9. Activisme en vitalisme in het Nederlande expressionisme
Expressionisme
expressio, uitdrukking
-een stroming in de Europese kunst en de literatuur van de 20e eeuw, die zich vooral manifesteerde in de jaren 1905 tot 1940
-het gaat om gevoelens, ervaringen uit te drukken door een zekere vervorming van de werkelijkheid
-belangrijk is daarbij vooral de gevoelswaarde, het onderbewuste, dat de kunstenaar ervaart naar aanleiding van het onderwerp
-het expressionisme kent maar één wet: dat er geen wetten zijn, en dat die dan ook niet mogen opgelegd worden
-expressionisme als stijl is vooral bekend in de schilderkunst, maar komt ook in de muziek, literatuur, architectuur, toneel en in de film als stijl voor
Expressionisme in Vlaanderen ging gepaaard met een wereldwijd idealisme waarin de broederschap van alle mensen werd geproclameerd. Dit humanitair expressionisme komt duidelijk naar voren in de poëzie van Wies Moens en Marnix Gijsen.
In Nederland was in de gedichten van Herman van den Berg en Hendrik Marsman vooral sprake van kosmisch expressionisme waarin niet de liefde voor de mensheid stond bij hen centraal, maar de verbondenheid met het heelal en de oerkrachten van het leven. Dit soort van expressionisme is ook vitalisme genoemd.
VITALISME- een filosofie en een levenshouding die de vitale krachten van het leven vooropsteelt. In de literatuur is het vooral te vinden inwerken die geschreven werden in het interbellum. In de vitalisme staat de conflict tussen natuur en cultuur centraal. Het meest belangrijk thema bij vitalisme is cirkelgang van het leven: leven-dood-leven en zo voort.
Vitalisme in de Nederlandse letterkunde:
jaren `20
Hendrik Marsman- hij naam afstand van vitalisme (1925) maar hij verdedigde vitalisme in het tijdschrift `De vrije bladen'
Stijn Streuvels `De vlasschaard'
Jef Geeraerts `Gangreen I'
Walschap `Houtekiet'
Natuur en de levenslust boven het verstand
Activisme in Vlaanderen:
religieuze en filosofische betekenis
twee soorten activisme:
*vita activia- het meest belangrijk zijn de daden, niet nadenken
*vita kontemplata- nadenken en alles wat in de bewustzijn van de auteur bestaat is belagrijker dan de daden
- Paul van Ostaijen
Belangrijkste vertegenvoordigers van de expressionisme in de schilderkunst (just in case) :)
- Nederland: Charles Eyck, Willem Hofhuizen, Hendrik Chabot, Jaap Min
- België: het bekende Vlaamse expressionisme wordt ons voornamelijk gebracht door de 2e kunstenaarsgroep van de Latemse Scholen, in de 1e helft van de 20e eeuw, met Constant Permeke, Gustaaf De Smet
10. De Nederlandse letterkunde en de verwerking van de WOII
Historische achtergrond:
-vanaf 1940 was Nederland en Belgie bezet door Duitsland
-1943- regime van Mussolini stortte
-Hitler gaf zich pas in mei 1945 gewonnen
Soorten van de naoorlogse proza:
Kroniekachtige verslagen:
`Mijn kleine oorlog' L-P Boon
`Het bitere kruid' Marga Minco
Oorlogsdagboeken
`Het achterhuis' Anne Frank
`Goethe in Dachau' Nico Rost
Romans over de oorlog- verchenen meestal in de jaren 80 en vertellen over de invloed van de WOII op het leven
`Het meisje met het rode haar' de Vries
`De laars op de nek' Maurits Dekker
`Pastorale' Vestdijk
`De trannen van accacia', `De donkere kamer van Damokles' W.F. Hermans
`Ik was geen soldaat' Kouwenaar
`Het stenen briudsbed' Mulisch
Onderwerpen:
-jodenvervolging
-oorlogservaringen
Men kan stellen dat de Tweede Wereldoorlog de belangrijkste collectieve ervaring in de Nederlandse geschiedenis is geweest. Een ervaring die een sterk bindend karakter heeft gehad op het Nederlandse volk.
