Activisme en vitalisme in het Nederlande expressionisme


9. Activisme en vitalisme in het Nederlande expressionisme

Expressionisme

expressio, uitdrukking

-een stroming in de Europese kunst en de literatuur van de 20e eeuw, die zich vooral manifesteerde in de jaren 1905 tot 1940

-het gaat om gevoelens, ervaringen uit te drukken door een zekere vervorming van de werkelijkheid

-belangrijk is daarbij vooral de gevoelswaarde, het onderbewuste, dat de kunstenaar ervaart naar aanleiding van het onderwerp

-het expressionisme kent maar één wet: dat er geen wetten zijn, en dat die dan ook niet mogen opgelegd worden

-expressionisme als stijl is vooral bekend in de schilderkunst, maar komt ook in de muziek, literatuur, architectuur, toneel en in de film als stijl voor

Expressionisme in Vlaanderen ging gepaaard met een wereldwijd idealisme waarin de broederschap van alle mensen werd geproclameerd. Dit humanitair expressionisme komt duidelijk naar voren in de poëzie van Wies Moens en Marnix Gijsen.

In Nederland was in de gedichten van Herman van den Berg en Hendrik Marsman vooral sprake van kosmisch expressionisme waarin niet de liefde voor de mensheid stond bij hen centraal, maar de verbondenheid met het heelal en de oerkrachten van het leven. Dit soort van expressionisme is ook vitalisme genoemd.

VITALISME- een filosofie en een levenshouding die de vitale krachten van het leven vooropsteelt. In de literatuur is het vooral te vinden inwerken die geschreven werden in het interbellum. In de vitalisme staat de conflict tussen natuur en cultuur centraal. Het meest belangrijk thema bij vitalisme is cirkelgang van het leven: leven-dood-leven en zo voort.

Vitalisme in de Nederlandse letterkunde:

Activisme in Vlaanderen:

*vita activia- het meest belangrijk zijn de daden, niet nadenken

*vita kontemplata- nadenken en alles wat in de bewustzijn van de auteur bestaat is belagrijker dan de daden

- Paul van Ostaijen

Belangrijkste vertegenvoordigers van de expressionisme in de schilderkunst (just in case) :)

- Nederland: Charles Eyck, Willem Hofhuizen, Hendrik Chabot, Jaap Min

- België: het bekende Vlaamse expressionisme wordt ons voornamelijk gebracht door de 2e kunstenaarsgroep van de Latemse Scholen, in de 1e helft van de 20e eeuw, met Constant Permeke, Gustaaf De Smet

10. De Nederlandse letterkunde en de verwerking van de WOII

Historische achtergrond:

-vanaf 1940 was Nederland en Belgie bezet door Duitsland

-1943- regime van Mussolini stortte

-Hitler gaf zich pas in mei 1945 gewonnen

Soorten van de naoorlogse proza:

  1. Kroniekachtige verslagen:

`Mijn kleine oorlog' L-P Boon

`Het bitere kruid' Marga Minco

  1. Oorlogsdagboeken

`Het achterhuis' Anne Frank

`Goethe in Dachau' Nico Rost

  1. Romans over de oorlog- verchenen meestal in de jaren 80 en vertellen over de invloed van de WOII op het leven

`Het meisje met het rode haar' de Vries

`De laars op de nek' Maurits Dekker

`Pastorale' Vestdijk

`De trannen van accacia', `De donkere kamer van Damokles' W.F. Hermans

`Ik was geen soldaat' Kouwenaar

`Het stenen briudsbed' Mulisch

Onderwerpen:

-jodenvervolging

-oorlogservaringen

Men kan stellen dat de Tweede Wereldoorlog de belangrijkste collectieve ervaring in de Nederlandse geschiedenis is geweest. Een ervaring die een sterk bindend karakter heeft gehad op het Nederlandse volk.
Het is geen wonder dat in de kunst en met name in de literatuur deze periode heel vaak een bron van inspiratie was en nog steeds is.

