5 hij is op een uergadering (2) in de stad.
6 - Weet u hoe loat hij thuis (3) komt ?
7 — Ik heb er geen precies idee van (4),
8 maar hij blijfl zeker niet lang meer (5) weg.
9 — Mogen we dan op hem wachten ?
10 — Natuurlijk ! Komt u maar binnen (6).
11 — Storen we niet ?
12 - Helemaal niet.
13 U kan me zelfs een handje (7) helpen : ik ben aan het afwassen.
UITSPRAAK
10 natuur. -
13 n-.aniy neio.r . aan .: aiwass --
OEFENINGEN
A. Verlaal:
5 ne s a: a meet.ig m me city
6 — De you k:iow what hme h«;:i' be ccmmg nc-ve ‘
7 — l don’1 tiave an exacl idea i.about it).
8 bul lie certainly won't be away much lonyer
9 — May we wait for him thon?
10 — Natmally! Come inside
11 — We arci t inSerruptmę?
12 — Not a*, all
13 Yo.j car1 ęvnn ne'p me a nttT l'm wasurg cshes
OPMERKINGEN
(4) T-.e ci!Ho;'i&tralive oro^oun ii,it ilike me orcno./n is ,-.evei useil alter a preposuion nut 'S 'eplaced by nr plus ihe preposition :see Lesson 21. Coninienl 5). Reir.en-.bor (hal er co"ios • i-jh: .iHer :he verb and :ln: nrepoSitiO" comus a: Ihe
Są.ica' oulsirie
(7) H,ind ocoiiis in maiy express.oiis Ik neb dal "«•; t>.; iie band. l don t liave that close al haiul. Ik iaal u de vrije. band. i >i loiMn,; y:;u 'have] a ‘ree hani! Ze ,'cpen heorl :.<i band
oplossim; a
7 i--i .ii ij ro'.« ai iHefi»t(inę ■ ^ ii uC
T' - 1 i I lei .scneoui* • I «• me COS' Ml- *I>0 li
LŁS
Hij is al een week afwezig, maar niemand weet of hij ziek is - 2. Ik vind dat die wergadering helemaal niet interessant is, ze duurt vee! te lang. — 3. Ik wil je nu niet storen, het zou niet vricndelijk zijn. - 4. Ais iedereen een handje helpt, dan zijn we heel vlug klaar met dat werk. - 5. Ik hoor aan de deur bellen ; ga eens zien wie het kan zijn. — 6. Ik heb er geen idee van of dat produkt nog op de markt is. - 7. U yergist zich ais u denkt dat het in de buurt is.