Assimil Dutch6

273 tweehonderd drieenzeventig

3    Put on your overcoal, pul on your hat: were going for a littie walk (lo walk a littie end).

• • • i® ....... aan, ... je hoed .. : we gaan een

...... wandelen.

4    He doesn't have enough patience to put his papers in order: that‘s why he hasn't classified anything.

Hij heeft geen ...... genoeg om zijn papieren in ordę

te ....... ; daarom heeft hij niets .............

5    You have the right not to tell what the bosses said at the meeting.

U heeft het ..... niet te vertellen wat de ..... op de

vergadering ...... hebben.

EENENZESTIGSTE (61ste) LES

Een wagen repareren

1    — Wat is er weer gebeurd, jongen ?

2    — Waarom stel (1) je die vraag ?

3    — Wel, je ziet er nogal vuil uit.

4    Heb je geen water meer in je badkamer

(2) ?

UITSPRAAK

rAYpaarAYrn 4 batkaanrr

tweehonderd vlerenzeventig 274

OPLOSSING B:

1 geheim - moedig. - 2 voorstel - indruk - tot - dienen. - 3 Doe - overjas - zet - op - eindje. - 4 geduld - brengen -gerangschikt. - 5 recht - bazen - gezegd.

Have you remembered to review the irregular verbs? Have you set-up your own list and are you adding new words to it regułarly?

Second Wave: Lesson 11

SIXTY-FIRST LESSON

Repairfng a Car

1    — What has happened this time, [old] boy?

2    — Why do you ask (pose) that question?

3    — Weil, you look rather dirty.

4    Don’t you have water in your bathroom any morę?

OPMERKINGEN

(1)    Dat stelt een probleem: That poses a problem.

(2)    De eetkamer: the dining room; de slaapkamer: the bedroom: de woonkamer. the living room; de keuken: the kitchen.

61 LES