het eerste aensien niet verstaen kon worden: maer evẽ wel niet soo duyster datmen na reden, jae of naeslaen moet: dan eyscht eenige na bedencken ende overlegginge, om also de soetheyt van de kerle of pit te smaecken.”
De “Sinnepop” volgens Roemer Visscher: de voortzetting van de impresa maar de dichter voegt tevens zulke elementen en kenmerken toe waarmee het devies het Hollandse karakter krijgt
Aan het einde van zijn voorrede stelde de poëet beklemtoonde dat ook de emblemen in het Nederlands op dezelfde goede manier als in het Latijn, Italiaans of Frans gevormd konden worden.
DE OPBOUW VAN HET EMBLEEM
emblemen geplaatst: zowel op de recto- als ook op de verso- pagina's.
Aan de linkerkant van elke pagina: het bijschrift geschreven in het Nederlands
Naast de subscriptio, aan de rechtse kant van het blad: de pictura
Direct boven de subscriptio geplaatst: eerst het nummer van het embleem en verder het Nederlandse of Latijnse motto
Hetzelfde motto gedrukt in de antiqua bevindt zich ook boven elke gravure.
In de tekst van het bijschrift dat in de antiqua werd gedrukt, kan men ook het Latijnse en Nederlandse motto of een Latijns citaat waarnemen omdat die zich door gotiek schrift of cursieve letters onderscheiden.