Assimil Dutch6

Assimil Dutch6



53 (2riee'.vijt:'g icrlErn fvelf| MGi

OEFENINGEN A. Vertaal:

1. Sinds wanneer werkt u op dat kantoor ? — 2. Mijn oom is veel rijker dan ik. - 3. Hij haalt zijn papieren uit zijn zak. - 4. Hij verkoopt zijn wagen, wam hij heeft geen geld meer. - 5. Er is altijd veel lawaai in onze straat. - 6. Het is jatnmer dat hij niet meer over Amerika wertelt, — 7. Het begin van het werk is zeker niet gemakkelijk. — 8. Ik weet niet precies wat hij in die winkel deed.

B. Vul de onłbrekende woorden in:

Het ..... me ... u ueel tijd 2 Vo rj«e kiiows nha; tie >i:d 'l-.ttie 3 Star liny (sińce) Ihis week, slie no longer has woik

Hee*t ze .... werk ....

- Maybt


e fpo goir.g tc

OPLOSSING B

1 spijt - dat - verliest. — 2 niemand • wat -deed. - 3 sinds week - geen • meer. - 4 denk • dikwijls - yeduldig. - 5 wanneer -

Ik i denk

dat ,

het boek

duur is

weet

het restaurant

goed

«g

die wagen

mooi 1

1 het tijdschrift

'

(36)

Hi,

denkt

dat het altijd

mooi - is

ledereen

uertelt

interessant

Niemand

zegt

zo

De jongen

gemakkelijk

Mijn vriend

goed

Ze

nieuw

slecht 1

(126)

:(thcse cxercises Sppo.ar tioring or childish

o you

20 r.ot neglcct tne

m: Oniy by

rcpealing lypieni

Dutęb.

~cr-strochons over and over will

ihey become tnnuhar to

13" LES


Wyszukiwarka

Podobne podstrony:
Assimil Dutch8 77 ze/enenzeventig ;/AYv n n/sAYv.n.-t.HG; OEFENINGEN A. Vertaal: 1. Het is toch erg
Assimil Dutch5 271 tweehonderd eenenzeventig OEFENINGEN A. Vertaal: Een voorzichtige jongen. - 1.Vo
Assimil Dutch1 een (AYn) It is absolutely essential that you read the preceding introduction b
Assimil Dutch2 3 arie (driE) 9 en mijn schoonmoeder ... 10    — Wat? Is uw (N2) scho
Assimil Dutch3 5 vijf ZINSBOUW iSFNTFNCE STRUCTUREi [zinzboi/ In this seciiop you will be ghrcn eic
Assimil Dutch4 2    — Nee, ik heb geen (2) huis. 3    — Heeft u (3) e
Assimil Dutch5 9 negen irAYng -i B. Vul de ontbrekende woorden in: 2 My automobile >x not vwy go
Assimil Dutch6 4    — Het is meneer De Vos ; 5    hij (3) werkt (4) b
Assimil Dutch7 B. Vu1 de onlbrekende woorden in: 1 Would you repeal that. sir? fWhat say you. sir?!
Assimil Dutch8 15 vi
Assimil Dutch9 17 fen :zAYv B. Vul de ontbrekende woorden in: 1 / nei/ar waich tciemsion. Ik 3 She
Assimil Dutch0 19 negent.eri ir-AYng 0 *
Assimil Dutch1 lrwłlf-t-g AYrrn-:tvwint MCB. Vul de ontbrekende woorden in: Ex.ci.sc me jc jCł nav
Assimil Dutch2 23 drieentwintig (drlEn tvwintHG: 3    — Ja, hij woont hier. 4  
Assimil Dutch4 kin! MG.ZEV6NDE (7de) LESHerhaling en opmerkingen fReview and Comments) 1.  &nb
Assimil Dutch5 29 negenenlwinlig l.nAYbg *
Assimil Dutch6 31 eenendertig lAYn n Ce Srl.UGi12    je bent {5) te (6) nieuwsgierig
Assimil Dutch7 HE fi# dert.HGi ! NEGENDE <9de> LES. Zusters zijn niet vriendeltjk 1  &nb
Assimil Dutch8 ’dert.g :tvel*:n dci H(ii 8    — Je kent iedereen in onze straat (7).

więcej podobnych podstron