7. De Nederlandse renaissancepoëzie
Pytałam Urbaniaka o co tu chodzi i wychodzi na to, że praktycznie to samo co w pytaniu 6 o humanizmie. Oprócz tego trzeba dorzucić coś o takich poetach jak Van der Noot i Spiegel oraz można coś z politieke poëzie z tego semestru
Jan van der Noot (1539-1600) kwam uit Antwerpen. Als hij kalwinist werd, werd hij gedwongen tot emigratie - hij ging naar Londen, dan naar Rijnland en Parijs. Hij kwam terug naar Antwerpen na 11 jaar. In 1487 getuigde hij de capitulatie van het stad. Dan werd hij katholiek terug en leefde van zijn poëzie. Het Bosken - oude vormen van rederijkers maar ook nieuwe renessaince inhoud en vorm: sonneten, elegien (klachtdichten), epigramen, oden - nieuwe patronen uit Frankrijk. Hij gebruikte jambe(combinatie van een onbeklemtoonde en daarna een beklemtoonde lettergreep ) voor het eerst in Nederland. Niet alleen vorm maar ook de inhoud getuigte over iets nieuws: zijn hoogste waarde was de mens. In Het Theater schreef hij slechts 4 eigen gedichten, de rest bavette zijn vertalingen van Petrarca en du Bellay. Hij was zo zelfbewust, dat hij zich heeft vergeleken tot Homer of Wergil en zei dat er was nooit zo grote nederlandstalige schrijver als hij geweest. Hij streed om de rol van de dichter te waarderen.
Dirk Volkertszoon Coornhert (1522-1590) tegen de formele beperkingen op `Franse mode'. Verteler van Homer, Cicero, Seneca en Boccaccio. Toneelschrijver in rederijkerstraditie. Zijn Dolinghe van Ulysse op basis van Odyssee was de eerst nederlandse klassieke epische gedicht.
Hendrik Spiegel (1549 -1612) woonde in Amsterdam. Spiegel was een dichter, toneelschrijver, taalwetenschapper en een filosoof. Hij was de auteur van de eerste moderne nederlandse grammatica Twe-sprack vande Nederduitse Letterkunst. Hij wilde dat mensen Nederlands op nieuwe universiteit in Leiden praatten. Zijn belangrijkste werk was filosofische gedicht Het Hertspiegel die in alexandrine was geschreven en waarin hij zijn geloof in het menselijke verstaan uitdrukt.
Roemer Visscher - dichter en koopman. In zijn woning in Amsterdam vergaderde er kunstenaars en deskundiges.
Jan van Hout - vertaler, staatssecretaris. Schreef in het Latijn (als andere mensen op universiteit in Leiden die in 1575 werd opgericht)