Leenwoord is een vreemd woord dat zowel qua klank (en/of spelling) als qua betekenis geleend wordt uit een andere taal. Leenwoorden vormen bijna een derde van alle Nederlandse woorden.
Het Nederlands van de 21ste eeuw wordt steeds meer beïnvloed door het Engels, waaruit over 7 procent van alle leenwoorden komen en over 2 procent van de totale woordenschat.
Moderne Engelse leenwoorden behoren tot verschillende categorieën, onder andere: cultuur, kleding, mode, sport, reizen, politiek, economie, techniek en militaire termen.
De invloed van het Engels manifesteert zich momenteel voornamelijk in de reclame, het bedrijfsleven en de politiek.
Over het algemeen zijn leenwoorden uit het Engels herkenbaar aan spelling en uitspraak. Meestal worden de originele uitspraak en spelling overgenomen.
Samuel Ampzing (1590-1632) was een calvinistische Haarlemse predikant en een liefhebber van de Nederlandse taal. Hij was een fervent tegenstaander van het gebruik van woorden uit vreemde talen (destijds het Frans en Latijn).
Het Ampzing Genootschap werd in 1999 opgericht ter bevordering van de Nederlandse taal. De leden van het genootschap zijn geen taalpuristen maar ze strijdten op humoristische wijze tegen het buitensporig gebruik van het onnodige Engelse leenwoorden in het hedendaagse Nederlands. Zij doen dat op verschillende manieren.
Ieder jaar verschijnt er een boek en/of CD. Het genootschap organiseert optredens in theaters, bibliotheken, boekhandels, café's en op scholen en iedere jaar ook taal-evenementen, zoals het Ampzingfestijn en genootschapsavonden.
Ieder jaar organiseert het Ampzing Genootschap tijdens het Ampzingfestijn een leenwoordprijsvraag. In 2007 bijvoorbeld was de vraag: Wie bedenkt Nederlands woord voor city-marketing? Het voorstel “stadskoesterij” heeft eerste prijs gewonnen.
Er zijn ook diverse liedjes gecomponeerd. De leden schrijven bovendien puntdichten en aforismen, bjv.
Gezocht: assistant manager
Dat klinkt geheel niet slecht
In Engeland zou dat klinken:
Looking for: een knecht.
Het Ampzing Genootschap heeft zelfs eigen radioprogramma – De Ampzing Genootschap Broodkast.
Het genootschap geeft boviendien Ampzings verzetskrant uit. In deze krant treft men een verzameling van leuke, bizarre en trieste oude en nieuwe feiten over de verengelsing van de Nederlandse taal, bjv.
MODE
In het SBS6 modeprogramma PASSION FOT FASHION
werkt men veel met SECOND HAND KLEREN.
Waarom dan geen second hand CLOTHES?
Iedere maand reikt het Ampzing Genootschap de Stalen Moer uit voor het buitensporig gebruik van overbodige Engelse leenwoorden. De eerste Stalen Moer werd uitgereikt aan jongerenorganisatie STAD – Stichting Talents And Dreams. Het Ampzing Genootschap biedt als alternatief: Stichting Talent, Ambitie, Dromen.
De meest in het oog springende strijdwapen tegen is de getekende taalstrijd. De hoofdfiguur van het stripverhaal is Samuel Ampzing. Hij werd met het overbodige Engelse leenwoorden geconfronteerd en volgt zijn taal-offensief.
In 2006 plaatste het Ampzing Genootschap een bronzen borstbeeld van Samuel Ampzing op de Oude Groenmarkt te Haarlem. Het beeld werd de hoofdfiguur van de serie van illustraties ondertiteld “Beeldspraak”.
Op het youtube kanaal van het Genootschap vindt men een filmpje die een aantaal overbodige Engelse leenwoorde in het Nederlands noemt. Ik heb een paar ervan gekozen en met mogelijke Nederlandse en Poolse equivalenten geconfronteerd in de tabel.
Als we kunnen zien, de meeste boven genoemde Engelse leenwoorden hebben wel aanvaardbaare Nederlandse en Poolse equivalenten. Het is dus vast en zeker onnodig om ze te gebruiken. Toch zijn er ook dingen die geen volvaardige Nederlandse benaming hebben, bjv. woorden zoals call center, high of coffeeshop. In zulke gevallen zijn Engelse leenwoorden helaas onmisbaar.
Engelse invloed ondergaat tegenwoordig iedereen, via de media, het toerisme, het werk etc. De grote rol van de Amerikaanse cultuur, die internationaal wordt, kan met niet ontkennen. Het onderzoek laat zien dat het buitensporig gebruik van leenwoorden uit het Engels een feit is. Nederlanders kunnen zonder ze omgaan maar willen dat niet.