1
323 drlehonderd drieentwintig
2. — Auxiliaries — Some verbs of motion, although usually conjugated with hebben, are conjugated with zijn if there is movement from one place to another and the destination is reached. We hebben vlug gereden. (The destination isn’t mentioned). We zijn naar Italie gęfeden. (The destination is reached). The most important of these verbs are: lopen, reizen, rijden, stappen, wandelen. We hebben twee uur gelopen: We walked for two hours. We zijn tot aan het park gelopen: We walked as far as the park. In de zomer hebben we veel gereisd: We travelled a lot in the summer. We zijn naar het zuiden gereisd We travelled to the south. We hebben in het park gewandeld: We walked in the park. We zijn tot aan het bos gewandeld: We walked as far as the forest.
3. — Diminutives — The diminutive is usually formed by adding -je. There are exceptions, however. The ending is -tje for words ending in vowels, diphthongs, or I, n, r, or w when preceded by a long vowel, long diphthong, or the unstressed uh sound [:]. De auto, het autootje, de vrouw, het vrouwtje; de vogel, het vogeltje; het leven, het leventje; de kamer, het kamertje.
The ending is -etje after I, m, n, or r preceded by a short vowel. De bel (beli), het belletje; de zon (sun), het zonnetje; de stem (voice), het stemmetje. The ending is -pje after an -m preceded by a long vowel. Het raam (window), het raampje; de boom (tree), het boompje.
4. — Unspecified Subject — As in English there are various ways to describe the action of an unspecified subject. Men weet nooit wat zal gebeuren: One never knows what will happen. Je weet nooit wat zal gebeuren: You never know what will happen. Men zegt dat hij komt: People say that he is coming. Ze zeggen dat hij komt: They say that he is coming. Er wordt gezegd dat hij komt: It is said that he is coming.
5. — Adjectives — An adjective ending in -en does not change. This applies to regular adjectives (een open deur, zijn eigen wagen) and also to past participles of irregular verbs used as adjectives (het verloren geld, de gesproken /aa/, de aangeboden betrekking).
6. Uitdrukkingen. — 1 Wat mij betreft, is alles in ordę.
- 2 /Ar voel daar niets voor. —3 Ze scheen niet op haar gemak te zijn. — 4 In de zomer gaan we met vakantie.
- 5 U heeft bezwaren tegen alles. - 6 ledereen doet zijn best. — 7 Kan ik op u rekenen ? — 8 Tot nu toe is er geen probleem. —9 De reis duurt op zijn hoogst drie uur. — 10 Dat komt meer dan eens voor. — 11 Het was in 't geheel niet mogelijk. - 12 Heden ten dagę is de toestand anders. — 13 U kan niet tegen die firma concur-reren. — 14 Ik leef graag in de open lucht. — 15 Veel mensen doen aan sport. — 16 Hij is op het idee gekomen een roman te schrijven. — 17 Wie heeft hem een teken gegeven ? — 18 Ze was pas dertig jaar.
7. — Vertaling — 1 As far as l’m concerned, everything is in order. - 2 That doesn't appeal to me. - 3 She appeared not to be at ease. - 4 In the summer we are going on holiday. - 5 You have objections to everything.
6 Everyone is doing his best. - 7 Can I count on you?
- 8 Up till now there has been (is) no problem. - 9 The trip will last three hours at the most. - 10 That occurs at times. - 11 It was completely impossible. - 12 These days, the situation is different - 13 You can’t compete with that firm. - 14 I like to live in the open air. — 15