driehonderd vierentachtig 384
383 driehonderd drleentachtig
10 nAYd:rlants‘sull:n
ik genoot ik koos ik yerbleef
7 Na lang nagedacht en geaarzeld te hebben neemt de vader eindelijk een beslissing :
8 ze zullen een week of drie (4) naar Nederland gaan.
9 Het zal de kinderen de gelegenheid geven kennis te maken met prachtige maar weinig bekende streken.
10 Hun kennis (5) van het Nederlands
zullen ze ook wat kunnen opfrissen.
11 Op school lees je meestal allerlei
verouderde teksten, maar de echte omgangstaal komt zelden aan de beurt.
12 Toch moet je vlot kunnen spreken ais je een betrekking wilt vinden die werkelijk de moeite waard is.
13 Dus : op weg (6) naar het noorden. . .
14 Maar daarmee is niet alles opgelost ;
de vraag is nu : hoe zullen ze reizen ?
11 komt ‘seld:n
12 vwilt'find:n
7 After having reflected and hesitated [for a] long [time], father finally makes (takes) a decision:
8 they will go to The Netherlands for about three weeks.
9 It will give the children the opportunity to become acquainted with delightful but little-known areas.
10 They will also be able to freshen up their knowl-edge of Dutch a bit.
11 In school you usually read all kinds of outdated texts, but the real conversational language is sel-dom included (given a turn).
12 Still, you must be able to speak fluently if you want to find a position that's really worthwhile.
13 So, on [our] way to the north...
14 But with that not everything is solved; now the question is: how shall we travel?
(to be continued)
OPMERKINGEN
(4) We blijven een dag ol zes: We are staying about six days. Ik had maar een glas ol vier gedronken: I had only drunk about four glasses.
(5) Kennis: knowledge, acquaintance. In the first sense it is not used in the plural. Die jongen bezit veel kennis op dat gebied: That boy possesses much knowledge in that area. Ze heelt veel kennissen in Nederland: She has many acquaint-ances in Holland. Ze heelt met de nieuwe buurvrouw kennis gemaakt: She has madę the acquaintance of the new neigh-bour lady.
(6) Op weg naar school heelt hij een Irank gevonden: On [his) way to school he found a franc. Op de weg vond hij vijf Irank: On the road he found five francs. Onderweg heb ik veel mooie bloemen gezien: En route I saw many beautiful flow-
Neuter nouns: het monument, het kasteel, het gezin, het karak-
Some Irregular Verbs
ik heb genoten ik heb gekozen ik heb verbleven
81 “ LES