Assimil Dutch7

95 vijfennegeniig

2    —    Ja, met    wie heb ik de    eer ?

3    —    Hi er    is    Jacobs,    van    de firma    Dewaele

en Zonen (2)

4    — Neemt u me niet kwalijk, meneer, maar

ik hoor u slecht.

5    Wilt u wat (N3) luider (3) spreken, alstublieft.

6    — Met Jacobs, van de firma Dewaele en

Zonen.

7    Kan    ik    de heer    De    Vos spreken (4) ?

8    —    Het    spijt me,    meneer, maar    meneer

De Vos is afwezig (5).

9    — Wanneer is hij op kantoor ?

10    — Ik kan het moeilijk (6) zeggen, maar

zeker niet vftć>r twaalf uur.

11    — En vanmiddag (7) ?

12    — Ik weet niet of (N4) hij vrij is :

13    hij heeft een afspraak om drie uur en ś6n om vier uur.

(wordt vervolgd)

UITSPRAAK

2    d. AYr

3    yaakops . ii vwaal: en zoorrn 5 luld r

8 h:t speil nr afvwAYz:HG 10 moeiEl k sagg n . . niEt "foor lvwaa'if uu' 12 o* ei (vre‘ >s

OEFENINGEN A. Vertaal:

1. Hij is al een week afwezig. - Z, Ik weet niet waar ze naartoe gaan. - 3. Vanavond ben ik niet vrij, ik kan niet naar de bioscoop gaan. - 4. Wilt u een afspraak maken ? — 5, Het is een grotę eer voor mij. - 6. Het spijt me dat het zo duur is. - 7. Hij blijft zeker twee maander; wc-y. — 8. Ik kan u moeilijk horen, u soreekt niet luid genoeg.

2    — Yes. with whom am I speaking (tiave I '.he

honouri?

3    — This (herc) is Jacobs, ot the (irm Dewaele and

Sons.

4    — Excuse me. sir, bul I hear you poorly (badly).

5    Wili you speak somewhat louder. piease⁰

6    — [You re speaking] with Jacobs. of the firm Dewaeie

and Sons

7    Can l speak [with] Mr De Vcs‘>

8    — l'm sorry, sir. but Mr. De Vos is not here

9    — When is he in the Office?

10    — That’s difficult for me to say, but certainly not

before twelve oclock.

11    — And this atternoon?

12    — I don‘t know if he's free

13    he has an appointment at three o clock and cne a; four o ciock.

(to be conlinued)

OPMERKINGEN

(2)    Zcsr. iso- -as pl„ra- ‘or-"s za-c zoom 50-nds less torrr.ai tnan zoner.

(3)    One can also say harder spray C"

(4)    Notice the omissien 0' the preposibon in ;h'S constriiction.

(5)    Afwezig. absent. not here. Aanwe/ty present. here.

(6)    Reinember tiiat ine adiective and adverb usually fmve the same form m O.jlch. Natgurii/k natura' o^f naturally Zwaar

(7)    Var,rr.orgC" this 'non ng. /ar.atr.nd' t^h S ever.irg. «!•*•

nacn!' ton c;t-i itardaaę    ‘c—ec tne same a a v su;

:"e a >s 'or.gfene J.

OPLOSSlNG A:

/.•e^SDinę 3.'his t.er.i-ę ' n ‘-;o

soeaking loutity enouch

24'“ LES