De literatuur tijdens de oorlog:

In 1942 werd de Kultuurkamer opgericht door de Duitse bezetters. Wie iets wilde publiceren moest daar lid van zijn. Het gevolg was dat vrijwel het gehele kunstleven stil lag. Slechts enkele auteurs zwichtten en werden lid - veelal kregen zij na 1945 een publicatieverbod.

Een mogelijkheid was nog illegaal te publiceren.
Simon Carmiggelt bijvoorbeeld schreef zijn eerste Kronkels in Vrij Nederland - niemand wist wie de jeugdige journalist was, maar enkele van zijn verhalen werden zelfs ver buiten Nederland gelezen.

Aandacht verdient het feit dat direct aan het begin van de oorlog drie grote Nederlandse schrijvers stierven: Menno ter Braak, Edgar du Perron (de oprichters van het tijdschrift Forum) en Henri Marsman.

Zo ontstond er een periode waarin de literatuur volkomen stilstond.

Veel dagboeken werden tijdens de oorlog geschreven en daarna gepubliceerd.
Het bekendste is het dagboek van Anne Frank: Het Achterhuis. (1947)
Professor Jan Romein zag onmiddellijk toen hij het in 1946 in handen kreeg de waarde ervan in. Hij zocht contact met verschillende uitgevers en vond er tenslotte een bereid het boek uit te geven.
Het dagboek van Anne Frank is op dit ogenblik het meest in andere talen vertaalde Nederlandse boek.

Iets anders verliep het met het werk van Etty Hillesum. Ook zij schreef dagboekfragmenten, maar het zou tot ver in de jaren tachtig duren eer het werd uitgegeven. Dat is ook wel verklaarbaar: haar werk is veel beschouwelijker van aard dan dat van Anne Frank. Etty was 23 toen ze het schreef en er spreekt een diep inzicht in menselijke drijfveren uit haar werk. Er is de laatste jaren zeer veel aandacht voor haar dagboek. (Het verscheen in 1981 onder de titel Het verstoorde leven)

POËZIE

Naast deze documenten bezitten we in de Nederlandse literatuur vele verzetsgedichten. Deze werden in de oorlog gebundeld in het Geuzenliedboek.(1941)
Zeer bekend hieruit is `Het lied der achttien doden' door Jan Campert. Het is een gedicht geschreven naar anleiding van de executie van vijftien Geuzen (verzetsstrijders in de Tweede Wereldoorlog) die op 13 maart 1941 plaatsvond op de Waalsdorpervlakte. Ook Celdroom door H. van Randwijk kan hier worden genoemd. Deze gedichten verschenen in het illegale blad Vrij Nederland.


HET LIED VAN ACHTIEN DODEN

Een cel is maar twee meter lang
en nauw twee meter breed,
wel kleiner nog is het stuk grond,
dat ik nu nog niet weet,
maar waar ik naamloos rusten zal,
mijn makkers bovendien,
wij waren achttien in getal,
geen zal den avond zien.

O lieflijkheid van licht en land,
van Holland's vrije kust,
eens door den vijand overmand
had ik geen uur meer rust.
Wat kan een man oprecht en trouw,
nog doen in zulk een tijd?
Hij kust zijn kind, hij kust zijn vrouw
en strijdt den ijdlen strijd.

Ik wist de taak die ik begon,
een taak van moeiten zwaar,
maar't hart dat het niet laten kon
schuwt nimmer het gevaar;
het weet hoe eenmaal in dit land
de vrijheid werd geeerd,
voordat een vloekb're schennershand
het anders heeft begeerd.

Voordat die eeden breekt en bralt
het miss'lijk stuk bestond
en Holland's landen binnenvalt
en brandschat zijnen grond;
voordat die aanspraak maakt op eer
en zulk Germaansch gerief
ons volk dwong onder zijn beheer
en plunderde als een dief.
De Rattenvanger van Berlijn
pijpt nu zijn melodie, -
zoo waar als ik straks dood zal zijn
de liefste niet meer zie
en niet meer breken zal het brood
en slapen mag met haar-
verwerp al wat hij biedt of bood
die sluwe vogelaar.

