Assimil Dutch8

397 drlehonderd zevenennegentig

2 Although he is not yet twenty years [old], he is looked upon as the best goal-keeper in the whole region.

...... hij nog .... twintig jaar is, wordt hij ais d#

3    We bought that appliance on installment.

We hebben dat ....... op ........... gekocht.

4    How did it happen that you learned the news so late ?

Hoe .... het dat u het ...... zo laat ........

heeft ?

5    He restricts himself to the main point; it's the best proof that he knows the subject especially weli.

Hij ....... zich tot de ......... ; het is het

beste ...... dat hij het ......... bijzonder goed

VIERENTACHTIGSTE (84ste) LES

Herhaling en opmerkingen

1. — The Position oł Verbs — When there are several verbs in a subordinate clause, they all go at the end, and usually in the same order as in a main clause. Ik denk dat hij het zal moeten doen. Ze zegt dat ze dat niet graag zou willen zien.

You are advised to use this type construction.

OPLOSSING B:

1 afvragen • pas - beroemd. — 2 Hoewel - geen - doelwachter -beschouwd. * 3 toestel - afbetaling. - 4 komt - nieuws -vernomen. — 5 beperkt - hoofdzaak • bewijs - onderwerp.

Typische Nederlandse spreekwoorden: typical Dutch prov-erbs. Die niet wit wil worden, moet uit de molen blijven: He who doesn't want to get white must stay out of the mili. Ais je schapen en koeien hebt, dan zegt ieder je goedendag: If you have sheep and cows. then everyone tells you good day. Een dwaas, indien hij zwijgen kan, gaat door voor een verslandig man: A fool, if he can keep quiet, will pass for a sensible man. Het kind moet een naam hebben: You have to cali it something.

34

Second Wave: Lessc

EIGHTY-FOURTH LESSON

At times, however, you will notice deviations from this generał rule.

For example, when a conjugated form of moeten, kunnen, mogen, willen or zullen is accompanied by a single infinitive, the conjugated verb may follow the infinitive. In the following examples the morę common form is given first with the variation in parentheses. Ze zegt dat ze vroeg moet vertrekken (vertrekken moet). Ik weet dat 84’“ LES