Het is geen wonder dat in de kunst en met name in de literatuur deze periode heel vaak een bron van inspiratie was en nog steeds is.
De literatuur tijdens de oorlog:
In 1942 werd de Kultuurkamer opgericht door de Duitse bezetters. Wie iets wilde publiceren moest daar lid van zijn. Het gevolg was dat vrijwel het gehele kunstleven stil lag. Slechts enkele auteurs zwichtten en werden lid - veelal kregen zij na 1945 een publicatieverbod.
Een mogelijkheid was nog illegaal te publiceren.
Simon Carmiggelt bijvoorbeeld schreef zijn eerste Kronkels in Vrij Nederland - niemand wist wie de jeugdige journalist was, maar enkele van zijn verhalen werden zelfs ver buiten Nederland gelezen.
Aandacht verdient het feit dat direct aan het begin van de oorlog drie grote Nederlandse schrijvers stierven: Menno ter Braak, Edgar du Perron (de oprichters van het tijdschrift Forum) en Henri Marsman.
Zo ontstond er een periode waarin de literatuur volkomen stilstond.
Veel dagboeken werden tijdens de oorlog geschreven en daarna gepubliceerd.
Het bekendste is het dagboek van Anne Frank: Het Achterhuis. (1947)
Professor Jan Romein zag onmiddellijk toen hij het in 1946 in handen kreeg de waarde ervan in. Hij zocht contact met verschillende uitgevers en vond er tenslotte een bereid het boek uit te geven.
Het dagboek van Anne Frank is op dit ogenblik het meest in andere talen vertaalde Nederlandse boek.
Iets anders verliep het met het werk van Etty Hillesum. Ook zij schreef dagboekfragmenten, maar het zou tot ver in de jaren tachtig duren eer het werd uitgegeven. Dat is ook wel verklaarbaar: haar werk is veel beschouwelijker van aard dan dat van Anne Frank. Etty was 23 toen ze het schreef en er spreekt een diep inzicht in menselijke drijfveren uit haar werk. Er is de laatste jaren zeer veel aandacht voor haar dagboek. (Het verscheen in 1981 onder de titel Het verstoorde leven)
POËZIE
Naast deze documenten bezitten we in de Nederlandse literatuur vele verzetsgedichten. Deze werden in de oorlog gebundeld in het Geuzenliedboek.(1941)
Zeer bekend hieruit is `Het lied der achttien doden' door Jan Campert. Het is een gedicht geschreven naar anleiding van de executie van vijftien Geuzen (verzetsstrijders in de Tweede Wereldoorlog) die op 13 maart 1941 plaatsvond op de Waalsdorpervlakte. Ook Celdroom door H. van Randwijk kan hier worden genoemd. Deze gedichten verschenen in het illegale blad Vrij Nederland.
HET LIED VAN ACHTIEN DODEN
Een cel is maar twee meter lang
en nauw twee meter breed,
wel kleiner nog is het stuk grond,
dat ik nu nog niet weet,
maar waar ik naamloos rusten zal,
mijn makkers bovendien,
wij waren achttien in getal,
geen zal den avond zien.
O lieflijkheid van licht en land,
van Holland's vrije kust,
eens door den vijand overmand
had ik geen uur meer rust.
Wat kan een man oprecht en trouw,
nog doen in zulk een tijd?
Hij kust zijn kind, hij kust zijn vrouw
en strijdt den ijdlen strijd.
Ik wist de taak die ik begon,
een taak van moeiten zwaar,
maar't hart dat het niet laten kon
schuwt nimmer het gevaar;
het weet hoe eenmaal in dit land
de vrijheid werd geeerd,
voordat een vloekb're schennershand
het anders heeft begeerd.