Gedenkt die deze woorden leest
mijn makkers in den nood
en die hen nastaan 't allermeest
in hunnen rampspoed groot,
gelijk ook wij hebben gedacht
aan eigen land en volk -
er daagt een dag na elken nacht,
voorbij trekt iedre wolk.

Ik zie hoe't eerste morgenlicht
door 't hooge venster draalt.
Mijn God, maak mij het sterven licht-
en zoo ik heb gefaald
gelijk een elk wel falen kan,
schenk mij dan Uw gena,
opdat ik heenga als een man
de loopen als 'k voor sta.

Jan Campert


11. Ontwikkeling van de naoorlogse poëzie

Vijftigers

- een literaire beweging in Nederland, die ontstond aan het eind van de jaren '40 van een groep jonge dichters

- zij verzetten zich tegen de kunstopvattingen van hun voorgangers: Er is een lyriek die wij afschaffen, zoals ze dat stelden (het gaat hier om de dichters Jan Elburg, Lucebert en Bert Schierbeek- zij waren wat eerder betrokken geraakt bij een groep jonge Deense, Belgische en Nederlandse kunstenaars, die zich Cobra noemde: Copenhagen, Brussel, Amsterdam)

*Cobra- `vitale' kunst kan alleen gemaakt worden door werkelijk vrije mensen. Alles wat die vrijheid in de weg stond, moest worden bestrede

-de dichters van de Beweging van Vijftig zoeken heel sterk de uitdrukking van de totale mens, dus zowel gevoel als verstand

-de werkelijkheid opdeelt in categorieën, die verdeelt en scheidt

- lichamelijke beelden, eten, spijsvertering

-als alternatief voor het verstand zijn voor hen de zintuigen

-ze ageren niet tegen het weten, maar streven wel naar een andere soort weten, waarbij ervaring centraal staat ('Denken met tong en handen'- Elburg)

-afkeer van `gekunsteld' (zij voelden zich aangetrokken tot het spontane zoals dat ook in het surrealisme bestaat

Kenmerken van poëzie van Vijftigers:

-loslaten van veel typische vormaspecten

-bijna geen rijm (althans geen eindrijm)

-geen regelmatige versvormen

-soms ook geen interpunctie (punten, komma's)

-het is vaak onduidelijk waar de ene zin ophoudt en waar de volgende begint en zo worden zinnen vaak voor meerdere uitleg vatbaar

-verkleinen van de invloed van het logisch denken

-deze vorm van dichten werd `experimenteel' genoemd

PROZA

POËZIE

  • Hans Andreus

  • Remco Campert

  • Hugo Claus

  • Jan Elburg

  • Gerrit Kouwenaar

  • Lucebert

  • Sybren Polet

  • Paul Rodenko

  • Bert Schierbeek

  • Simon Vinkenoog

  • Hugo Claus

  • Sybren Polet

  • Louis Paul Boon

  • Remco Campert

Zestigers

Vertegenvoordigers:

-ondertitel: `tijdschrift voor teksten'

-motto van Schippers: `Whet the clock is seen from the side, it no longer tells the time' (Duchamp)

Meer richtingen in poëzie:

JAREN `70

-streven naar `vormvastheid'

-`De Revisoir'

-veel andacht aan de mogelijkheden van de poëzie en de taal

-gebruik van verwijzingen, symbolen

-Willem van Toorn, Robert Anker

-Gerrit Komrij

-traditionele dichtvormen

-romantische thema's: dood, liefde, vriendschap, maar op ironische manier

-`Het schip De Wanhoop'- dubbelzinnigheid vermengt met absurd en het surreële

-VL: `De nieuwe romantiek' Hugo Brems, Guy van Hoof

1985- HEDEN

- A. Duinker `Rode oever'

- T. Oosterhoff `Boerentijger'

- VL: Dirk van Bastelaere `Vijf jaar'; S. Hertmans `Ademzuil', tijdschrift `Yang'

