1. Andrea Alciato (Lat. Andreas Alciatus 1492 - 1550), een Italiaan uit Alzate bij Como
De conceptie van het embleem bij Alciato
Gedurende deze saturnalia heb ik, door den doorluchtige Ambrogio Visconti zijnde overgehaald, een boekje met epigrammata doen opstellen, aan welk ik den titel gaf Emblemata, want in elk van die epigrammen beschrijf ik hetgeen belangrijk [excellent] is, ofte uit de historie ofte uit de natuur; uit de welke schilders, goudsmeden , klokkengieters hun ideeën nemen om werken te kunnen scheppen, welke wij met de naam „wapen” benoemen en aan onze hoeden bevestigen ofte als insignia gebruiken, zoals daar zijn een „Anker” Aldi, een „Duif” Frobeni ofte een „Olifant”Calvii; hetwelk wel precieze wordt aangeduid, echter niet aldus direct genaamd.
a) De eerste uitgave van “Emblematum liber” van Alciato - 1531
uitgever - Hendrik Stayner
houtsnijder - Jörg Breu
niet hoog gewardeerd door Alciato:
b) 1534 en 1542 Parijs - “Emblematum libellus”
drukker - Christian Wechel
gravures van Mercure Jollat
beide Parijse edities probeerden de eenheid van de driedelige emblematische compositie te tonen
De obouw van het embleem
De onderdelen van het embleem:
Het motto = het lemma, de inscriptio, het opschrift
altijd kort; duidt het onderwerp, de inhoud van het embleem aan (meestal in de vorm van een leuze, een spreekwoord, een aforisme of citaat)
komt vaak uit: de bijbel, de werken van de auteurs uit de oudheid of verzamelingen van de gezegden en spreekwoorden, wijsheden van het volk.
De pictura
de illustratie van het thema (innerlijk commentaar)
In het begin functioneerde als een toegift - de voorstelling van de in het epigram beschreven elementen
In de loop van de tijd: door het gelijktijdige gebruik van twee systemen van tekens - woord en beeld - bij het voorstellen van gedachten wordt de effectiviteit van het bericht vergroot
De positie van de pictura veranderde: het centrum van het embleem
3. De subscriptio = het onderschrift
steun bij de interpretatie van de emblematische stof
een verduidelijking van de verhouding tussen spreuk en beeld
tweedelige opbouw:
a) het eerste gedeelte - beschrijving van het beeld
b) het tweede gedeelte - uitleg van het beeld (ook didactisch)
- in de werken van Alciatus - altijd in de vorm van een gedicht
Emblema V Gratiam referendam - Należy się odwdzięczać
Emblema XV Paupertatem summis ingeniis obesse ne provehantur - Że ubóstwo staje na przeszkodzie rozwojowi nawet najzdolnieszych ludzi
Emblema XXII Mutuum auxilium - Wzajemna pomoc
Emblema LVIII Aliquid mail propter vicinum malum - Zło przychodzące od złego sąsiada
2. Tradities van het embleem
I. De hiëroglief
De oude Egyptische hiërogliefen gezien als de voorlopers van het genre
Hiërogliefen: enorm populair vooral onder de Italiaanse humanisten van de 15e en 16e eeuw.
Sinds de tijd van de Grieks - Romeinse Oudheid door de Middeleeuwen groeide de legende rondom de hiërogliefen - een groep van tekens die algemene ideeën afspiegelden met ingewikkelde, filosofische en magische betekenissen die de geheimzinnige, moeilijke, diepe kennis over de wereld en de mens zouden uitdrukken.
In de Oudheid: hiëroglifiek gewaardeerd door Plato, later door de christenen.
Op zoek naar de magie in de hiërogliefen
Ze schreven eraan fantastische betekenissen vol van mysticisme en allegorieën toe.
Het neoplatonisme: o.m. Marsilio Ficino (1433-1499)
De hiërogliefen gezien als: symbolen van de Waarheid, Godheid en Schoonheid maar ook als de magische, mystieke tekenen
a) “Hieroglyphica” (4e of 5e eeuw) van Horapollo Niliacus
waarschijnlijk - 4e of 5e eeuw
ontdekt in 1419 op het eiland Andros door priester Christophorus de' Buondelmonti in een Grieks handschrift
gedrukt in Venetië in 1505
Vanaf 1515 vertaald en uitgegeven in het Latijn, Frans, Italiaans en Duits
Het origineel geschreven in het Arabisch, later vertaald in het Grieks
Veronderstelling: de auteur uit Egypte - zijn naam Horapollo Niliacus twijfelachtig - waarschijnlijk het resultaat van de vereniging van de namen van twee goden - Horus en Apollo
Hieroglyphica bestaat uit twee boeken verdeeld in de hoofdstukken die bepaalde tekens van het hiëroglifische schrift bespreken.