Voordat die eeden breekt en bralt
het miss'lijk stuk bestond
en Holland's landen binnenvalt
en brandschat zijnen grond;
voordat die aanspraak maakt op eer
en zulk Germaansch gerief
ons volk dwong onder zijn beheer
en plunderde als een dief.
De Rattenvanger van Berlijn
pijpt nu zijn melodie, -
zoo waar als ik straks dood zal zijn
de liefste niet meer zie
en niet meer breken zal het brood
en slapen mag met haar-
verwerp al wat hij biedt of bood
die sluwe vogelaar.
Gedenkt die deze woorden leest
mijn makkers in den nood
en die hen nastaan 't allermeest
in hunnen rampspoed groot,
gelijk ook wij hebben gedacht
aan eigen land en volk -
er daagt een dag na elken nacht,
voorbij trekt iedre wolk.
Ik zie hoe't eerste morgenlicht
door 't hooge venster draalt.
Mijn God, maak mij het sterven licht-
en zoo ik heb gefaald
gelijk een elk wel falen kan,
schenk mij dan Uw gena,
opdat ik heenga als een man
de loopen als 'k voor sta.
Jan Campert
11. Ontwikkeling van de naoorlogse poëzie
Vijftigers
- een literaire beweging in Nederland, die ontstond aan het eind van de jaren '40 van een groep jonge dichters
- zij verzetten zich tegen de kunstopvattingen van hun voorgangers: Er is een lyriek die wij afschaffen, zoals ze dat stelden (het gaat hier om de dichters Jan Elburg, Lucebert en Bert Schierbeek- zij waren wat eerder betrokken geraakt bij een groep jonge Deense, Belgische en Nederlandse kunstenaars, die zich Cobra noemde: Copenhagen, Brussel, Amsterdam)
*Cobra- `vitale' kunst kan alleen gemaakt worden door werkelijk vrije mensen. Alles wat die vrijheid in de weg stond, moest worden bestrede
-de dichters van de Beweging van Vijftig zoeken heel sterk de uitdrukking van de totale mens, dus zowel gevoel als verstand
-de werkelijkheid opdeelt in categorieën, die verdeelt en scheidt
- lichamelijke beelden, eten, spijsvertering
-als alternatief voor het verstand zijn voor hen de zintuigen
-ze ageren niet tegen het weten, maar streven wel naar een andere soort weten, waarbij ervaring centraal staat ('Denken met tong en handen'- Elburg)
-afkeer van `gekunsteld' (zij voelden zich aangetrokken tot het spontane zoals dat ook in het surrealisme bestaat
Kenmerken van poëzie van Vijftigers:
-loslaten van veel typische vormaspecten
-bijna geen rijm (althans geen eindrijm)
-geen regelmatige versvormen
-soms ook geen interpunctie (punten, komma's)
-het is vaak onduidelijk waar de ene zin ophoudt en waar de volgende begint en zo worden zinnen vaak voor meerdere uitleg vatbaar
-verkleinen van de invloed van het logisch denken
-deze vorm van dichten werd `experimenteel' genoemd
PROZA |
POËZIE |
|
|
Zestigers
`Gard Sivik': de nieuwe datum in de poëzie
breuk met Vijftigers
Vijftigers waren voor Zestigers te poëtisch en te beeldend
de werkelijkheid moet veel directer en veel letterlijker tot uitdrukking komen
alles kan materiale voor de poëzie zijn
men maakt graag readymades
anektodische poëzie in huis- tuin- en- keukentaal
afkeer van traditionele taal met metaforen
Vertegenvoordigers:
Hans Verhagen: hij maakte de taal onpersoonlijk door zakelijke, technische woorden
