Assimil Dutch5

Assimil Dutch5



71 eersn/cvi;nt g AYn"' sAY. : HG

2    — Ja.graag.

3    — Een glas bier (2) ?

4    — Nee, ik drink geen bier meer (3).

5    — Houdt u er niet van (4 - N5} ?

6    — Niet erg veel : koud bier is slecht voor

de maag.

7    — Een glas rode wijn (5) ?

8    — Nee, dank u, ik mag {6} niet van de

dokter.

9    — Whisky met ijs ?

10    — O nee, dat geeft me hoofdpijn.

11    — Geen bier, geen wijn, geen whisky ...

12    Wat kan ik u dan geven ?

13    — Ik wou graag (7) een kopje koffie (8).

14    _ Met suiker ?

15    — Nee, zonder suiker maar met een beetje

melk.

UITSPRAAK

2    hgraaHG

3    hglaz' blEr

4    ig‘drink 'HGAYn blEr mAYr

5    :r mEt "fan

6    n,Et srHC]' (AY. . sleHGl naaHG



2    — Yes. gladiy.

3    — A glass [ot] beer?

4    — No. I dont drink beer anymore.

5    — Don'1 yon like it (hołd you thcre not ołi

6    — Not very much Cold beer is bad tor the stornach

7    — A ghass [ot] red winę’

8    — No. thark you. i: s not allowed by il may not ‘roi’)'

my doctor

9    — Whisky with ice?

10    — Oh no. that gives me [a] headache.

11    — No beer, no winę. no whisky ...

12    What can I given you than?

13    — l W0ul.fi Mfee iwoutd gladiy) a cup [of] cof‘ee.

14    — With sugar ?

15    — No. w Ttwut scgar but with a l.ttle mi.k.

Nfeuter nouns. Iwt glas. het bier. hol i/s. het hoota. het kop/e tStlm.mutives ari: always neuter).

18“ LES


Wyszukiwarka

Podobne podstrony:
Assimil Dutch7 75 vij enzeventig i velf nsAYw n/‘. MG- 2    — Ik werk in (2) een fab
Assimil Dutch0 161 honderd eenenzestig OEFENINGEN A. Vertaal: 1. Onze trein heeft al een kwartier v
Assimil Dutch9 319 driehonderd negentlen Bij de dokter 13    Dokter : Voor een man v
Assimil Dutch2 32S drlehonderd vi
Assimil Dutch7 335 driehonderd vijfendertig dat Vlaams niets anders is dan een dialect. — 3. Het li
Assimil Dutch6 73 Jrieenzeveniig mriE " sAY* - OEFENINGEN A. Vertaal: 1. Ik houd niet van oorl
Assimil Dutch1 een (AYn) It is absolutely essential that you read the preceding introduction b
Assimil Dutch2 3 arie (driE) 9 en mijn schoonmoeder ... 10    — Wat? Is uw (N2) scho
Assimil Dutch3 5 vijf ZINSBOUW iSFNTFNCE STRUCTUREi [zinzboi/ In this seciiop you will be ghrcn eic
Assimil Dutch4 2    — Nee, ik heb geen (2) huis. 3    — Heeft u (3) e
Assimil Dutch5 9 negen irAYng -i B. Vul de ontbrekende woorden in: 2 My automobile >x not vwy go
Assimil Dutch6 4    — Het is meneer De Vos ; 5    hij (3) werkt (4) b
Assimil Dutch7 B. Vu1 de onlbrekende woorden in: 1 Would you repeal that. sir? fWhat say you. sir?!
Assimil Dutch8 15 vi
Assimil Dutch9 17 fen :zAYv B. Vul de ontbrekende woorden in: 1 / nei/ar waich tciemsion. Ik 3 She
Assimil Dutch0 19 negent.eri ir-AYng 0 *
Assimil Dutch1 lrwłlf-t-g AYrrn-:tvwint MCB. Vul de ontbrekende woorden in: Ex.ci.sc me jc jCł nav
Assimil Dutch2 23 drieentwintig (drlEn tvwintHG: 3    — Ja, hij woont hier. 4  
Assimil Dutch4 kin! MG.ZEV6NDE (7de) LESHerhaling en opmerkingen fReview and Comments) 1.  &nb

więcej podobnych podstron