269 tweehonderd negenertzestig
2 Dora: Mia ! Hoe komt het dat je al terug
bent ?
3 De vergadering (1) heeft niet lang geduurd.
4 Mia: De baas had nieuwe voorstellen (2),
die erg de moeite waard waren,
5 en iedereen verklaarde er zich akkoord (3) mee.
6 Dora: Welke zijn die voorstellen ?
7 Mia: Ais secretaresse heb ik het recht niet
daar ietsovertezeggen :beroepsgeheim!
8 Dora: Je kunt mij vertrouwen (4) : ik
ben toch je vriendin. (N3)
9 Mia: Een vriendin die alles overal gaat
vertellen !
10 Een beetje geduld, morgen zijn jullie (5) allemaal op de hoogte van alles.
11 Dora: Ik kan wel raden wat het is : we zullen
meer verdienen !
12 Heb je dat gehoord, Wim ?
13 Er is geen reden (6) meer om een andere betrekking te zoeken.
14 Straks ga (7) ik mijn nieuwe jurken kopen.
15 Mia: Je had het maar over rokken.
16 Dora: Ja, maar nu kunnen het jurken zijn !
UITSPRAAK
7 b:roepsHG:heim 9 hgaat‘t:rtell:n 12 dat ‘HG:hoort 14 straks "HGaa ik
Dora: Mia! How is it that you're back already?
2
3
6
8
9
10
11
12
13
14
15
16
The meeting didrTt last long.
Mia: The boss had new proposals which were really worthwhile,
and everyone expressed agreement with them.
Dora: What are those proposals?
Mia: As secretary I do not have the right to say anything about it — professiona! secret!
Dora: You can trust me, l'm your friend.
Mia: A friend who goes and tells everything everywhere
A little patience, tomorrow all of you will be informed about everything.
Dora: I can guess what it is — we’ll earn morel Did you hear that, Wim?
There’s no longer any reason to look for an-other position.
After a while l'H go buy my new dresses.
Mia: You only mentioned (had it about) skirts.
Dora: Yes, but now it can be dresses!
OPMERKINGEN
(1) De algemene vergadering: the generał meeting. Ze vergade-ren morgen om 10 uur: They’re having a meeting tomorrow at 10 o'clock.
(2) Het voorstel, de voorstellen: the proposals. Notice the double I in the plural. Voorstellen (verb): to propose. Wat stelt u voor?. What do you propose? Ze hebben een nieuw plan voorgesteld: They have proposed a new plan.
(3) Ik ga akkoord met u: I agree with you.
(4) Ik heb geen vertrouwen in hem: I have no confidence in him. Ze vertrouwt hem niet: She doesn't trust him.
(5) Jullie is the informal pronoun in the second person plural. It takes the plural verb form. Wat denken jullie daarvan?: What do you [plural] think about that? (Formal: denkt u).
(6) Om welke reden doet u dat?: For what reason are you doing that? Ze hebben goede redenen [rAYd:n:n] om niet te komen: They have good reasons for not coming.
U) When the context makes it elear that an action is in the futurę, the present tense is often used rather than the futurę.
Neuter nouns: het t/oorstel. het geheim, het vertrouwen. het Beduld.
60’“ LES