groep rond `Barbarber': Bernlef, Brands, Schippers
-ondertitel: `tijdschrift voor teksten'
-motto van Schippers: `Whet the clock is seen from the side, it no longer tells the time' (Duchamp)
VL: Herman Coninck
Meer richtingen in poëzie:
terug naar de romantisch- expressieve taal
`Tirade', `Holland Maandblaad'
voorkeur voor eenvoudig taalgebruik, maar niet afkerig van beeldspraak
nuchtere werkelijkheidzien met eer romantische elementen: heimwee, melancholie, gevoeligheid
ironie, understatements, dubbelzinnigheid
versvorm is tamelijk vrij
Judit Herzberg
Ruter Kopland `Jonge sla'
voortzetting van de autonomische traditie
poëzie is gericht op het creëren van autonome `taalwerkelijheden'
`hermetische richting', `werken met taal'
veel andacht voor de woorden
Hans Faverey, Gerrit Kouwenaar
verwijzingen naar het schrijfproces, muzikale opbouw van gedichten
JAREN `70
Symbolistisch-metafisysche dichters
-streven naar `vormvastheid'
-`De Revisoir'
-veel andacht aan de mogelijkheden van de poëzie en de taal
-gebruik van verwijzingen, symbolen
-Willem van Toorn, Robert Anker
De neoromantische richting
-Gerrit Komrij
-traditionele dichtvormen
-romantische thema's: dood, liefde, vriendschap, maar op ironische manier
-`Het schip De Wanhoop'- dubbelzinnigheid vermengt met absurd en het surreële
-VL: `De nieuwe romantiek' Hugo Brems, Guy van Hoof
1985- HEDEN
- A. Duinker `Rode oever'
- T. Oosterhoff `Boerentijger'
- VL: Dirk van Bastelaere `Vijf jaar'; S. Hertmans `Ademzuil', tijdschrift `Yang'
- programatische poëzie
- veel intrpretatiemogelijkheden
- vreemd/geen kern, centruum
- gedachte dat taal en werkelijkheid elkaar niet dekken
- de dingen bestaan alleen in de taal
- geen stabiel lyrisch `ik'
- verschillende sprekers
13. De receptie van de Nederlandse literatuur in Polen in de 19de en 20de eeuw.
In Polen heerst nog altijd het onuitroeibare misverstand, dat er in Nederland 'holenderski' en in het Noorden van België 'flamandzki' gesproken en geschreven wordt. De term 'niderlandzki' is bijna onbekend en het is dan ook niet verwonderlijk, dat men de literatuur uit die landen ook verdeelt in Hollandse en Vlaamse literatuur. De oorzaak voor dit misverstand ligt echter niet alleen aan de onwetendheid van de Poolse lezers en critici. Het is nog niet zo lang geleden, dat de officiële vertegenwoordiging van Nederland in Warschau het de Polen en de Nederlanders in Polen echt moeilijk maakte, door niet eenduidig vast te stellen hoe ze nou werkelijk heette.
aan het begin van de 19de eeuw- opmerkelijke vertallingen van de Nederlandstalige literatuur
een bundel `Verzameling van reizen in alle werelddelen ondernomen ter verlichting en verhaal van de jeugd' (1805) gepubliceerd door Wilhem Gottlieb Korn (`Zbiór podróży po wszystkich częściach świata przedsięwziętych dla oświecenia i zabawy młodzieży')
`De Oost- Indische Ryse' (`Podróż do Indyów Wschodnich')- Willem Ijsbrantsz. Bontekoe- (in uitgever Wrocław). Deze publicatie en haar herdruk in de Geografische Bibliotheek kunnen zowel tot de interessante polonica als neerlandica in Wrocław gerekend worden.