Deze tekens gezien als tekeningen met allegorische betekenis.
Werkelijkheid: een soort van catalogus van de dierensymboliek die men uit de antieke en de middeleeuwse sprookjesverzamelingen kende b.v.: de leeuw - het symbool van woede, de slang die zijn staart bedekt - tijd, feniks - de ziel of voortdurende wedergeboorte
De populariteit dankzij toenmalige overtuiging: hiërogliefen de plastische symbolen van het idee en niet het gewone alfabet. In de Renaissance - de hiërogliefen gezien als heilige beeldtekens, waarin de Egyptische priesters hun wijsheid wilden verbergen.
Onmoeglijk:
b) hiëroglifische liefdesroman “Hypnerotomachia Poliphili” (“De droom van Poliphilus”)
- geschreven in 1467
- 1499 uitgegeven in Venetië door Aldus Manutius
waarschijnlijke auteur: Francesco Collona
Onder de tekeningen - de voorstellingen van obelisken, piramiden en hiërogliefen die soms hele zinnen uitdrukken
In de beschrijving van de gewenste begrippen: dingen gebruikt die in de Egyptische hiërogliefen te vinden waren.
Aan de andere kant: gebruik van eigen fantasie, die hem hielp de analogieën van de echte hiërogliefen te vormen.
II. Het Griekse epigram
- één van de oudste vormen van pictura - poesisliteratuur
Hiermee bedoeld: de kunstvormen, waarin woord en beeld als gelijkwaardige bestanddelen tot een eenheid zijn gecombineerd
Horatius: beeld en woord, beeldende en literaire kunst, als gelijkwaardig beschouwd (ut pictura poesis)
Plutarchus: de schilderkunst is stomme poëzie en de poëzie sprekende schilderkunst - bevestiging van de complementariteit van beide kunsten
- het woord epigram komt uit het Grieks en betekent inscriptie, opschrift
- vanaf de zesde eeuw voor Chr. - een kort, op één gedachte toegespitst gedicht dat meestal in elegische disticha werd geschreven. Distichon - dubbelvers of strofe die uit twee verzen bestaat
- In de 1ste eeuw na Chr. kreeg het epigram zijn huidige betekenis van puntdicht of sneldicht: een kernachtig, scherp en (vooral door woordspelingen) geestig gedicht dat uitloopt op een verrassende wending in het slot, de zgn. pointe.
III. De impresa - het devies
- ontstond in het begin van de 16e eeuw
- Het begin van de traditie van impresa verbonden met de middeleeuwse heraldiek - wapenkunde
- Het onstaan van de echte impresa: geïnspireerd door de Franse legers die in 1499 Noord-Italië hebben veroverd
- De Italiaanse versieringskunst gecombineerd met hun insignes en korte spreuken die ze droegen. In Italië ontwikkelde zich die gewoonte van de Fransen tot de populaire mode en een kunstgenre
- de eigenlijke schepper en de belangrijkste theoreticus van het genre - Paolo Giovio (1483-1552)
- Giovio: de auteur van het boek over de theorie van de impresa “Dialogo dell'Imprese militari et amorose”
● de impresa bestaat uit twee delen: beeld en motto
● het duidende bijschrift is niet nodig.
Vijf voorwaarden van een goede impresa:
Een juiste verhouding tussen het motto en het beeld, zoals tussen de ziel en het lichaam
De impresa mag niet zo duister zijn “dat een sibille voor de verklaring ervan nodig is, maar ook niet zo duidelijk dat ieder plebejer haar kan verstaan.”
De impresa moet prachtig om te zien zijn en moet met sterren, zon, maan, vuur, water, groene bomen, instrumenten, fantastische dieren en vogels versierd worden.
De menselijke figuur - verboden
Het motto (de geest van de hele impresa) in een vreemde taal, maar het moet duidelijk zijn.