- programatische poëzie

- veel intrpretatiemogelijkheden

- vreemd/geen kern, centruum

- gedachte dat taal en werkelijkheid elkaar niet dekken

- de dingen bestaan alleen in de taal

- geen stabiel lyrisch `ik'

- verschillende sprekers

13. De receptie van de Nederlandse literatuur in Polen in de 19de en 20de eeuw.

In Polen heerst nog altijd het onuitroeibare misverstand, dat er in Nederland 'holenderski' en in het Noorden van België 'flamandzki' gesproken en geschreven wordt. De term 'niderlandzki' is bijna onbekend en het is dan ook niet verwonderlijk, dat men de literatuur uit die landen ook verdeelt in Hollandse en Vlaamse literatuur. De oorzaak voor dit misverstand ligt echter niet alleen aan de onwetendheid van de Poolse lezers en critici. Het is nog niet zo lang geleden, dat de officiële vertegenwoordiging van Nederland in Warschau het de Polen en de Nederlanders in Polen echt moeilijk maakte, door niet eenduidig vast te stellen hoe ze nou werkelijk heette.

De periode 1945-1997 in kort bestek

De vertaalde literatuur in de jaren negentig (1989-1997)

15. Hoogtepunten uit het Nederlandse proza na 1945

Proza over de Tweede Wereldoorlog:

  1. Kroniekachtige verslagen:

`Mijn kleine oorlog' L-P Boon

`Het bitere kruid' Marga Minco

  1. Oorlogsdagboeken

`Het achterhuis' Anne Frank

`Goethe in Dachau' Nico Rost

  1. Romans over de oorlog- verchenen meestal in de jaren 80 en vertellen over de invloed van de WOII op het leven

`Het meisje met het rode haar' de Vries

`De laars op de nek' Maurits Dekker

`Pastorale' Vestdijk

`De trannen van accacia', `De donkere kamer van Damokles' W.F. Hermans

`Ik was geen soldaat' Kouwenaar

`Het stenen briudsbed' Mulisch

Decolonisatie:

Springen: `Berricht uit Holandia'

de Nijs `Vergeelde portretten'

Hella Haasse `Oeroeg'

1954- deel van Koninklijk der Nederlanden

1976- Suriname-een zelfstandige republiek

Tip Marugg `De morgen loeit weer aan'

Arian `Dubbelspel'

Edgar Cairo `Stafhok'

A. Roemer `Neem mij terug Suriname'

problemen: migratie, slaventijd

VLAANDEREN: post- koloniale literatuur:

Walschap `Oproer in Kongo'

Piet van Aken `De nikkers'

In de jaren zestig is in Nederlandstalige literatuur veel bevrijding zichtbaar (`Ik Jan Cremer'- autobiografische verslag van een avontuurlijke zwerftocht). De tijdsbeeld van deze periode is te vinden in werken van Jan Wolkers en Remco Campert (maatschappijkritiek en taboedoorbreking).

Hoofdlijnen in het verhalende proza uit de jaren zestig en zeventig:

1985- HEDEN



Wyszukiwarka

Podobne podstrony:
Lijst van afkortingen in het Nederlands
God en kerk in? middeleeuwse literatuur
ALGORITMO DIAGNÓSTICO TERAPÉUTICO Y PREVENTIVO EN VARONES IN
30 Talen en minderheden in België
12 Het Nederlandse sentimentalismeid248
13 Het Nederlandse sentimentalisme
10 Tekst en prent in?de?uwid640
NVen1 Actividades en red U4
79 Locatie van het antenne boorgat in het voor spatbord
NVen1 Actividades en red U1
Hoe werkt het Nederlandse
EN Metrology in short 2nd edition may 2004 Vocabulary
Hoogtepunten uit het Nederlandse proza na 1941
Molecular chaperones involved in heterologous protein expression in E coli
NVen1 Actividades en red U5
NVen1 Actividades en red U15
NVen1 Actividades en red U6

więcej podobnych podstron