Krakau: `Do ongelukkige zeiler of wel de gevolgen van geen gehoor geven aan de vaderlijke vermaningen' (`Nieszczęśliwy żeglarz czyli skutki niesłuchania napomnien ojcowskich') 1810- een autobiografisch relatie van een zekere Willem van der Hoek
Hendrik Conscience- `De leeuw van Vlaanderen' (`Lew z Flandrii')- parallele verwijzing naar verleden; het opwekken van de nationale bewustzijn; veel succes in Polen (de bijnaam: Vlaamse Kraszewski). De romans van Kraszewski en Conscience leerden het gewoone volk lezen: Polen- bedreigd door Russland en Duitsland; Vlaanderen- overhersing van Franstalligean
Aan de eeuwenwisseling groeide in Polen belangstelling voor vertallingen. Naast de gebriukelijkste speuren binned de Franse, Engelse en Duitse literatuur wendden Poolse vertallers zich tot de nationale literatuur in die landen waar de literaire vernieuwing de grootste en radicaalste zedelijke en artiestike veranderingen heeft gebracht, dus in de traditioneel conservatieve protestantse culturen. Op die manier ontstond de fascinatie voor de grott Scaninavische schrijvers, die in de belangstelling kwamen dankzij de spontane en intense receptie in Duitsland.Juist in die tijd speelde Duitslan de rol van de anity fair' van de nieuwste artiestike snufjes. Poolse publicisten van verschillende ideologische allures, zoals de conservatieve A. Nowaczyński of de marxistische J.B. Marchlewski, volgden met aandacht alle nieuwigheden, die opdoken in de kunstcentra. De toenmalige Poolse vertalingen van Nederlandse auteurs danken wij ook aan het aanstekelijke enthousiasme waarmee men ze in het Duitse cultuurgebied ontving.
het begin van de 20de eeuw: Poolse literatuur was rijk aan vertalingen van: Multatuli, Couperus, F.van Eeden (Mały Janek), Herman Heijermans:
Louis Couperus (1903, 1906) 2 romans met naturalistisch strekking (het donkere mysterie van het deterministische noodlot)
Frederik van Eeden (1904) “De kleine Johannes”: sprookjesachtig sfeer, symbolisme
Herman Heijermans: doorslaggevend voor de receptie: krietiek op de burgermoraal; naturalistische strekking. De beste modernistische theaters in Polen voerden 10 zijn toneelstukken op. 6 daarvan werden in boekvorm gepubliceerd- een duidelijk blijk van erkenning. Bijzonder bekendheid verwierf `Op hoop van zege' (Nadzieja) in interessante vertalling van Kasprowicz.
Multatuli:
tijdens het interbellum en na de Tweede Wereldoorlog : vooral Jo Ammers-Küller die op het gebied van de literatuur voor volwassenen en kinderen haar opgang
daarnaast wordt de jongste generatie vertegenwoordigd door: Heeresma, Mulisch en Wolkers. Van elk van deze auteurs is een minimale hoeveelheid vertaald en het is vreemd, dat het tot 1993 moet duren voordat de meest vertaalde schrijvers en dichters worden vermeld in een naslagwerk: nl. Louis Paul Boon en Hugo Claus.
het naoorlogse beeld van de Nederlandse literatuur in Polen hangt zeer nauw samen met de wederopbouw van de vertaalcapaciteit vanuit het Nederlands. De universiteiten, vooral die in Wrocław en Warschau dragen veel bij om aan de Nederlandse literatuur in Polen een eigen gezicht te geven. De medewerkers vertalen zelf literatuur en stellen literatuurgeschiedenissen samen, zij leiden toekomstige literaire vertalers op en recenseren hun werken, en tenslotte proberen ze in algemene naslagwerken de Nederlandse literatuur een eigen plaats te geven.
De periode 1945-1997 in kort bestek
in de eerste jaren wordt vooral veel literatuur van voor de oorlog herdrukt. Een echte topper: Jo Ammers-Küller en de Max Havelaar die weer eens een herdruk beleeft
in de jaren 60 en 70 zijn Neerlandistieken in Wrocław en Warschau opdgericht- nieuwe vertallers
in 1967- 1980 stijging van het aantal vertaalde boeken. In het tijdvak 1967-1980 is vooral de anthologie Z kraju złotego lwa: opowiadanie holenderskie (Uit het land van de gouden leeuw: Hollandse verhalen) van belang. Hierin kan de Poolse lezer voor het eerst kennismaken met een bonte keur aan Nederlandse auteurs in vertaling.
