3. Het Nederlandse toneel in de Middeleeuwen
a) Soorten Middeleeuws toneel:
liturgisch toneel
alleen in het Latijn
ontstond in de 9de eeuw
eigengemaakte melodieen en teksten toegevoegd aan de gregoriaanse misgezang
^ in dialoogvorm opgesteld
eerste stukken - rond het Graf
voorbeelden: Paasdrama, herderspelbij de kribbe, driekoningenspel (met Herodes en kindermoord) en het spel van Rachel
kerkelijk toneel
combinatie Latijn + volkstaal
vanaf 1100
vormen geen onderdeel van de liturgie meer! - toneel dus als afzonderlijke plechtigheid
meer wereldelijke elementen
geen hegemonie van de muziek meer - gesproken woord wordt belangrijker
ontwikkeling van hieratisch - romaans - sacraal naar wenselijk - gotisch - aards
nadruk krijgen: het subjectieve element, gevoeligheid en `de persoonlijke behoefte aan verlossing'
geestelijk toneel
alleen volkstaal
behandelt nog steeds godsdienstige onderwerpen, maar niet meer in de strak - liturgische opvatting
neiging tot:
symboliek en allegorie
scholastische apologetiek (+/- verdediging van geloofsdogmas)
moralisering
realisme
woorden spel
GENRES:
mysteriespel - spelen waarin belangrijke bijbelse verhalen aan de orde kwamen, van de schepping tot de dag des oordeels, bedoeld om aan de behoefte te voldoen om bijbelse geheimen te vertalen naar de taal van de toeschouwer
bliscap - behandeld ook een geloofsgeheim, maar heeft betrekking op Maria - soort mysteriespel! (Die eerste bliscap van Maria)
mirakelspel - het toppunt van de vertellijn is een mirakel (Mariken van Nieumeghen)
moraliteit - heeft een didactische strekking - aan de toeschouwer werd getoond wat goed en wat slecht is
zinnenspel - kenmerkend - optreden van allegorische personages, die de verpersoonlijking zijn van (on)deugden, met het doel een morele les te leren - soort moraliteit! (Elckerlijk)
wereldlijk toneel
--> abele spelen
Nederlandse uitvinding! nergens elders te vinden
serieuser dan sotternieen
abel = edel
liefde speelt de hoofdrol in alle abele spelen
belangrijk motief = afkomst - de normale stand in de maatschappij zal worden gehandhaafd - geen `mezalians' mogelijk
alleen hoofsheid kan tot geluk leiden
sotternieen
op elke abele spel volgde een sotternie (na iets ernstigs zou iets vrolijks, grappigs moeten komen! = `comic relief')
behandelden het onhoofse, ruwe volksleven
stereotypen: mannen = zwak, sullen (= pantofle, niedorajdy:P), vrouwen = feeksen (wiedźmy)
ruwe grappen, vloeken
met het seksuele leven werd vaak gespot
opgevoerd:
Omdat er twee sotternieën meer zijn dan abele spelen wordt gedacht er in het verleden zes abele spelen, in plaats van de huidige vier, zijn geweest[Author:A]
b) Ontwikkeling van het toneel:
eerst alleen in de kerk - tijdens de liturgie
daarna wel binnen de kerk, maar niet meer als deel van liturgie, maar apart
uiteindelijk - 1293 - mochten geen toneelstukken in de kerk georganiseerd woorden (omdat te veel wereldse elementen al binnengedrongen zijn)
uit de kerk verwezen gingen ze naar marktpleinen → op die manier ontstonden wagenspelen - met wagen als de eerste scènes/podia
abele spelen en soternieen zijn de oudste voorbeelden van wereldse toneel in West-Europa. We kennen alleen deze voorbeelden, hoewel men ervan uitgaat, dat er nog 2 verdere abele spelen zijn geweest. Allemaal komen deze 10 toneelstukken uit het HULTHEMSE HANDSCHRIFT.
Van Hulthem was de eigenaar van dit Handschrift begin XIX eeuw. Ontstaan is het echter tussen 1405 en 1408. Ook de Marialegende Beatrijs bevindt zich erin.