1983 Smutny kos. Opowieści niesamowite i osobliwe z prozy niderlandzkiej (De triestige merel. Ongelooflijke en zonderlinge verhalen uit het Nederlandse proza), waarin Nederlandse en Vlaamse auteurs aan bod komen, en Znad Skaldy i Mozy: antologia opowiada belgijskich (Aan Schelde en Maas: anthologie van Belgische verhalen)
1984 - 1990 zeer vruchtbaar periode voor de Nederlandse vertaalde literatuur. Het topjaar 1990 markeert tevens een historische gebeurtenis: Polen heeft zich bevrijdt van haar juk en staat weer op eigen benen.
De vertaalde literatuur in de jaren negentig (1989-1997)
1989-1997 de vertalingen per jaar zijn afgebeeld.
aantal en soort vertalingen van Nederlandse literatuur naar het Pools in de periode 1989-1997, geregistreerd per jaar en onderverdeeld in de categorieën: proza (romans, verhalen, bloemlezingen), poëzie (bundels, bloemlezingen) en kinder- en jeugdliteratuur.
na de machtswisseling in 1989 vindt er in 1990 als het ware een uitbarsting plaats, die helaas van korte duur is. Van 1991 tot 1993 daalt het aantal vertaalde werken tot een absoluut minimum in 1993.
in de laatste 20 jaren: vertalers: Klomaszewska, Dąbrówka, Koch:)
15. Hoogtepunten uit het Nederlandse proza na 1945
Proza over de Tweede Wereldoorlog:
Kroniekachtige verslagen:
`Mijn kleine oorlog' L-P Boon
`Het bitere kruid' Marga Minco
Oorlogsdagboeken
`Het achterhuis' Anne Frank
`Goethe in Dachau' Nico Rost
Romans over de oorlog- verchenen meestal in de jaren 80 en vertellen over de invloed van de WOII op het leven
`Het meisje met het rode haar' de Vries
`De laars op de nek' Maurits Dekker
`Pastorale' Vestdijk
`De trannen van accacia', `De donkere kamer van Damokles' W.F. Hermans
`Ik was geen soldaat' Kouwenaar
`Het stenen briudsbed' Mulisch
Decolonisatie:
1942-1962- eind van Nederlands- Indië:
Springen: `Berricht uit Holandia'
boeken ober Japaanse bezetting, veel onbegip
de Nijs `Vergeelde portretten'
Hella Haasse `Oeroeg'
Suriname en Antillen
1954- deel van Koninklijk der Nederlanden
1976- Suriname-een zelfstandige republiek
Tip Marugg `De morgen loeit weer aan'
Arian `Dubbelspel'
Edgar Cairo `Stafhok'
A. Roemer `Neem mij terug Suriname'
problemen: migratie, slaventijd
VLAANDEREN: post- koloniale literatuur:
Walschap `Oproer in Kongo'
Piet van Aken `De nikkers'
In de jaren zestig is in Nederlandstalige literatuur veel bevrijding zichtbaar (`Ik Jan Cremer'- autobiografische verslag van een avontuurlijke zwerftocht). De tijdsbeeld van deze periode is te vinden in werken van Jan Wolkers en Remco Campert (maatschappijkritiek en taboedoorbreking).
Hoofdlijnen in het verhalende proza uit de jaren zestig en zeventig:
Defictionaliering:
werkelijkheid moet direct beschreven worden
reportages, documentaries zonder persoonlijke commentaar
Armando, Sleutelaar, Harry Mulisch (`De zaak 40/61)
nieuw realisme- betrekking op werkelijkheid
trend van minder fictie en meer werkelijkheid
Cornelis Bastiaan Vaandrager, Jan Cremer
Experimenteel of `ander' proza
J. F. Vogelaar, Sybren Polet: rond tijdschrift `Raster'- zij schrijven fictie met gebruikmaking van nieuwe technieken
experimenteel werk, ook `ander' proza genoemd
doel: de verhouding tussen maatschappij en kunst ter discussie te stellen
de lezer moet bewust blijven
perspectiefwisselingen, onlogische sprongen in tijd en ruimte, loslaten van bepaalde verhaaldraden, montagetechniek
romans van Sybren Polet: realistische fabels: `Mannekino'- over mensen die gemanipuleerd worden in de moderne maatschappij
VLAANDEREN: aantasting van de romanstructuur
Paul van Wispeldere
inspiratiebron: Franse nouveau roman: roman is een eigen, onafhankelijk constructie
romans verwijzen naar zichzelf
Daniël Robberechts `Praag schrijven'
Gerrit Krol
Realisme:
rond 1970: semi- autobiografisch proza
soms ironische toon
Marteen t'Hart `Een vlucht regenvulpen'
Feministische romans
jaren '60-'70- vrouwenemancipatie
Anja Meulenbelt `De schamte voorbij'- autobiografie, persoonlijke geschiedenis- zij gaf een voorbeeld voor veel vrouwen
Hannes Meinkema `En dan is er koffie'
VL: Monica van Paemel `De amazone met blauwe voorhoofd'
vrouwentijdschriften en boekenhandels
Anna Bijns- prijs- alleen voor vrouwen
tijdschrift `Chrystalis'
Revisoir- proza
uitgeoefend door belangrijkste schrijvers van de jaren `70
tussen experimenterende literatuur en realisme
Carel Peeters `Het hart in het hoofd'
Willem Brakman
Gerrit Krol
Oek de Jong `Opwaaiende zomerjurken'
Verdere ontwikkeling van de naoorlogse schrijvers:
Hermans: satirische romans
Hugo Claus: traditionele en experimentele verhaalstructuren (`Het verdriet van België)
Gerard Reve: reisbrieven
Harry Mulisch: thema van de oorlog (`De aanslag')
Jan Wolkers: sex en erotiek (`Turks Fruit')
1985- HEDEN
Postmodernistisch proza:
ontmaskeren van de ilusie van het realisme, fictionaliteit van zogenaamde werkelijkheid
de romanwereld zou een afsiegeling zijn: `wat niet op papier staat bestaat niet'
verbinding van fictie en werkelijkheid, heden en verleden, binnen en buiten
historische mythologische en bibelse personages zonder onderscheid opduiken naast fictieve figuren
personages zijn niet logisch
breuk met de chronologie (Brakman) en causaliteit
alle ruimtelijke ervarringen lijken in een beweging te worden opgenomen
aanwezigheid van verteller, comantaren etc.
Atte Jongstra `Het huis M'
Willem Jan Otten, Arnon Grunberg, E. Mortier
Vernieuwing van de historische roman:
Umberto Eco `De naam van de Roos' (IT)
Margriet de Moor, Arthur Japin, Thomas Rosenboom
om geschiedenis en eigentijdse kwesties te belichten
`Het oog van de engel' N. Noordervliet- lotgevallen ban de Nederlandse vrouw tijdens de Franse revolutie
betere kennis van verleden- historische romans verschillen niet met elkaaar
sosm niet chronologische structuur
verschillende visies op historische stof
gebruik van authentieke documenten
heden en verleden door elkaar lopen
Ferron `Turkenvespers'
Koloniale en postkoloniale literatuur:
boeken over oorlog en Japanse kampen: Kousberg `Oostindisch kampsyndroom'
herrineringen van koloniën
kritiek van koloniale systeem
VLAANDEREN: romans over Kongo (Lieve Joris)
Surinamse auteurs
Antille, Aruba: literatuur in het Papiamento